EN  |  FR

Social media, supplementen en doping II

afbeelding bij Social media, supplementen en doping II

Social media heeft in grofweg een decennium onze hele wereld veranderd en een waar beeldbombardement over het internet uitgestrooid. Voor fitness betekent dat vooral een gigantisch aanbod van perfect gebouwde influencers die je vertellen hoe je moet trainen, eten, welke supplementen je moet gebruiken, maar geregeld ook hoe en welke anabolen te gebruiken. Wat voor effect heeft dat op jonge mannen, was de vraag die onderzoekers van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen en de Universiteit Utrecht zich stelden. Deel 2 van een tweeluik over de invloed van social media op het zelfbeeld en het gebruik van supplementen en doping

Nieuw onderzoek

In september 2020 hebben onderzoekers van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen en de universiteit Utrecht een online vragenlijst verspreid die alleen ingevuld mocht worden door mannen van 18 t/m 40 jaar die aan krachttraining deden. In de vragenlijst werd gevraagd naar trainingsroutines, social media gebruik, lichaamsbeeld en supplement- en dopinggebruik. Uiteindelijk waren 2269 ingevulde vragenlijst geschikt om mee te nemen in de analyses. Het onderzoek is daarmee een van de grootste in zijn soort in Europa.

Onderzoek naar het gebruik van doping

Onderzoek naar het gebruik van doping is lastig uit te voeren, vooral omdat respondenten sociaal wenselijke antwoorden kunnen geven. Of respondenten geven aan dat ze doping gebruiken, terwijl dat niet zo is. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn als een respondent denk dat een bepaald supplement dat hij of zij gebruikt als doping wordt gezien.

Om onder- en over rapportage te voorkomen hebben de onderzoekers 2 dingen gedaan. Ten eerste is specifiek gevraagd naar 1) het gebruik van anabolen steroïden en 2) naar het gebruik van selectieve androgeenreceptormodulatoren (SARM’s). Tevens werden in beide gevallen de meest bekende middelen bij (merk)naam genoemd. Ten tweede hebben de onderzoekers gebruik gemaakt van de zogenaamde randomized response techniek. Bij deze techniek wordt het antwoord dat de respondent moet geven mede bepaald door kans. Deze kans is bekend bij de onderzoekers en zo kan er voor de gehele groep een schatting worden gemaakt van het ware gebruik. Bij het beantwoorden van de vragen krijgt de respondent een extra gevoel van anonimiteit. Onderzoek laat zien dat deze methode de meest betrouwbare schatting geeft bij vragen naar gevoelige onderwerpen, zoals dopinggebruik.

Resultaten supplementgebruik

Het is bekend dat fitnessers supplementen gebruiken, maar het was niet duidelijk welke precies en hoeveel. Het onderzoek laat zien dat 83% van de onderzoeksgroep supplementen gebruikt, vooral eiwitshakes en creatine. Van de supplementgebruikers geeft 44% aan ook pre-workouts te gebruiken, waarvan 25% pre-workouts bij elke training gebruikt. Met het gebruik van supplementen als eiwit en creatine is niks mis. Het kan mogelijk wel afleiden van de meer belangrijke zaken die zorgen voor spieropbouw: consistente krachttraining en gezonde voeding. Pre-workouts kunnen hoge doseringen cafeïne bevatten en staan bekend als ‘risico-supplement’, omdat er een aanzienlijke kans is dat dergelijke producten vervuild of ‘opgevoerd’ zijn met dopinggeduide stoffen als stimulantia, bijvoorbeeld.  

Resultaten dopinggebruik

Het laatste onderzoek naar het gebruik van doping onder Nederlandse fitnessers stamde al weer uit 2009. Die studie liet zien dat 1% van de fitnessers het afgelopen jaar anabolen had gebruikt. In dat onderzoek werden wel mannen en vrouwen van alle leeftijden geïncludeerd. In het nieuwe onderzoek, specifiek dus onder jonge mannen (18-40 jaar), werd duidelijk dat 9% wel eens anabolen had gebruikt. Het gebruik van anabolen over de afgelopen 12 maanden werd geschat op  3.6%. Het gebruik van anabolen neemt gezondheidsrisico’s met zich mee.

Uniek aan het onderzoek was ook dat er voor het eerst onderzocht werd hoeveel fitnessers SARM’s gebruikten. Dit bleek 2.7% te zijn. SARM’s zijn experimentele medicatie die niet goedgekeurd zijn voor humaan gebruik. Het is alarmerend dat dergelijke middelen gebruikt worden door Nederlandse sporters.

De invloed van social media op lichaamsbeeld en het gebruik van supplementen en doping

Bijna 72% van de onderzoeksgroep gaf aan het (zeer) belangrijk te vinden er gespierd uit te zien. Ongeveer 40% gaf aan (zeer) veel te kijken naar fitness-gerelateerde content op social media. De combinatie van blootstelling aan fitness-gerelateerde content op social media en het vergelijken van het eigen lichaam met dat van anderen op social media, was gerelateerd aan het gebruik van supplementen en anabolen. Dus juist de content van social media had invloed, de totale tijd op social media had dit niet.

Een negatief lichaamsbeeld was niet geassocieerd met het gebruik van supplementen of anabolen, terwijl social media wel negatief geassocieerd was met lichaamsbeeld. Social media kunnen dus een negatief effect hebben op het lichaamsbeeld van mannen, maar dit is niet de verklaring waarom social media-gebruik is gerelateerd aan het gebruik van supplementen en anabolen. Mogelijk dat het gebruik van supplementen en doping is genormaliseerd en steeds meer bij de hedendaagse fitnesscultuur is gaan horen. Deze bevinding is opvallend, omdat de huidige gedachtegang is dat een negatief lichaamsbeeld geassocieerd is met het gebruik van anabolen.

Wat moeten we met dit onderzoek?

‘Goed begeleiden, is doping bestrijden’ is het aloude adagium bij Eigen Kracht. Fitnessinstructeurs, personal trainers en andere professionals die werkzaam zijn in de fitnessbranche dienen diepgaande kennis te hebben over het op een gezonde manier opbouwen van spiermassa met krachttraining en voeding. Het zou ook goed zijn wanneer fitnessprofessionals meer zicht hebben op het effect van social media op sporters en welke adviezen daar worden verspreid.

Het volledige wetenschappelijke artikel vind je hier.

Een videopresentatie over het onderzoek kun je hier bekijken.

Dossiers: