EN  |  FR

Topfitte viking laat fantasie de vrije loop

afbeelding bij Topfitte viking laat fantasie de vrije loop

Je komt ze niet vaak tegen, atletisch gebouwde vikingen met een sterk exacte inslag en een levendige fantasie. Joost de Jong (26) is er zo een. Joost studeerde wis- en natuurkunde en sloot zijn opleidingen af met een master in werktuigbouwkunde en econometrie. Hij beoefende atletiek op nationaal niveau en deed ter ondersteuning aan roeien, turnen, yoga en touwtjespringen. Als hobby bezoekt hij festivals in zelf gecreëerde fantasy outfits.

Een druk leven, studie, topsport en werk. Ik zag ergens op een website dat je fantasy festivals bezoekt met zelfbedachte outfits? ‘Dat klopt. Het knutselen aan die ‘kledingstukken’ is misschien ook wel een creatieve behoefte tegenover al die exacte studies. Zeker in de studiefase waar je nog veel vakken volgt is er relatief weinig ruimte voor creativiteit. Antwoorden zijn goed of fout en er zit niet heel veel tussen. Juist daarom is lekker je gang kunnen gaan met een ontwerp waar geen model voor is en waar geen voorschriften voor zijn, zo’n fijne afwisseling.’

Joost de Viking

Je maakte in de festivalwereld indruk met je vertolking als viking. Hoe zit dat precies? ‘Dat vikingpersonage was een logische keuze. Ik had lang haar en was fan van de televisieserie ‘Vikings’. Mijn sportieve uiterlijk hielp ook wel mee. Maar ik hoefde op festivals niet telkens herkend te worden als de ‘Viking’. Historisch correcte outfits maken, hebben ook niet per se mijn interesse. Dus daarom zocht ik een manier om het ‘nerd’-schap met een stukje techniek te combineren in verschillende outfits. Bij de vikingmantel draag ik een schild dat ik met een computergestuurde frees uit hout heb gesneden. Voor een steampunk-outfit bouwde ik een propeller met accu. In een Mad-Max personage kon ik wat bèta kwijt met het programmeren van een LED-strip, in een tot lichtgevende bazooka omgebouwde roestige terrasverwarmer. En het volgende project moet weer groter dan het vorige: een ‘Drone’-rugzak met vier roterende ‘armen’, elk met twee propellers. Daar zitten ook wat 3D-geprinte onderdelen in. Het ontwerp kon ik zo overnemen uit mijn eerste afstudeerscriptie die over een nieuw type drone ging. Ik reken op een stuwkracht van tien kilo. Lang niet genoeg om op te stijgen, maar als ik op een skateboard zou gaan staan, zou ik wel vooruit moeten kunnen komen!’

Atletiekachtergrond

Je hebt een uitgebreide sportachtergrond. Vertel daar eens wat over. ‘Ik ging op mijn zesde op atletiek bij AV Pallas ’67 in Wageningen. Je leert dan alle verschillende onderdelen, en legt je vaak pas later toe op een specialisatie. Polstokhoogspringen vond ik lastig, en werpen lag me niet helemaal. Maar verspringen heb ik lange tijd gedaan. Hordenlopen is wel mijn sterkste onderdeel. Ik ben daar voor het eerst echt mee in aanraking gekomen bij de 400 meter horden in de regionale selectie onder leiding van Betty Hofmeijer. Later trainde ik enkele dagen per week mee op Papendal bij Marita van Zwol. Na mijn periode als uitwisselingsstudent in Amerika ben ik met horden verder gegaan bij Marjan Olyslager in Rotterdam. Daarnaast liep ik ook de reguliere 400 en 800 meter.’

Noem wat hoogtepunten: ‘Mijn deelname in Trabzon aan de Jeugd Olympische Spelen in 2011. Natuurlijk de individuele medailles op Nederlandse (Junioren) kampioenschappen, maar ook in teamverband – estafettes vind ik daarom vier keer zo leuk! En absoluut de deelname met de club aan de Europacup in Spanje in 2019.’ Wat zijn je persoonlijke records? ‘Als senior 53.12 op de 400 meter horden, 48,38 op de 400 meter en 1:56 op de 800 meter. Ook een 1:19 op de 600 ben ik wel trots, maar dat is een beetje een onconventionele afstand.’ Je loopt nog steeds? “Jazeker. Maar studie en sport gingen niet altijd goed samen. De snelle progressie is er een beetje uit. Kijk, tussen de 400 meter vlak en 400 meter horden zit nog een te grote ruimte. Internationaal is die ruimte een stuk kleiner. Er is dus nog het nodige werk aan de winkel.’

Sportland Amerika

In 2013 ging je als uitwisselingsstudent naar Amerika. Naar de Universiteit van Californie. Hoe was dat? ‘Werkelijk een enorme ervaring. In Amerika ademt alles sport. Ik zat daar met een team van honderd atleten. En als we een wedstrijd hadden, gingen we daar met een vliegtuig naar toe. Ook de trainingsfaciliteiten waren van een heel hoog niveau. Football had een eigen ruimte in hun stadion, met meerdere fulltime krachttrainers. Die waren er niet alleen voor ons, maar ook voor de basketbal-, en honkbalteams. We hadden naast de vijf specifieke atletiektrainingen, driemaal per week krachtraining. Op een touchscreen stond je krachtrainingsprogramma steeds exact gepland. Je wist dus precies wat je qua oefeningen, gewichten, sets en reps moest doen. Dat was een onvergetelijke periode.’

Krachttraining sportspecifiek

‘Bij Rotterdam Atletiek volg ik bij de sprint/hordegroep een tot twee keer per week een krachttraining. Een warming-up met core-oefeningen (tenentikken, situps, ligsteunen, beweeglijkheid) en vervolgens telkens een binnenprogramma waarin we hoofdoefeningen zoals bankdrukken, squats, clean, snatch, afwisselen met bij-oefeningen zoals kastsprongen, hamstringcurls, pull-ups en stabiliteitsoefeningen. Soms sluiten we daarna buiten nog af met wat loopwerk om de beweging mentaal ook meteen aan ons atletiekonderdeel te koppelen. Wanneer ik niet naar de atletiekbaan kan (vanwege lockdown, sneeuw of onregelmatige werktijden) ga ik in de speeltuin, beneden achter ons studentenhuis, aan de slag. Het is prettig dat de ondergrond van rubberen tegels is. Dat betekent minder impact bij intensief touwtjespringen. Een daaropvolgend circuitje (hoge intensiteitstraining) bestaat vaak uit oefeningen zoals push-ups, lunges, pull-ups, triceps-dips en ab-rollers. En dan als toetje een setje core-oefeningen op de grond.’

Voeding

Hoe staat het met je voeding? ‘Ik ben pas relatief kort meer aan de slag gegaan met voeding. Door veel te sporten had ik het idee dat ik alles kon eten wat ik wilde. En in ons bovengemiddeld sportieve studentenhuis eten we altijd al best gezond. Sowieso pasta op de dag voor een wedstrijd. Rondom intensieve trainingen maak ik wel proteïneshakes voor opbouw en herstel. Ik ben een tijd terug nog op onderzoek gegaan naar een aantal supplementen om er zeker van te zijn dat ik de basis binnenkrijg. Voorlopig zijn dat een A-Z supplement, visolie en glucosamine/chondroïtine voor de belasting van de gewrichten bij de krachttraining en het touwtjespringen. O, ja in de maand januari heb ik een vrijwel geen alcohol gedronken. Daar tegenover staat dan weer dat een reep chocolade (gekocht bij het boodschappen doen met een beetje honger) soms al op kan zijn voordat ik thuis ben. Het moet wel een beetje leuk blijven!’

Casting en plannen

Je bent als ‘Viking’ verschillende keren gevraagd als figurant. Onder andere voor een film die geregisseerd werd door Roel Reiné, de man die ook de regie voor Michael de Ruyter heeft gedaan, met acteur Frank Lammers. ‘Ja, dat klopt, die film heet Redbad, en speelt in vroege de middeleeuwen. Het draait om de strijd van de Friese koning Redbad. Was een hele leuke ervaring. Jonathan Banks, de acteur die Mike Ehrmantraut speelt in Breaking Bad en Better Call Saul had een van de hoofdrollen. We kregen ook trainingen om met zwaard en schild en dergelijke om te gaan. Aan het eind van het project mocht ik het zwaard mee naar huis nemen. Dat vond ik heel gaaf. Als ervaring vond ik het boeiend, maar om dat ‘figureren’ professioneel aan te pakken, bij een castingbureau, daar heb ik het toch te druk voor met sporten, werk en gekke dingen knutselen.’

De trailer van de film Redbad vind je hier.

Dossiers: