EN  |  FR

Water is een afslankmiddel

Wil je afvallen? Drink voordat je gaat eten twee glazen water, en de gehate vetlagen verdwijnen merkbaar sneller. Ze verdwijnen 44 procent sneller, als je het precies wilt weten. Dat  ontdekten voedingswetenschappers van Virginia Tech in de VS.  Blijkt een oude ‘waarheid’  in fitness toch bevestigd te worden, en flink ook.

De Amerikaanse bevindingen komen niet helemaal uit de lucht vallen. Krachtsporters, trainers en goeroes drukken afslankers al tijden op het hart dat ze voldoende water moeten drinken. Extra vocht, liefst in de vorm van gewoon water, zou het lichaam helpen bij de verwijdering van afvalstoffen en misschien ook wel bij de afbraak van vetweefsel.

Raar maar waar

Hoe raar het ook klinkt, Duitse wetenschappers vonden tien jaar geleden al aanwijzingen voor de juistheid van het laatste deel van die stelling. Ze ontdekten dat bij proefpersonen die op een dag anderhalve liter water extra drinken het calorieverbruik met 48 kcal toeneemt. Dat is weinig, maar doe dat een jaar lang en de totale hoeveelheid verbruikte energie is groot genoeg om je in theorie te verlossen van 2.4 kg vet.

In theorie, benadrukken we. De experimenten van de Duitsers duurden een paar uur, niet een jaar.

Over de manier waarop een verhoogde waterconsumptie het lichaam een beetje meer energie laat verbruiken hadden de onderzoekers een paar theorieën. Eentje  was dat de zenuwbanen naar organen en spieren door een verhoogde vochtspiegel minder natrium bevatten, en daardoor extra sterke prikkels doorgeven aan de cellen. Die verhogen vervolgens hun stofwisseling. Als gevolg daarvan stijgt het energieverbruik. Een beetje.

Natje en droogje

Helemaal theoretisch was de water-afslankconnectie niet. Zo hier en daar vind je aanwijzingen in de wetenschappelijke literatuur dat mensen die meer water binnenkrijgen een klein beetje slanker zijn dan mensen die minder water consumeren. Een voorbeeld is het Japanse onderzoek dat een paar jaar geleden verscheen in het tijdschrift Nutrition. In dat onderzoek keken de Japanners naar de hoeveelheid water die we dagelijks consumeren via niet-vloeibare voedingsmiddelen als aardappels, fruit en kip. Via die route krijgen we de helft van het water binnen dat we nodig hebben. Het ene voedingsmiddel is ‘natter’ dan het andere. In biscuits zit bijvoorbeeld minder water dan in fruit. De Japanners ontdekten dat mensen die veel ‘natte’ voedingsmiddelen mensen eten een beetje slanker zijn dan mensen die veel ‘droge’ voedingsmiddelen eten.

Hard bewijs is dat natuurlijk niet. De studie van Virginia Tech is een stuk overtuigender. In dat onderzoek zetten de Amerikanen proefpersonen 12 weken lang op een laagcalorisch dieet. De helft van die proefpersonen dronk voor elke maaltijd twee grote glazen water, de andere helft niet. Toen de 12 weken voorbij waren hadden de afslankers in de watergroep twee kilo meer gewicht verloren dan de afslankers die geen water voor de maaltijd hadden gedronken. De waterdrinkers verloren 44 procent meer gewicht.

Spierbehoud

Mooie resultaten. Ze werden nòg mooier toen de onderzoekers bepaalden hoeveel van de verloren kilo’s bestonden uit vetmassa.  De proefpersonen in de niet-watergroep verloren 3.3 kg, de proefpersonen in de watergroep 5.4 kg - en dat is dus 64 procent meer. Een beetje extra water verhoogt dus niet alleen het aantal kilo’s dat je verliest, maar zorgt er ook nog eens voor dat je gewichtsverlies vooral bestaat uit vet.

Je weet hoe het is met zulke studies. Lang niet altijd staan ze over pakweg tien-vijftien jaar nog overeind. Eén zwaluw maakt nog geen zomer. Maar dan nog. Proberen kan altijd.

Voordat we het vergeten, ook van zoiets onschuldigs als water kun je teveel binnenkrijgen. Je kunt veilig twee glazen water bij je maaltijd drinken, maar een extreem hoge inname van water is niet gezond. Er bestaat zoiets als watervergiftiging. Jackass-achtige waterdrinkwedstrijden kun je dan ook beter achterwege laten. 

Dossiers: