Het verontrustende sterfteprofiel van IFBB-bodybuilders

Wedstrijdbodybuilding is geen gezonde sport. Er is geen bodybuilder die daaraan twijfelt. Toch schrijven elk jaar weer duizenden amateurs zich in voor een wedstrijd, vaak met ergens in hun achterhoofd de droom om ooit de profstatus te behalen. De uitkomsten van het onderzoek dat Marco Vecchiato een paar weken geleden publiceerde zal daarin waarschijnlijk geen verandering brengen. Hoe schokkend die ook zijn.
Marco Vecchiato is een Italiaanse cardioloog en sportwetenschapper verbonden aan de universiteit van Padova. Hij doet onderzoek naar het effect van lichamelijke inspanning op het hart. Hij ontwikkelde onder meer tests om hartafwijkingen bij atleten vroegtijdig op te sporen en bestudeerde de cardiovasculaire belasting bij backpackers tijdens meerdaagse trektochten.
Het onderzoek dat we nu bespreken heeft betrekking op een slordige twintigduizend mannelijke bodybuilders, die in de periode 2005-2020 mee hebben gedaan aan wedstrijden van de International Federatie voor Bodybuilders (IFBB). Vecchiato vond hun namen via de websites van de IFBB en de website van MuscleMemory. Daarna liet hij een programma voor al die atleten in het Engels, Frans, Duits, Italiaans en Spaans het internet afspeuren naar berichten over hun overlijden. Op die manier vond de cardioloog 121 namen van bodybuilders die waren gestorven.
De volgende stap was dat Vecchiato via websites van reguliere nieuwsmedia, fora voor sporters, blogs en berichten op sociale media achterhaalde waaraan de atleten precies waren overleden. Dat lukte in 89 procent van de gevallen.
Onderschatting
Vecchiato probeerde te achterhalen hoeveel wedstrijdbodybuilders nu precies overleden – zodat hij kon berekenen hoe gezond of ongezond wedstrijdbodybuilding nu precies is. Waarschijnlijk klopt die rekensom niet. Het internet besteedt lang niet aan alle bodybuilders die overlijden aandacht. Bovendien is de kans groot dat Vecchiato berichten heeft gemist over gestorven bodybuilders in landen waar geen Engels, Frans, Duits, Italiaans en Spaans wordt gesproken. Vecchiato’s onderzoek onderschat dus het aantal doden in de wedstrijdbodybuilding – en die onderschatting zou wel eens bijzonder groot kunnen zijn.
Maar goed, laten we maar even doen alsof Vecchiato alle sterfgevallen onder wedstrijdbodybuilders boven water heeft gekregen. Vergelijken we dan de kans dat een wedstrijdbodybuilder overlijdt met de kans dat een gemiddelde Nederlandse man van dezelfde leeftijd overlijdt, dan is de sterftekans van wedstrijdbodybuilders iets hoger dan die van doorsnee-mannen in dezelfde leeftijd. Je zou misschien verwachten dat die bodybuilders door dat harde en vele trainen en hun zorgvuldig samengestelde voeding juist minder kans hebben om te overlijden dan doorsnee-mannen – maar dat is dus niet zo. Nog ernstiger is de situatie van de professionele bodybuilders. Hun kans op overlijden is 4 tot 5 keer hoger dan die van doorsnee-mannen.
Plotse hartdood
Toen Vecchiato uitzocht waaraan wedstrijdbodbuilders nu precies overleden, werd het verhaal nog opmerkelijker. Zestig procent van de overlijdens was ‘plotseling’. Dat betekent dat de sporters niet overleden na een ziekbed, zoals bij aandoeningen als kanker of een virale infectie, maar van het ene moment op het andere. Een deel van die plotse overlijdens was het gevolg van verkeersongelukken of een misdrijf, maar het overgrote deel viel in de categorie ‘sudden cardiac death’ of plotse hartdood. In bijna veertig procent van de sterfgevallen die Vecchiato ontdekte hield het hart van ogenschijnlijk gezonde mannen er dus van het ene moment op het andere mee op.
Vaste lezers van deze website zullen daar waarschijnlijk niet raar van opkijken, maar voor een statisticus is zo’n hoog aantal gevallen van betrekkelijk jonge mannen dat overlijdt aan een plotse hartdood alarmerend – zeker als je de gegevens verder uitsplitst. De profbodybuilders hadden maar liefst 16 keer meer kans op een plotse hartdood dan de amateurs. Bij de deelnemers aan de Mister Olympia, ‘de’ bodybuildingcompetitie waar de besten van de besten het tegen elkaar opnemen, was die kans zelfs nog hoger.
Farmacologische middelen
In een commentaar op het onderzoek van Vecchiato maakte de Amerikaanse sportwetenschapper en hoogleraar James Smoliga, verbonden aan de Tufts University School of Medicine, er geen doekjes om. Voor hem lag het er duimendik bovenop waarom wedstrijdbodybuilding zo’n riskante sport was. “De overdreven spiermassa in wedstrijdbodybuilding is alleen mogelijk door het gebruik van dopingmiddelen als anabole steroïden en groeihormoon”, schreef hij. “De slankheid op wedstrijdniveau is alleen mogelijk door extreem vasten en uitdroging middels het gebruik van diuretica.”
Dit middelengebruik is extremer in de professionele bodybuilding dan bij de amateurs. Dat verklaart waarom de kans op overlijden zoveel groter is bij profbodybuilders dan bij de wedstrijdbodybuilders op amateurniveau.
Het uitbannen van doping door een verbod en strenge controles zou wedstrijdbodybuilding minder riskant maken, maar bodybuildingorganisaties willen die stap niet zetten. Ze vinden de prijs die ze daarvoor zouden moeten betalen te hoog, vermoedt Smoliga. De wedstrijdsport zou kunnen kiezen voor de gezondheid van de sporters, maar dat zou betekenen dat er “minder indrukwekkende bodybuilders” op het podium staan. Nu kiest de sport voor spektakel, waardoor “een verhoogd risico op hart- en vaatziekten nu eenmaal bij bodybuilding op topniveau hoort”.
Helpt medische begeleiding?
Steeds meer bodybuilders proberen de risico’s van hun middelengebruik te beperken door zich medisch te laten begeleiden. Ze laten hun bloed onderzoeken door gespecialiseerde bedrijven of ondergaan regelmatige checkups door artsen. “Dat is waarschijnlijk een stap in de goede richting”, schrijft Smoliga. Maar hij voegt daar meteen aan toe dat ook farmacologische bodybuilders die zich medisch laten begeleiden nog steeds risico’s lopen.
Dat komt voor een deel omdat nogal wat bodybuilders om te beginnen behoorlijk eigenwijs zijn. Smoliga wijst op de Amerikaanse bodybuildingcoryfee John Meadows, die na veel moeite een bedrijf vond dat zijn bloed kon analyseren – en in een YouTube-video uit maart 2021 vervolgens vertelde dat hij op eigen houtje had besloten een aantal tests maar niet uit te voeren. Dat waren tests die Meadows hadden kunnen vertellen dat er zich bloedstolsels in zijn bloedvaten ontstonden. Vijf maanden later overleed Meadows als gevolg van een bloedstolsel, dat cruciale bloedvaten in zijn longen afsloot.
Een soortgelijk probleem is dat in het verleden lang niet alle maatregelen die sport veiliger moesten maken hebben gewerkt. Sommige van die maatregelen werkten zelfs averechts, omdat ze sporters een vals idee van veiligheid gaven en de bereidheid om risico’s te nemen juist vergrootten. In een sport waarbij risico’s nemen door middelengebruik normaal is, is die kans natuurlijk zeer aanwezig.
Misschien worden de problemen die Marco Vecchiato en James Smoliga in dit webbericht bespreken nooit opgelost. Gelukkig hebben ze betrekking op maar een betrekkelijk klein deel van de fitnesscultuur, vertelde Vecchiato in een persbericht. “Onze bevindingen zijn geen aanklacht tegen krachttraining of de fitnesscultuur in het algemeen”, zei de cardioloog. “Integendeel. Regelmatige bewegen en regelmatig trainen met gewichten kunnen grote positieve effecten hebben op de gezondheid, de kwaliteit van leven en de kans om te overlijden.” En als iemand als Vecchiato dat zegt, dan is dat natuurlijk zo.