EN  |  FR

Dat gaat je zuur opbreken

Tijdens de Olympische Spelen zal menig atleet verzuchten dat ‘ie helemaal verzuurde’ en de spieren echt niets meer konden. ‘Pap in de benen’ brullen dan ‘popies’ als Mart Smeets. Verzuring is slechts een deel van de verklaring voor spiervermoeidheid. Bovendien, zo blijkt uit een onderzoek dat in augustus van dit jaar gepubliceerd werd, is het maar goed ook dat je het zuur krijgt.

Energie

Je spieren doen niets zonder energie. Energie krijgen ze doordat je lichaam voedingsstoffen omzet in onder meer glucose. De hoeveelheid glucose die je niet onmiddellijk gebruikt, wordt door het bloed naar de spieren en de lever getransporteerd. Daar wordt het opgeslagen als glycogeen. De glycogeenvoorraad in de lever wordt gebruikt worden om de bloedglucosespiegel op peil te houden. De voorraad in de spier ligt klaar voor spierarbeid. Tijdens lichamelijke belasting wordt in de energiebehoefte van de spier voorzien door drie verschillende energiesystemen: het fosfaatsysteem, het zuurstofsysteem en het melkzuursysteem. Welk systeem hoofdzakelijk wordt gebruikt is afhankelijk van de intensiteit en duur van de verrichte inspanning [Energiepaden: de menselijke batterij bekeken]. Bij pittige kracht- of cardiotraining wordt een flink beroep gedaan op het melkzuursysteem.

Melkzuur

Het melkzuursysteem is een anaëroob systeem. Er is geen zuurstof bij nodig. Glycogeen wordt afgebroken tot glucose en vervolgens via stapjes omgezet in melkzuur. De hoeveelheid melkzuur hangt met name af van hoe intensief maar ook hoe lang je sport. De melkzuurconcentratie in het bloed wordt gemeten in millimol per liter bloed, afgekort mmol/l. Ook als je helemaal niets doet, produceert je lichaam wat melkzuur. De concentratie in rust is ongeveer 1 mmol/l. Zet je jezelf flink in beweging, dan maken je spieren meer melkzuur aan. Diezelfde spieren zijn ook verantwoordelijk voor het weer afvoeren van het melkzuur. Zet je er een tandje bij, dan neemt ook de melkzuurproductie toe. Dat is voor de spieren een beetje teveel van het goede. Het melkzuur komt dan in de bloedbaan terecht en wordt onder meer in de lever afgebroken en daar vervolgens omgezet in glucose. Die glucose komt weer in het bloed terecht en kan weer door de spieren gebruikt worden. Ook de hartspier en inactieve spieren kunnen melkzuur opnemen en verbruiken. Kortom, de melkzuurconcentratie in het bloed is de som van aanmaak en afvoer.

Zuur, maar waar

Gooi je je versnelling nog een tandje hoger, dan neemt de hoeveelheid melkzuur verder toe. Er ontstaat als het ware een file in je spieren. Door deze melkzuurophoping gaan de spiercellen verzuren en kunnen de spiervezels minder goed samentrekken. Je zult dan de intensiteit moeten verminderen tot aanmaak en afvoer weer in evenwicht zijn. Dit wordt ook wel het omslagpunt genoemd, de anaërobe drempel. Dat is dus punt waarbij er met de hoogst mogelijke inspanning nog kan worden gesport, terwijl er een evenwicht is tussen de aanmaak en afvoer van melkzuur. Arbitrair is dat omslagpunt wel eens op 4 mmol/l gezet, maar deskundigen zijn er nog steeds over uit of dat wel terecht is. Hoe getrainder je bent, hoe langer je hoge melkzuurwaarden kunt verdragen. Men spreekt vaak van verzuring als er een concentratie van 4 mmol/l bereikt is. Uit metingen bij extreem-sporters als tri-atleten bleek dat deze met waarden van 12 mmol/l nog makkelijk een uur konden doorgaan, maar de gemiddelde sporter krijgt bij 4 mmol/l dat ongevraagde bordje pap.

Krijg het zuur

Het is natuurlijk niet prettig als je midden in een wedstrijd door teveel melkzuur niet meer verder kunt. Toch is het goed dat er melkzuur wordt aangemaakt, zo blijkt uit een recent onderzoek, gepubliceerd in Science van 20 augustus 2004. Wetenschappers van La Trobe University in Melbourne en de Universiteit van Århus in Denemarken ontdekten dat verzuring juist beschermt tegen vermoeide spieren. Voor het onderzoek hebben de wetenschappers spierweefsel zodanig weten bloot te leggen, dat ze het effect van verzuring kunnen onderzoeken. Uit de studie blijkt dat het door inspanning vrijgekomen kalium, het samentrekken van de spiervezels bemoeilijkt, maar dat de verzuring dit effect tegengaat. De verzuring heft namelijk het effect van chloride-ionen (in water opgeloste zouten) op die, net als kalium, het samentrekken bemoeilijken. Uit eerder onderzoek is ook gebleken dat melkzuur zorgt voor een verhoogde druk in de spiercellen. Omdat melkzuur osmotisch actief is (het trekt water aan) zorgt het voor de welbekende spierpomp [Pompen of verzuipen: het belang van de pomp voor spiergroei]. Dit zou wel eens een belangrijke factor voor de opbouw van spiereiwitten kunnen zijn. En een ander voordeel van melkzuur is dat het zorgt dat meer bloedvaatjes rond de spieren open gaan staan, er treedt daarbij een verbetering van zuurstoftoevoer naar de spieren op. Dit alles maakt verzuren iets minder zuur, maar een zoetheid zal het nooit worden.