EN  |  FR

Fit en vet kan dat?

Deze keer hebben we goed nieuws voor de fitnesser die het maar niet lukt om de laatste paar kilo’s weg te werken. De BMI blijkt minder heilig dan gedacht, want iemand met een beetje overgewicht is niet per definitie ongezond, als hij/zij maar fit is. Misschien moeten we fitness minder langs de cosmetische lat leggen en ons meer op gezondheid richten. Menig fitnesser zal een zucht van verlichting slaken...

Gewicht zeg niet alles
Professor Steven Blair roept het al jaren: gebrek aan beweging is misschien nog wel een groter gevaar voor de gezondheid dan een beetje overgewicht hebben. Niet dat hij overgewicht wil bagatelliseren, en obesitas al helemaal niet, maar mensen maken zich drukker om wat een paar kilo extra voor hun uiterlijk zal doen, dan wat een hele dag voor het scherm en een avond voor de buis betekent voor je gezondheid. Kortom: let wat minder op de pondjes, en wat meer op de rondjes. Want: sitting is killing.

Daarbij komt dat mensen die redelijk tevreden zijn over hun gewicht, minder ongezond gedrag vertonen als jojo-diëten, snacken, en weinig bewegen, aldus een recent onderzoek waar Blair bij was betrokken. We moeten de cosmetische lat misschien wat minder hoog leggen. Blair, een fervent hardloper en voormalig directeur van het beroemde Cooper Institute, beschrijft zichzelf als een korte, gezette, kale man die dagelijks rent om fit te blijven. Veel knapper is hij er naar eigen zeggen niet van geworden, wel een stuk fitter en gezonder. Dat betekent in feite dat iemand met een keurige BMI die weinig beweegt mogelijk minder gezond is dan zijn dikkere broer die actiever is.

Appels en peren vergelijken

De Body Mass Index (BMI) is een index voor het gewicht in verhouding tot je lichaamslengte. Op basis daarvan geeft de BMI een schatting van het gezondheidsrisico van je lichaamsgewicht. Maar een bodybuilder van 1.70 m die 90 kg weegt met een vetpercentage van 10%, heeft volgens de BMI-standaard overgewicht en zou dus moeten afslanken. Reden waarom fitnessers en bodybuilders eerder naar het lichaamsvetpercentage kijken dan naar het gewicht op zich. Boven de 10% voor mannen en boven de 15% voor vrouwen, vinden ze al gauw ‘te vet’. De standaard gezonde lichaamsvetpercentages vind je hier. 

Verder zegt de BMI ook niks over waar het vet op je lichaam is verdeeld. We weten echter dat vet op de buik (appelvorm) ongezonder is dan vet op de heupen, billen en benen (peervorm). Heel grof gesteld komt de appelvorm overeen met de klassieke mannelijke vetverdeling rond het middel en de peervorm meer met de vrouwelijke vetverdeling. Doorgaans bevinden de meeste mannen en vrouwen zich ergens tussen de klassieke appel en peer. Omdat de BMI niets zegt over de vetverdeling, wordt tegenwoordig de middelomtrek gebruikt als maat voor ongezonde vetophoping. Voor mannen geldt onder de 94 cm en voor vrouwen onder de 80 cm middelomtrek blijven als gezond.

In beweging blijven én op je voeding letten

Fitte mensen met overgewicht hebben zelfs een lagere sterftekans dan mensen met een gezond gewicht die te weinig bewegen. Dit was ook de conclusie van het onderzoek dat vorig jaar vlak voor de Olympische Spelen in Londen werd gepubliceerd in het gezaghebbende medische tijdschrift The Lancet. Dat betekent uiteraard niet dat de fitte dikkerd niet moet opletten wat hij/zij in het boodschappenmandje stopt. Kiezen voor gezonde voeding en de calorieën een beetje in de gaten houden is nog steeds ‘sound advise’. Evenals niet roken, niet teveel stressen en alcohol met mate gebruiken (1-2 alcoholische consumpties per dag maximaal). Maar sommige personal trainers zien lichaamsvet toch nog als iets dat op de brandstapel behoort. Deze ‘fitnessfundamentalisten’ kun je beter mijden. Ze denken niet in termen van gezondheid, ze denken in termen van schuld en boete.

Een aardig interview met de 'running professor' vind je hier.  

Dossiers: