EN  |  FR

Zeven fitnessgadgets op een rijtje

De markt voor fitnessgadgets groeit. Webwinkels verkopen rollers, straps, wraps en allerhande machientjes die het krachttrainen uitdagender en leuker moeten maken. Maar werken die dingen ook echt? Van zeven gadgets zochten we het uit.

Vijftien jaar geleden kocht je fitnessgadgets met je credit-card omdat je je door een TV-commercial in de luren had laten leggen. Vaak waren het wondermachientjes waarmee je met enkele minuten trainen per week een geweldig lichaam zou krijgen. Nou, niet dus. Er is geen alternatief voor noeste trainingsarbeid en een degelijk dieet. De enige gadget waar je echt iets aan had, was een stevige riem.

Maar ondertussen zijn ook serieuze ondernemers fitnessgadgets gaan produceren. In een beetje gym vind je BOSU’s, Swiss-balls en elastische banden. Ze hebben hun waarde bewezen, en je kunt ze niet meer afdoen als onzin. Maar het is geen gereedschap waarmee je wonderen kan verrichten.

1. Knee-wraps

Powerlifters en bodybuilders die graag squatten beschouwen de knie als het zwakke punt van de menselijke anatomie, en de fitnessindustrie speelt daar met knee-wraps graag op in. Tape je knieën in, en ze zijn beter beschermd, zo redeneren veel trainers. Hoe je kneewraps gebruikt, zie je hier.

Toch zijn sportartsen kritisch over de beschermende werking van knee-wraps voor niet-wedstrijdatleten, sinds Britse onderzoekers in 2012 aantoonden dat het dragen van wraps ervoor zorgt dat sporters hun knieën juist extra zwaar belasten, en de slijtage van hun kniegewricht versnellen. En nee, dat komt niet doordat sporters door wraps meer kilo’s gaan squatten, maar vooral doordat wraps de uitvoering van squats verslechteren.

2. Nog een keer knee-wraps

Bewegingswetenschappers van Emporia State University in de Verenigde Staten ontdekten een nieuwe toepassing van knee-wraps waarvan we in de toekomst misschien nog meer gaan horen. De onderzoekers gebruikten elastische wraps, die eigenlijk waren bedoeld om het kniegewricht van krachtsporters te beschermen, om bloedvaten aan de bovenkant van de beenspieren dicht te drukken. Krachtsporters die na een gewone benentraining op die manier 4 setjes squatten met een gewicht waarmee ze 30 reps konden maken, bouwden meer kracht op.

Die bizarre trainingsmethode heet ‘blood flow restriction training’ of ‘occlusion training’, en is afkomstig uit Japan. Daar heet hij Kaatsu. We vinden Kaatsu interessant, maar we zijn er niet enthousiast over. Volgens eerder gepubliceerde studies werkt de methode niet bij gezonde sporters, en we vragen ons ook af of Kaatsu-training wel veilig is.

3. BOSU

De BOSU is een soort halve bal die je kunt gebruiken als ondergrond bij het uitvoeren van oefeningen. Eigenlijk was de BOSY bedoeld voor teamsporters die hun coördinatievermogen willen verbeteren, maar het apparaat is ook in de krachtsport terechtgekomen. Je kunt hem bijvoorbeeld gebruiken om je push-ups uit te voeren. Al wiebelend op een BOSU gebruik je je spieren intensiever, en ga je dus sneller vooruit dan als je ouderwetse pushups uitvoert, beweren sommige trainers.

Spaanse onderzoekers hebben wel eens uitgetest of push-ups die je uitvoert op een BOSU inderdaad resulteren in meer kracht, maar vonden geen significante effecten.

Onderzoekers hebben sporters ook wel eens laten squatten terwijl ze moesten balanceren op een BOSU. Ook in dat geval voegde de BOSU niets toe.

4. Swiss-ball

Positiever zijn de studies naar de effecten van de Swiss-ball. Hier zie je een paar buikspieroefeningen die je met een Swiss-ball kunt doen, en een aantal daarvan zijn door Britse wetenschappers wel eens bestudeerd. Daardoor weten we dat praktisch elke klassieke buikspieroefening effectiever wordt als je hem uitvoert met een Swiss-ball. En mocht het je interesseren: de aller- aller- aller-effectiefste buikspieroefening die de Britten konden ontdekken was de jack-knife. Uitgevoerd op de Swiss-ball. Uiteraard.

Soms vind je fitnessmagazines workouts waarin je ook oefeningen als bankdrukken of flies uitvoert op een Swiss-ball. Volgens studies is daar niks mis mee, maar stimuleren ze de spieren van je bovenlichaam net zo goed als oefeningen die je uitvoert op een gewone bank.

5. Weighted vest

Weighted-vests of gewichtvesten, zijn perfect als je graag je lichaam als gewicht gebruikt, maar ontdekt dat pushup, jumps en pull-ups minder uitdagend worden. Een weighted-vest lost dat probleem op. Je kunt natuurlijk ook een rugzak met gewichten gebruiken, maar een weighted-vest is natuurlijk vele malen comfortabeler.

Sommige sporters zijn zelfs zo gecharmeerd van die gewichtvesten dat ze er ook eentje dragen als ze niet trainen. Zo verbruiken ze tijdens dagelijkse werkzaamheden meer calorieën, en trainen ze hun spieren. Wel, volgens Australische bewegingswetenschappers is dat overdreven. Volgens hen zijn die verzwaarde vesten prima tijdens je workouts, maar levert het dragen ervan buiten je training om niets op.

6. Elastische band

Met elastische banden kun je praktisch elke spiergroep trainen, en als je meerdere banden tegelijkertijd gebruikt, dan kun je de trainingsbelasting hoger opvoeren dan je misschien denkt.  Als je behoort tot het nobele ras van de ouderwetse ijzervreters moet je waarschijnlijk niets van elastische banden hebben, maar voor beginners of fragiele ouderen zijn die banden een uitkomst. En er zijn zelfs een paar oefeningen die je misschien beter kunt uitvoeren met banden dan met machines.

Eentje daarvan is de abduction. Deense bewegingswetenschappers publiceerden in 2013 een studie waarin abductions met een band de spieren beter prikkelden dan abductions met een machine.

7. Ab Wheel

Voor een paar tientjes koop je in sportzaken of webwinkels een Ab Wheel. Hoe je die gebruikt voor een roll-out zie je hier. Als je er alleen al naar kijkt krijg je scheuten van spierpijn in je six-pack. En verhip: volgens een al wat oudere studie is de roll-out een veel betere oefening voor je rectus abdominis dan de sit-up of de crunch.

Je hoeft trouwens geen Ab Wheel te kopen als je een onverwoestbaar sterke six-pack wilt ontwikkelen. Je kunt de roll-out ook prima uitvoeren met een barbell. Hier legt trainer Tom Dyer uit hoe.

Dossiers: