EN  |  FR

‘Food for thought II’

Van meer bewegen val je per saldo niet af. Meer spiermassa zou niet zorgen voor meer energieverbruik. Het fitnesscentrum draagt niet substantieel bij tot een slanker en strakker lichaam. Dat waren een paar dieptebommetjes die in het eerdere webbericht ‘Food for thought’ aan de orde kwamen. Ze zorgden voor enige verwarring. Daarom de bommetjes nogmaals in perspectief.

Wetenschap en de praktijk

Laten we gelijk stellen, dat er tussen wetenschap en praktijk soms een behoorlijke kloof kan gapen. De fitnessondernemer/fitnessinstructor die merkt dat de dames en heren zichtbaar afslanken op zijn voeding- en trainingsschema en de wetenschapper die de taak heeft precies uit te vogelen hoe dat in zijn werk is gegaan doen heel verschillende dingen, die soms compleet tegenovergestelde uitkomsten tot gevolg hebben.

De fitnessinstructor zal adviseren meer te bewegen, de spiermassa te vergroten en toch vooral het fitnesscentrum te bezoeken, liefst 2-3 keer per week. Prima adviezen, maar de wetenschapper wil er nogal eens, terecht, op wijzen dat ze in hun eenvoud bedrieglijk kunnen zijn. Theoretisch zijn de stellingen dat meer bewegen helpt af te vallen en dat meer spiermassa een hoger energieverbruik geeft, waar, mits…en mits is een heel belangrijk woord in het vocabulaire van de wetenschapper.

Compensatie of waarom je tegen de natuur in moet gaan

Organismen, dus ook het menselijk lichaam, springen over het algemeen zuinig met hun energie om. Dat helpt om te overleven. Een leeuw die zich net heeft volgevreten, zal zich vervolgens zo weinig mogelijk inspannen om zo lang mogelijk met zijn hap te kunnen doen. In de vrije natuur is het altijd weer een hele klus om aan voldoende voeding te komen, in schrille tegenstelling tot de situatie in welvarende landen. Daar is de stap naar een overvolle koelkast een hele kleine. Vanuit het oogpunt van voedingsenergie leven we dus in een hele tegennatuurlijke omgeving, waarin we eigenlijk het tegenovergestelde moeten doen: energie-inname beperken en energieverbruik verhogen.

Het lichaam heeft een aantal natuurlijke compensatiemechanismen die ons in ons streven naar een slanker en strakker lichaam in de wielen rijden. Het zijn precies die mechanismen waar naar de wetenschapper verwijst als hij het woordje ‘mits’ gebruikt. We zetten een aantal van die compensatiemechanismen op een rijtje:

* Kortdurende, hoogintensieve inspanning leidt niet tot een hoger energieverbruik, omdat je die inspanning gaat compenseren als gevolg van vermoeidheid of doordat je het idee hebt dat je best wel wat gedaan hebt en nu mag uitrusten. Daarmee doe je het extra energieverbruik weer te niet. Oplossing: naast de 2-3 keer fitnessen moet je kiezen voor meer beweeguitstapjes, dat wil zeggen kleine dagelijkse inspanningen als de trap pakken in plaats van de lift, wandelen of fietsen naar de buurtsuper in plaats van de auto te pakken, minder televisie kijken, etc. Met andere woorden: zorg dat je de training niet gaat compenseren door over de dag minder bewegingsmomenten te sprokkelen. Alle kleine beetjes helpen hier wel degelijk. Probeer ze bij te houden in je trainingslogboek (of gebruik een stappenteller).

* Wie minder gaat eten en meer beweegt, heeft geleidelijk aan steeds minder puf om te bewegen. Oplossing: geen hongerdiëten volgen, want die kosten spiermassa én brengen de lust tot bewegen drastisch omlaag. Kleine energiebeperkingen (10% van de totale dagelijkse energiebehoefte), voldoende koolhydraten en eiwitten en een beperking van de vetten (met name de slechte verzadigde vetten) en meerdere eetmomenten over de dag helpen compensatiegedrag te voorkomen.

* Verhoogde efficiëntie van energieverbruik. Wie voor het eerst op een loopband staat, heeft het doorgaans zwaar. Geleidelijk aan wordt de conditie opgeschroefd en verloopt het energieverbruik efficiënter. Dat wil zeggen, dat je met dezelfde inspanning minder energie verbruikt. Oplossing: varieer je cardio-activiteiten en belast progressief. Met andere woorden: de inspanning op de loopband opvoeren (tempo, hellingshoek, duur, etc.) en de loopband geregeld inruilen voor andere cardio-apparaten (hometrainer, Nordic Trainer, en dergelijke).

* Wie kilo’s afslankt heeft minder kilo’s mee te slepen. De gemiddelde mens heeft ongeveer 35 calorieën nodig per kg lichaamsgewicht. Slank je 5 kilo af, dan heb je dagelijks 175 calorieën minder nodig. Houd je daar geen rekening mee, dan is dat per maand anderhalve pond spek extra. Oplossing: hier komt het belang van krachttraining om de hoek kijken, want extra spiermassa verhoogt de stofwisseling met 50-75 calorieën per kg spiermassa.

Tot slot

Om de compensatiemechanismen te beperken, komt het er op neer, dat we in een energierijke en bewegingarme omgeving moeten leren ‘tegennatuurlijk’ te leven. Dat is niet makkelijk, maar zeker niet onmogelijk. Een verhoogd bewustzijn van de ‘mitsen en maren’ van fitness kunnen daarbij helpen.