EN  |  FR

Een kijkje in de kokoskeuken

Horden fitnessfanaten en bodybuilders bakken en braden in verzadigd kokosvet. Da’s gezond, denken ze. Bovendien stimuleert kokosvet de afgifte van testosteron, en helpt het ook nog eens bij het laag houden van je lichaamsvetpercentage. Denken de kokosliefhebbers. Onder tropische temperaturen namen wij een kijkje in de kokoskeuken en proefden het wetenschappelijke gehalte van het gebruik van deze populaire noot.

De kokosnoot is de pit van de vrucht van de kokospalm. In de tropen staat de palm bekend als de ‘levensboom’, omdat hij voorziet in talrijke levensbehoeften zoals eten, drinken, olie, brandstof, schaduw, hout, touw, onderdak, kleding en bekers. En dat ‘al sinds de tijd van de dinosaurus!’, laat een tuincentrum weten. Nu snappen wij dat eten en drinken wel, maar in het tijdperk van de dinosaurus waren ze niet met hout, touw, onderdak en kleding bezig. De kokospalm kan wel 35 meter hoog worden maar als kamerplant reikt Cocos nucifera niet verder dan twee meter. De plant houdt van zon en niet van tocht. Regelmatig besproeien.  

Kokosgoeroe

De grote goeroe van de kokoskeuken is de in 2014 overleden voedingswetenschapper Mary Enig. Enig schreef vooral over vetten, en was warm voorstander van een dieet met relatief veel verzadigde vetten zoals je die tegenkomt in boter en kokosvet. Daarmee ging Enig dwars in tegen de heersende opvattingen binnen de voedingswetenschap. Die luiden nog steeds dat we juist verzadigde vetten uit onze voeding moeten vervangen door plantaardige meervoudig-onverzadigde vetzuren (of omega-6-vetzuren, zoals voedingswetenschappers liever zeggen).

Omega-6-vetzuren

Omega-6-vetzuren zitten bijvoorbeeld in maïsolie, zonnebloemolie en sojaolie. De voedingsindustrie is ze de laatste tientallen jaren in steeds meer levensmiddelen gaan verwerkten, nadat grote studies hadden aangetoond dat omega-6-vetzuren de cholesterolspiegel verbeterden en de kans op hartaanvallen en beroertes verminderden. De laatste jaren discussiëren serieuze wetenschappers uitvoerig over de vraag of we niet te veel omega-6-vetzuren consumeren. Omdat het lichaam die vetzuren kan omzetten in ontstekingsfactoren zou daardoor de kans op overgewichtbotontkalkingautisme en nog veel meer aandoeningen toenemen.

Bijval voor Mary Enig dus. Wij nemen in deze discussie geen standpunt in, en wachten geduldig af tot de voedingswetenschappers wat meer overeenstemming hebben bereikt. Maar we nemen wel een standpunt in over kokosvet. Want ook als straks zal blijken dat de nadelen van omega-6-vetzuren opwegen tegen de voordelen, dan nog is kokosvet geen goed alternatief. Ook niet voor bodybuilders en fitnessfanaten.

Een afslankvet van niks

Veel sporters gebruiken kokosvet omdat ze zich hebben laten vertellen dat kokosvet het energieverbruik vergroot, en daardoor het lichaamsvetpercentage verlaagt. Dat  zou komen omdat de vetzuren in kokosvet tamelijk kort zijn. Medium-chain triglycerides (MCT’s), noemen chemici het vet in kokosvet.

Het lichaam gaat anders om met MCT’s dan met vetten die bestaan uit langere vetzuren. Als het even kan verbrandt de lever MCT’s. Daardoor neemt na een maaltijd met veel MCT’s de lichaamstemperatuur een beetje meer toe dan na een maaltijd met veel vet dat uit andere vetten bestaat. Tot zover klopt het verhaal van de kokosvetverkopers.

Maar dat effect is in de praktijk te klein om het lichaamsvetpercentage te verlagen. In studies waarin proefpersonen het gros van de vetten vervangen door MCT’s zien onderzoekers geen effect op het gewichtsverlies. Je moet tientallen procenten van je totale inname van calorieën uit MCT’s gaan halen om een minuscuul effect te zien.

Cholesterol en hartaanvallen

De vetzuren in kokosvet zijn niet alleen kort, maar ook verzadigd. Verzadigde vetten hebben een minder gunstig effect op de cholesterolhuishouding – en dus ook op de kans op hartaanvallen en beroertes – dan onverzadigde vetzuren. Dat geldt jammer genoeg ook voor MCT’s. In proeven waarin mensen een paar dagen een dieet met veel MCT’s consumeren zien onderzoekers geen duidelijke effecten op de totale hoeveelheid cholesterol, maar wel op de totale hoeveelheid triglyceriden, vetten in je bloed. Die neemt toe, en dat is negatief. Hoe meer triglyceriden er in het bloed circuleren, hoe groter is je kans op een hart- of vaatziekte. 

Olijfolie als alternatief

In 2003 publiceerden Nederlandse voedingswetenschappers een overzichtsstudie waarin ze de effecten van een aantal vetbronnen op de cholesterolspiegel met elkaar vergeleken. Kokosvet deed volgens die studie weinig, maar olijfolie had wel een duidelijk positief effect. En dat is interessant voor al die mensen die kokosvet gebruiken omdat ze bang zijn voor een te hoge inname van omega-6-vetzuren interessant.

Olijfolie bestaat voornamelijk uit enkelvoudig-onverzadigde vetzuren. Enkelvoudig-onverzadigde vetzuren zijn bijna net zo goed voor de cholesterolhuishouding als omega-6-vetzuren, maar ze kunnen niet worden omgezet in ontstekingsfactoren. Als je gelooft in de theorie dat een overmaat aan omega-6-vetzuren op de langere termijn ongezond is, dan is olijfolie een betere keuze dan kokosvet. Je beperkt je inname van omega-6-vetzuren, maar je beschermt wel je hart en bloedvaten. 

Testosteronspiegel

Een ander argument voor het gebruik van kokosolie (dat om begrijpelijke redenen indruk heeft gemaakt onder mannen en vrouwen die met gewichten trainen) is dat kokosvet de testosteronspiegel zou verhogen. Die claim is gebaseerd op een paar dierstudies waarin ratten inderdaad meer testosteron produceren als de vetten in hun voeding uit kokosvet komen dan wanneer die vetten  uit andere plantaardige vetbronnen komen. In diezelfde dierstudies blijkt echter ook dat olijfolie net zo’n gunstig effect heeft op de testosteronspiegel als kokosvet.

Gevaarlijk bij het bakken

Een laatste argument waarmee de verkopers van kokosvet je willen verleiden is hun claim dat onverzadigde vetten – en dus ook olijfolie – bij het bakken en braden zouden veranderen in gevaarlijke stoffen zoals transvetzuren. Bij verzadigde vetten zou dat niet gebeuren. Ook die claim klopt niet. Of je nou bakt met dure virgine olijfolie of met goedkope geraffineerde olijfolie, je zult daardoor geen grammetje transvetzuren extra binnenkrijgen.

Zie voor Cocos nucifera ook de Supplementenwijzer App

Het lied dat nog steeds in menige kokoskeuken klinkt vind je hier.

Dossiers: