Alles over overgewicht

Lichaamsvet, ooit bondgenoot in tijden van schaarste, is tegenwoordig een probleem in een wereld van overvloed. Niet voor niets wordt overgewicht gezien als een van de grootste uitdagingen voor de volksgezondheid van de 21e eeuw. En de vooruitzichten voor het ‘tweede kwartaal’ zien er bepaald niet gunstig uit. Waar het vandaag gaat om 50% van de Nederlandse bevolking boven de 18 met overgewicht, zal dat percentage in 2050 oplopen tot 64%. De oorzaken van overgewicht en obesitas zijn zeer complex. Gelukkig verscheen bij Biowetenschappen en Maatschappij een heel compact boekje waarin 25 specialisten een helder licht laten schijnen over (ernstig) overgewicht.
‘Over gewicht. In en uit balans’, zoals het boek voluit heet, is een productie van de Stichting Biowetenschappen en Maatschappij, met als hoofdauteur dr. Mariëtte Boon, obesitas-arts en onderzoeker bij het centrum Gezond Gewicht, Erasmus MC, Rotterdam. Ze schreef eerder samen met Liesbeth van Rossum, internist-endocrinoloog en hoogleraar op het gebied van obesitas en stressonderzoek in Erasmus MC, ‘Vet belangrijk’, waarin feiten en fabels over voeding, vetverbranding en verborgen dikmakers toegankelijk op een rijtje werden gezet. Het boek werd een internationale bestseller. Maart 2024 was Van Rossum een van de sprekers op de Eigen Kracht dag in Zeist.
Voor het recente ‘Over gewicht. In en uit balans’ wist Mariëtte Boon meer dan 25 wetenschappers, experts en ervaringsdeskundigen samen te brengen, werkzaam o.a. aan diverse universiteiten en medische centra, en het RIVM, om de kennis over overgewicht en obesitas compact te bundelen. ‘Nog niet eerder was er een boek dat het onderwerp overgewicht vanuit zoveel perspectieven belicht’, aldus de aanbeveling op de website van de uitgever.
Over gewicht: het boek
In de inleiding wordt duidelijk gemaakt dat we in ‘andere tijden’ leven dan in de primitieve tijden van 2025 vóór Christus en dat we nu, 2025 ná Christus, leven in een ‘obesogene’ samenleving, waarin voedsel 24/7 binnen handbereik is en bovendien zo sterk bewerkt, dat je het nauwelijks nog gezond kan noemen. Het resultaat is dat de helft van de Nederlandse bevolking inmiddels te zwaar is en 16 procent worstelt met ernstig overgewicht. We weten inmiddels ook dat obesitas een chronische ziekte is, gekenmerkt met name door ontsteking van het buikvet. Dit gaat gepaard met hormonale veranderingen, zoals een verstoord verzadigingsgevoel. Naast psychologische en sociale factoren, en medicijnen die voor gewichtstoename kunnen zorgen, is er ook een erfelijke aanleg. Dat maakt obesitas zo’n complexe aandoening, die op meerdere manieren moet worden aangepakt en er een is van lange adem.
Het boek is verdeeld in vier hoofdstukken: de uitdaging van op gewicht blijven, de gevolgen van overgewicht, hoe is overgewicht te voorkomen, hoe kom je weer op een gezond gewicht, met in elk hoofdstuk weer onderverdelingen en nadere uitleg in kaders en intermezzo’s. In het eerste hoofdstuk is dat bijvoorbeeld een kader met ‘overgewicht in feiten en cijfers’, maar ook met twee landkaarten van Nederland waarin het percentage mensen met overgewicht per gemeente is aangegeven en de scores geven voor de sociaaleconomische status per gemeente. Wanneer de inwoners van een gemeente welvarender, hoger opgeleid of langduriger aan het werk zijn, is het met gewicht en gezondheid beter gesteld. Kinderen en jongeren van 2 tot 25 jaar die geboren zijn buiten Europa, hebben vaker overgewicht (23 procent) dan kinderen met een Nederlandse achtergrond (16 procent). Bij het ontstaan van overgewicht en obesitas spelen nog veel meer factoren een rol. Daar wordt uitgebreid bij stilgestaan, met uitstekende overzichten en treffende illustraties van vetcellen, verzadigingsmechanismen en hoe erfelijke eigenschappen en leefomgeving op elkaar inspelen. Een van de kaders in het thema ‘de uitdaging van op gewicht blijven’, gaat over of het aantal vetcellen een constante kwestie is of niet, en dan blijkt er een ‘peildatum’ te zijn waarop het aantal vetcellen in ons lichaam wordt vastgelegd (rond het 20ste levensjaar). Wie met overgewicht de adolescentie (15-20 jaar) ingaat, zal de rest van zijn of haar leven moeten dealen met meer vetcellen en dat maakt langdurig afvallen lastig.
Na de uitdaging van op gewicht blijven, komen in de andere drie hoofdstukken, met dezelfde opbouw van basistekst, kaders en intermezzo’s, zaken aan bod als lichamelijke gevolgen van overgewicht, energiebalans, eetlustregulatie, effect van een positieve energiebalans op lichaamsvet, overgewicht en ziekten als diabetes , kanker en psychische problematiek, wat je zelf en wat de overheid kan doen om overgewicht te voorkomen, en in het laatste hoofdstuk (hoe kom je weer terug op een gezond gewicht), waarom afvallen en op gewicht blijven zo lastig is, met onderwerpen als de rol die darmmicroben spelen bij een (on) gezond gewicht, ook leefstijlinterventie, medicatie om af te vallen, maagoperaties en maagverkleining komen aan bod.
In het slotwoord komt de bekende hoogleraar voeding en gezondheid, Jaap Seidell, aan het woord. De aanpak van overgewicht en obesitas vereist een gezamenlijke inspanning van individuen, gemeenschappen, beleidsmakers, gezondheidsprofessionals en de voedingsindustrie. Preventie moet op nummer 1 staan, want voorkomen is beter (en goedkoper) dan genezen. Dat begint met educatie waarin kinderen en jongeren leren wat gezonde voeding en voldoende beweging betekenen. Scholen spelen hierbij een sleutelrol. Maar hij vraagt ook extra aandacht voor kwetsbare groepen. Omdat onze omgeving een sterke invloed heeft op wat we eten, zijn zaken als een suikertaks en het betaalbaar maken van gezonde voedingsmiddelen, heel belangrijk. Maar ook het beperken van reclames voor ongezonde producten (vaak gericht op kinderen) is nodig. Om beweging te stimuleren is moet veel meer werk gemaakt worden van veilige fiets- en wandelpaden, stimuleren van fietsen en lopen naar werk of school, toegankelijk maken van sportfaciliteiten en groene ruimten. Een Deltaplan tegen overgewicht, kortom.
Over gewicht. In en uit balans is een uitgave van Biowetenschap + Maatschappij en kost 15 Euro.