EN  |  FR

Gezondheidslogo’s ook handig voor sporters

Trainen alleen is niet genoeg om slanker, strakker en sterker te worden. Een gezonde voeding is ook essentieel. Een open deur, vind je? Waarom eet je dan niet gezond? Uit de recente resultaten van de Nationale LeefstijlBarometer, een onderzoek van het Diabetes Fonds, de Hartstichting en de Nierstichting, blijkt dat slechts zeven procent van de respondenten een gezond voedingspatroon heeft! Ruim vijftien miljoen Nederlanders hebben dat niet. Het kan bijna niet anders dan dat een groot deel van de (ca. 2 miljoen!) fitnessbeoefenaren de weg naar gezonde levensmiddelen ook niet altijd weet te vinden.

Dat is zonde. Want je trainingsdoelen kun je gemakkelijker bereiken als je gezond eet. Voldoende koolhydraten om je energievoorraad op peil te houden, voldoende (magere) eiwitten voor spieropbouw en een optimaal metabolisme, weinig (verzadigde) vetten voor een strak lijf: het zijn de eerste beginselen van een verantwoorde sportvoeding. Maar niet alleen dat: ook een normale gezonde basisvoeding berust op deze principes. Daarom zijn de gezondheidslogo’s die je sinds 2005/6 tegenkomt op allerlei producten, (juist) ook nuttig voor sporters.
Eenvoudig boodschappen doen
In Nederland kennen we inmiddels het Ik Kies Bewust logo (IKB) en het Gezonde Keuze Klavertje (GKK). IKB staat in principe open voor alle producten (inmiddels ca. 2700); het GKK is uitsluitend te vinden op ca. 1200 eigenmerkproducten van Albert Heijn. Daarnaast bestaan er het Energielogo, dat informatie geeft over de hoeveelheid kilocalorieën per portie, en de Dagelijkse Voedingsrichtlijn (ofwel: Guideline Daily Amounts, GDA), die ook vermeldt hoeveel suikers, vet, verzadigd vet en natrium het product bevat. De verwachting is dat over twee jaar de helft van alle producten in supermarkten een gezondheidslogo heeft, aldus het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL).
Dankzij IKB en het GKK kun je in één oogopslag zien welke producten relatief gezond zijn. De criteria voor de toekenning van de labels zijn gebaseerd op voedingsadviezen van belangrijke instanties als het Voedingscentrum, de Gezondheidsraad en de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). Ook positief: de gezondheidslabels stuwen de verkopen van ‘gezonde’ producten aantoonbaar op (zie bijvoorbeeld hier). Tot slot blijkt in de praktijk dat alleen al het bestaan van deze labels producenten stimuleert om de receptuur van bestaande (‘ongezonde’) producten te wijzigen zodat ook die een gezondheidskeurmerk kunnen dragen. Volgens het CBL hebben de logo’s ervoor gezorgd dat er nu, in vergelijking met twee jaar geleden, 150.000 ton minder suiker, 30.000 ton minder vet en 70.000 ton minder zout in levensmiddelen zit!
Kanttekeningen
Gezond shoppen was dus nog nooit zo eenvoudig, maar een paar kanttekeningen moeten we toch maken.

• Als een product een gezondheidslabel draagt, betekent dat niet dat je je daarmee kunt volproppen. Houd je energie-inname in de gaten en zorg voor variatie.

• IKB en GKK toetsen producten aan de hand van een beperkt aantal criteria. De belangrijkste zijn de gehalten verzadigd vet, transvet, zout, suiker en voedingsvezels. Met veel andere belangrijke nutriënten wordt nauwelijks rekening gehouden. Dat is anders bij zogeheten ‘scoremodellen’, die in Nederland (nog) niet worden toegepast. Hierin worden veel meer – zowel goede als slechte – nutriënten meegenomen. In de Verenigde Staten werd zo’n model eerder deze maand geïntroduceerd. Dit systeem geeft voedingsmiddelen een score van 1 tot 100. Hoe gezonder het product, hoe hoger de score. Of NuVal (al dan niet internationaal) een succes wordt, valt nog te bezien. Het krijgt in de Verenigde Staten concurrentie van het Smart Choices-logo, de Amerikaanse variant van het – jawel, oorspronkelijk Nederlandse – IKB, dat medio 2009 wordt ingevoerd.

• IKB en het GKK delen producten in in productgroepen. Voor elke groep gelden andere criteria. Dat verklaart waarom ook bijvoorbeeld chips een gezondheidslogo kunnen krijgen. Systemen als NuVal daarentegen gooien alle producten op één hoop en maken zo zichtbaar dat die chips echt ongezonder zijn dan – laten we zeggen – doperwtjes.

• De criteria voor IKB en het GKK zijn weliswaar gebaseerd op belangrijke voedingsnormen, maar dat wil niet zeggen dat ze hiermee in overeenstemming zijn. Voor IKB worden de WHO-normen bijvoorbeeld met zo’n dertig procent overschreden.

• De criteria van het GKK zijn over het algemeen strenger dan die van IKB. Je kunt de twee logo’s zeker niet gelijkschakelen.

Kiezen moet je zelf

Kortom: gezondheidslogo’s helpen je bij het maken van een verantwoorde keuze. Maar kiezen moet je nog steeds zelf. Dus ook al staat er een klavertje op die zak chips (en heb je na een zware training echt geen zin om te koken), je gezonde verstand blijft onmisbaar als je in de supermarkt je karretje vollaadt.