EN  |  FR

Storm in een shake

Wie de knikkers nog allemaal op een rijtje heeft mikt de eiwitpoeders linea recta richting prullenbak. Eiwitrepen idem, zonder pardon. Dit goedbedoelde advies circuleert prominent op websites en kranten en dat doen ze niet zomaar, toch?

Neem nou Medical News Today. Een uitstekende website, die de artikelen niet alleen laat schrijven door ervaren wetenschapsjournalisten, maar voor plaatsing ook nog eens laat beoordelen door medische wetenschappers. Als zo’n website ‘Spieropbouwende eiwitshakes kunnen de gezondheid bedreigen’ boven een artikel zet, dan krab je jezelf toch wel even op de achterkant van je schedel..

Bij de Britse tabloid Daily Mail doen ze daar nog een schepje bovenop. ‘Drink geen eiwitshakes meer’, kopte de krant. Dat liegt er niet om.

Studie

De alarmerende berichten over eiwitshakes zijn gebaseerd op een persbericht dat Australische onderzoekers, verbonden aan de University of Sydney, op 30 april verstuurden.

De Australiërs experimenteerden met muizen, en ontdekten dat langdurig gebruik van eiwitshakes leidt tot overgewicht, depressie en voortijdig overlijden. Tenminste, dat zou je kunnen opmaken uit het persbericht. Maar als je de wetenschappelijke studie, die verscheen in Nature Metabolism, erbij pakt, dan zie je dat het Australische onderzoek weinig met eiwitshakes te maken heeft.

De Australiërs gaven vier groepen muizen voer waarin 18 procent van de energie uit aminozuren kwam, en voor de rest uit vetten en koolhydraten. Bij een controlegroep zaten al die aminozuren in het eiwit caseïne, in de drie andere groepen hadden de Australiërs een deel van de caseïne vervangen door vrije aminozuren. Zo konden de onderzoekers spelen met de hoeveelheid BCAA’s die de muizen consumeerden.

Er waren twee groepen muizen die minder BCAA’s kregen dan de dieren in de controlegroep (de ene groep kreeg 50 procent minder, de andere 80 procent minder), en er was een groep muizen die twee keer meer BCAA’s kreeg dan er in de caseïne aanwezig waren. Als deze muizen mensen waren geweest, dan hadden ze ongeveer 32 procent van hun eiwitten uit hun dieet geknikkerd, en vervangen door BCAA's in vrije vorm.

Dikker en ongezonder

Die laatste groep werd daar niet gezonder op, ontdekten de onderzoekers. De muizen werden dikker, hun insulinegevoeligheid verminderde, hun cholesterolspiegel verslechterde en als gevolg van al die effecten leefden de dieren korter.

Dat kwam waarschijnlijk doordat de enorme hoeveelheid BCAA’s ervoor zorgden dat de hersenen van de muizen minder tryptofaan tot hun beschikking hadden. De BCAA’s verdrongen dat aminozuur. Tryptofaan is een grondstof voor de neurotransmitter serotonine, een stof die een rol speelt bij een positieve gemoedstoestand en de eetlust remt.

De onderzoekers vonden geen overtuigende aanwijzingen dat BCAA’s op zichzelf schadelijk zijn. Toen ze de muizen met ongewoon veel BCAA’s in hun voer levenslang op ene caloriearm dieet zetten, en het de dieren dus onmogelijk maakten om te veel te eten, verdwenen de negatieve gezondheidseffecten van het BCAA-rijke voer vrijwel volledig. Een voeding met bezopen hoeveelheden BCAA’s, en weinig volledige eiwitten is dus ongezond omdat het aanzet tot overeten. 

Eiwitten

We zeiden het hierboven al. Dit onderzoek heeft weinig met eiwitten te maken. Ook als we even door de vingers zien dat muizen geen mensen zijn, dan nog kun je er niet uit afleiden dat eiwitsupplementen in wat voor vorm dan ook geestelijk of fysiologisch ongezond zouden zijn. De proefdieren in de controlegroep kregen nota bene al hun eiwit in de vorm van caseïne, een eiwit dat als supplement op de markt is.

Het onderzoek zegt wel iets over de mogelijke risico’s van de vervanging van complete eiwitten – zoals die in vlees, eieren, vis, zuivel, whey, caseïne, soja en erwten – door BCAA’s. Als je dat al te voortvarend aanpakt, tsja, dan word je daar niet gezonder op.

Overigens gebeurt dat niet in de sport. Over het nut van BCAA’s zijn de meningen verdeeld, maar ook de meest fervente voorstanders van BCAA’s peinzen er niet over om complete eiwitten te vervangen door BCAA’s. In plaats daarvan gebruiken ze bijvoorbeeld enkele grammen BCAA’s vlak voor of tijdens hun workouts, om de katabole impact daarvan te verzachten. Maar de extreme vervanging die de Australiërs in hun dierstudie nabootsten komt in de praktijk niet voor.

Persbericht

De Australiërs zullen dat ook wel hebben geweten. Maar toen ze een persbericht maakten om de wereld te vertellen over hun onderzoek, hebben ze de suggestie gewekt dat ze hadden aangetoond dat eiwitsupplementen gevaarlijk zouden zijn. Want er zitten toch veel BCAA’s in whey? Dus dan mag je toch ook veronderstellen dat sporters die veel whey of caseïne gebruiken vaker depressief of obees worden en korter leven?

Toen de Australiërs die vermoedens en speculaties opschreven, hielden ze nog een paar slagen om de arm. Als je het bericht goed las, kon je er nog wel uit opmaken dat ze onderzoek hadden gedaan naar de effecten van BCAA’s, en niet naar eiwitten. Maar de verslaggevers die de websites en krantenkolommen vullen, hebben dat niet gedaan. Ze pakten er ook het originele onderzoek niet bij.

In plaats daarvan versimpelden ze het persbericht verder tot alarmerend nieuws, waarvan je op vingers kunt natellen dat het de aandacht gaat trekken. ‘Dump die eiwitshakes’, kopte de Britse krant The Mirror. ‘Van deze populaire supplementen ga je eerder dood.’

Klinkklare onzin, natuurlijk. Maar wel pakkend.

Een mogelijk gezondheidsrisico van een al te kwistig gebruik van eiwitsupplementen dat we wel serieus nemen is een te hoge calciuminname. Daarover lees je hier meer.

Dossiers: