EN  |  FR

Aantrekkelijk lichaam over en weer

afbeelding bij Aantrekkelijk lichaam over en weer

Op social media lijkt de boodschap duidelijk: wie aantrekkelijk wil zijn moet strak, droog en gespierd voor de dag komen. Mannen met gebeitelde buikspieren, stevige schouders en brede borst en vrouwen met zeer smalle tailles en geen grammetje overtollig vet. Fitfluencers maken er hun handelsmerk van. Maar klopt die perfectie in real live ook? En wat ligt er onder studies die naar dit type aantrekkelijkheid kijken.

Gelukkig zijn er ook onderzoekers die zich niet laten leiden door filters en likes, maar die proberen te achterhalen wat mensen zélf ervaren als aantrekkelijk, gewoon door het ze te vragen, of beter nog: door ze systematisch verschillende lichamen te laten beoordelen. Twee recente studies bieden daar waardevolle inzichten in. Ze laten zien welke lichamen, zowel mannelijk als vrouwelijk als het aantrekkelijkst worden beoordeeld, en hoe dat samenhangt met spiermassa, vetpercentage en lichaamsvorm. In dit artikel nemen we die twee studies onder de loep. Wat zeggen ze over hoe wij naar lichamen kijken? Wat vinden mensen écht aantrekkelijk? En hoeveel spieren, vet en rondingen zijn daarbij wenselijk, of juist niet?

Wat zegt de verhouding tussen vet en spiermassa over aantrekkelijkheid?

De eerste studie maakte gebruik van een reeks driedimensionale computermodellen die gebaseerd waren op lichaamsdata van meer dan 1600 Amerikaanse mannen en vrouwen. Deze modellen konden systematisch worden aangepast op lengte, spiermassa en vetmassa, zodat deelnemers zeer nauwkeurig konden aangeven welk lichaam zij het aantrekkelijkst vonden. Wat opviel, was dat zowel bij de mannelijke als vrouwelijke modellen lichamen met een gemiddelde tot iets bovengemiddelde spiermassa en een gematigd laag vetpercentage als het aantrekkelijkst werden beoordeeld.

Bij mannen kwam het voorkeurstype neer op een atletisch gebouwd, maar niet extreem gespierd lichaam met iets meer spiermassa en een vetpercentage van ongeveer twaalf tot vijftien procent. Gematigde atletisch, maar zeker geen wedstrijdshape. Voor vrouwen werd een tamelijk slank, postuur met duidelijke rondingen het vaakst als aantrekkelijk beoordeeld meestal rond een vetpercentage van twintig tot tweeëntwintig procent, en met een taille-heupverhouding die dicht bij 0,7 ligt. De zogenoemde zandloperfiguur werd dus bevestigd als aantrekkelijk, maar opvallend was dat een te laag vetpercentage of extreem gespierde lichamen juist minder werden gewaardeerd.

Toch waren er ook kanttekeningen. De modellen waren statisch en lieten geen gezicht, beweging of expressie zien. Allemaal elementen die in het echte leven veel invloed hebben op hoe aantrekkelijk iemand wordt gevonden. Ook waren de deelnemers uitsluitend afkomstig uit de Verenigde Staten, wat betekent dat culturele invloeden zeker een rol kunnen hebben gespeeld bij de voorkeuren.

Hoe gespierd of slank moet je zijn om aantrekkelijk te zijn?

De tweede studie legde deelnemers van het onderzoek zogenaamde afbeeldingen van DXA-scans voor. Meer dan 1800 deelnemers, afkomstig uit diverse achtergronden, beoordeelden afbeeldingen van zowel mannelijke als vrouwelijke lichamen die varieerden in vetmassa en hoeveelheid spiermassa. Door deelnemers telkens een keuze te laten maken tussen verschillende lichaamsvormen, konden de onderzoekers vrij precies vaststellen waar de voorkeur lag.

Bij mannelijke lichamen gaven vrouwen doorgaans de voorkeur aan een sportief en gespierd lichaam, maar zonder dat het overdreven werd. Het klassieke bodybuilder-type met extreem lage vetpercentages en overdreven spiermassa viel niet in de smaak. In plaats daarvan scoorden mannen met een natuurlijke, gespierde bouw. Denk aan een BMI van rond de 23 met een vetpercentage tussen de 12 en 15%.

Bij vrouwelijke lichamen was hetzelfde beeld zichtbaar. Deelnemers vonden slanke, maar niet magere lichamen aantrekkelijk. Lichamen met een herkenbare taille, wat ronding bij de heupen en benen, en een vetpercentage dat ruim boven het “Instagram-ideaal” lag, werden veel positiever beoordeeld. Denk aan BMI van rond de 22 met een vetpercentage rond de 22%. Vrouwen met te weinig vetmassa werden juist als minder aantrekkelijk ervaren.

De studie gaf een krachtig signaal: aantrekkelijkheid lijkt samen te hangen met hoe natuurlijk, evenwichtig en gezond een lichaam oogt, en niet met hoe extreem slank of gespierd het is. Toch bleef ook hier de beperking dat aantrekkelijkheid werd beoordeeld op basis van afbeeldingen van DXA-scans en daaruit kun je lichaamsvormen uit halen, maar lijken niet meer op een echt lichaam van vlees en bloed. En daarnaast vinden we vaak niet alleen een lichaam, maar juist ook iemands uitstraling en gedrag wel, of juist niet aantrekkelijk. En laten dat nu juist de factoren zijn die in het echte leven vaak het meeste verschil maken.

Wat vinden mensen nu echt aantrekkelijk?

Als we beide studies samen bekijken, ontstaat een nuchter en gelukkig geruststellend beeld. De meeste mensen blijken te vallen op lichamen die in het dagelijks leven prima te realiseren zijn. Dit terwijl er ‘over en weer’ vaak gedacht wordt dat vrouwen slanker moeten zijn en mannen gespierder. Niet dus! Voor mannen betekent dat een fit en matig gespierd lichaam, maar zonder dat het vetpercentage richting de wedstrijdstand hoeft. Een atletische bouw met een vetpercentage van 12 tot 15 procent en iets bovengemiddelde spiermassa lijkt optimaal. Voor vrouwen geldt iets vergelijkbaars: een slank lichaam met een vetpercentage rond de 20 tot 22 procent scoort het best.

Kortom: extreem is niet aantrekkelijker. Te gespierd, te droog of te mager werkt eerder in je nadeel. Wat wél werkt, is een lichaam dat gezondheid en vitaliteit uitstraalt, eentje waar je van ziet dat het beweegt, eet, leeft en goed verzorgd wordt, maar niet op een Spartaans regime is gezet.

Evolutie enzo

Achter veel onderzoeken naar ‘aantrekkelijkheid’ liggen evolutionaire theorieën over de survivalwaarde van fysieke aantrekkelijkheid. Gezonde huid, symmetrisch gezicht, glanzend haar zijn signalen van afwezigheid van ziekte en goede genen. Mannen met V-vormige bouw en lage stem worden geassocieerd met kracht, bescherming en testosteron. Bij vrouwen jeugdigheid, taille-heup ratio rond de 0,7 zou wijzen op vruchtbaarheid. In het dagelijkse leven lijkt partnerkeuze echter veel ‘irrationeler’ te verlopen en zal het menigeen blijven verbazen waarom een bepaald stel voor elkaar gekozen heeft. Gelukkig maar!

Dossiers: