EN  |  FR

Himalayaans zeezout, glycerol en andere preworkoutbluf

afbeelding bij Himalayaans zeezout, glycerol en andere preworkoutbluf

Het wordt steeds moeilijker om dubieuze pre-workoutsupplementen (PWO’s) te bedenken waarvoor argeloze fitnessfanaten bereid zijn te veel geld te betalen. Maar er zijn nog steeds een paar trucs waarmee malafide supplementenbakkers een heel eind kunnen komen.

Bluffers, oplichters en verwarde types in de supplementindustrie konden jarenlang nutteloze of riskante PWOs voor schandalige prijzen verkopen aan gym rats en fitness buffs, maar de tijden veranderen. Dankzij het internet (en natuurlijk ook onze onvolprezen Supplementenwijzer App) weten sporters steeds beter het kaf van het koren te scheiden. Overheidsdiensten houden wereldwijd de supplementenmarkt scherper dan ooit in de gaten. En als klap op de vuurpijl voelen de rotte appels van de supplementenindustrie de hete adem van bonafide supplementenproducenten in hun nek.

In dit webbericht verklappen we je 9 trucs die deze niet te benijden supplementencowboys moeten gebruiken om hun klanten een poot uit te draaien. Hieronder een kijkje in hun keuken.

Truc #1 Gebruik Pink Himalayan Sea Salt

Hoe krijg je sporters zo gek dat ze tientallen euro’s betalen voor een bus met poeder die nog geen tien euro waard is? Door er zo min mogelijk stoffen in te stoppen die sporters al kennen en zoveel mogelijk stoffen met exotische namen. Dus vervang je keukenzout, dat het elektrolyt natrium bevat, door het hippe Pink Himalayan Sea Salt. Afkomstig uit de Aziatische bergen waar de Verschrikkelijke Sneeuwman, ook bekend als de yeti, rondwaart.

Legio websites vertellen dat dit Pink Himalayan Sea Salt een keur van mineralen en andere gezonde stoffen bevat. Het zou daarom gezonder zijn dan het keukenzout dat je koopt in de supermarkt bij jou op de hoek. Dat eerste klopt, maar het tweede niet. Volgens analyses zijn de concentraties van al die andere mineralen zo klein dat zo’n snufje Himalayazout een PWO geen yetikeuteltje gezonder of effectiever maakt.

Truc #2 Doe er kokosnootwaterpoeder bij

Wat is er beter dan een PWO met één modieus bestanddeel? Precies! Een PWO met twee modieuze bestanddelen! 

Kokosnootwaterpoeder ontstaat als je kokosnootwater vriesdroogt. Kokosnootwater is in de kringen van foodies uitgeroepen tot een superfood. En het is waar, kokosnootwater bevat betrekkelijk weinig calorieën maar levert wel veel kalium. In een groot glas kokosnootwater zit een gram kalium, ongeveer net zoveel als in twee bananen. Voor duursporters die veel vocht verliezen is kokosnootwater een alternatief voor reguliere sportdrank, al kost kokosnootwater wel een paar duiten meer. 

Krachtsporters zijn geen duursporters en niemand heeft ooit bestudeerd of het toevoegen van kokosnootwaterpoeder aan een PWO zin wel heeft. Maar wat geeft dat? Het etiket van een PWO wordt zoooo 2023 als daar Coconut Water Powder op staat…

Truc #3 Vervang cafeïne door di-cafeïne-malaat

Cafeïne werkt en is nog veilig ook. Bij verstandig gebruik tenminste. Als je een PWO in elkaar flanst waarmee je in de eerste plaats rijker wilt worden en potentiële kopers een rad voor ogen wilt draaien, is cafeïne problematisch. De stof is te bekend en te goedkoop. Stop zo’n stof in een supplement en voordat je er erg in hebt gaan klanten jouw prijs vergelijken met die van de concurrent.

Dus vervangen supplementencowboys cafeïne door di-cafeïne-malaat met de claim dat het lichaam die vorm van cafeïne beter opneemt. Of dat echt zo is, is nooit onderzocht. En als het echt zo is, dan is het waarschijnlijk niet relevant. De opname van ordinaire cafeïne is al uitstekend. Maar daar zullen de bedrijven waarover we het hebben niet van wakker liggen. Die hebben andere prioriteiten dan het ontwerpen van wetenschappelijk onderbouwde supplementen. 

Truc #4 En nou nog een vaag stimulantium…

Cafeïne – pardon: di-cafeïne-malaat – heeft een oppeppende werking. Maar daarmee zijn de dames en heren die hun winst belangrijker vinden dan de veiligheid van hun formules natuurlijk niet tevreden. Ze willen de hartslag en de bloeddruk van onze gebruikers nog verder omhoog hebben! Klanten moeten natuurlijk wel het onterechte gevoel hebben dat de PWO hun zuurverdiende centjes waard is. N-phenethyldimethylamine to the rescue.

N-phenethyldimethylamine is een efedrineachtige stof, die van nature in hele kleine hoeveelheden aanwezig is in de orchidee Eria jarensis. Wie N-phenethyldimethylamine in z’n PWO stopt, zet die naam natuurlijk op het label. Natuurlijk zit er geen flintertje orchidee in het ding, maar Latijnse namen doen het altijd goed op labels. 

Het mooie van N-phenethyldimethylamine is dat het spotgoedkoop is. Het is een smaakstof, die in legio landen wordt gebruikt om voedingsmiddelen een vissige smaak te geven en in grote hoeveelheden door de industrie wordt geproduceerd. In kleine concentraties is N-phenethyldimethylamine veilig. Of dat ook nog het geval is met de concentratie die in PWOs zit, dat is nog maar de vraag.

Truc #5 Pomp spieren vol met glycerol

Kopers willen een PWO die niet alleen energie geeft, maar tijdens hun workout ook hun spieren oppompt. Als je een beetje thuis bent in de sportvoeding en bereid bent belangrijke stukjes kennis even uit te schakelen als dat uitkomt, kun je dat verlangen gebruiken. Je stopt een paar gram glycerol in je PWO en vertelt dat het lichaam daardoor meer vocht gaat vasthouden. Vertaald in lichaamsgewicht komt het neer op meer dan een kilo. Daarvan komt een flink deel in de spieren, vertel je erbij. 

Dat verhaal is gebaseerd op onderzoek onder duursporters. In die groep kan suppletie met glycerol en veel water er voor zorgen dat het lichaam inderdaad fors meer vocht vasthoudt. Onder omstandigheden waarbij duursporters veel vocht verliezen, kan glycerol daarom de prestaties verbeteren.

Maar we hebben het dan wel over doses van minstens een gram glycerol per kilo lichaamsgewicht. Weeg je 80 kilo, dan heb je dus 80 gram nodig. Die paar gram in een PWO stoppen gaat dus nul effect hebben

Truc #6 Een stof met hoofdletters

Alle moeilijke en belangrijke dingen in de biologie hebben hoofdletters. Kijk maar naar GH, FSH, LH, PSA en TIA. Als supplementenmakers duidelijk willen maken dat ze niet van gisteren zijn, stoppen ze dus heel veel dingen met hoofdletters in hun PWO. Een uitstekend bestanddeel met hoofdletters is ElevATP. ElevATP is een combinatie van een extract van turf en appelschillen, die volgens kleine en gesponsorde studies de concentratie ATP in het bloed verhoogt, ongetrainde personen meer uithoudingsvermogen geeft en de spieren van krachtsporters dikker maakt. 

Hoe het mogelijk is dat de combinatie van turf en appelschillen zulke effecten heeft? Dat weten we niet. Maar sommige supplementenbakkers hebben een rotsvast vertrouwen in studies die zijn betaald door de fabrikant. 

Truc #7 Een stof waar je je tong over breekt

Als je de indruk wilt wekken dat je PWO is gemaakt door knappe koppen met verstand van zaken, dan stop je natuurlijk ook stoffen in je supplement die geen normaal mens kan uitspreken. Een hele goeie is pyrroloquinoline-quinone. Dat is een interessante vitamineachtige stof die misschien oudere cellen vitaal houdt, maar die in trials sportprestaties niet verbetert. Dat eerste brengen foute PWO-bakkers met verve voor het voetlicht. Over dat laatste zwijgen ze liever.

Truc #8 Een stof met een onbekende chemische naam

Een paar jaar geleden stopte jan & alleman het amfetamineachtige DMHA in hun PWO’s. Als je meer over DMHA wilt weten, kun je dit stuk lezen. DMHA is een door chemische bedrijven geproduceerde stof met een oppeppende werking, die halverwege de vorige eeuw in inhalers zat. Supplementencowboys beweren dat hij uit de walnootboom komt. 

Het probleem met DMHA is dat die naam een beetje te bekend is geworden. En dat zorgt ervoor dat potentiële kopers gaan nadenken voordat ze hun pinpas uit hun broekzak halen. In het marktsegment waar productontwerpers liever op de websites van exclusieve automerken koekeloeren dan PubMed wordt dat probleem opgelost door een obscure chemische naam voor DMHA te gebruiken. Zoals 2-amino-isoheptane

Truc #9 Stoffen die vroeger veelbelovend waren

Wetenschappers ontdekken voortdurend nieuwe interessante stoffen die ze enthousiast bestuderen. Als de resultaten tegenvallen, zetten ze het onderzoek stop. Dat was bijvoorbeeld het geval met de piepkleine eiwitketentjes isoleucyl-prolyl-proline (IPP) en valyl-prolyl-proline (VPP). 

In de jaren negentig ontdekten voedingswetenschappers dat IPP en VPP de bloedvaten soepeler maken. Fabrikanten zijn IPP en VPP gaan produceren, in de hoop dat ze die in allerlei bloeddrukverlagende toetjes en yoghurts zouden kunnen stoppen. Na pakweg vijftien jaar onderzoek werd echter duidelijk dat de effecten zo bescheiden waren dat ze niet relevant waren. En nou zit de ingrediëntenindustrie met een berg onverkoopbare bloeddrukverlagende peptides. 

Gelukkig is er de supplementenindustrie nog. Of sporters harder kunnen trainen door bloeddrukverlagende eiwitjes is nooit onderzocht, maar daar hebben de supplementencowboys maling aan. Voor hen zijn de ineffectieve eiwitjes een uitstekende manier om zich van de concurrent te onderscheiden.

Sporters die eerst onderzoek doen voordat ze een supplement aanschaffen zullen er niet intrappen, maar supplementencowboys richten zich niet op die doelgroep. En dus verzinnen ze een fraai kletsverhaal over het belang van soepele bloedvaten, die er voor zorgen dat spieren meer yetizout, turf, appelschillen en andere fantastische stoffen kunnen opnemen. 

En katsjing! Daar rinkelt de kassa…

Dossiers: