EN  |  FR

Cafeïne

Cafeïne zit van nature in koffie, thee en cola, maar fabrikanten stoppen zuivere cafeïne of cafeïnehoudende extracten van kolanoten, guarana of thee – vaak samen met het aminozuur taurine – in hun energiedrankjes. Hoewel energiedrankjes in sommige kringen een slechte naam hebben, bevatten ze per milliliter beduidend minder cafeïne dan koffie.

Cafeïne heeft een milde stimulerende werking. Het laat het hart een beetje sneller slaan en de bloeddruk een beetje stijgen. Tot januari 2004 stond cafeïne op de dopinglijst. Cafeïne is één van de weinige supplementen die het prestatievermogen echt kunnen verbeteren. Studies laten vooral effecten zien bij duursporters, maar bewegingswetenschappers hebben ook wel eens effecten gevonden in proeven met krachtsporters.

Cafeïne beïnvloedt om te beginnen het centrale zenuwstelsel. De stof verhoogt de mentale alertheid en vermindert gevoelens van slaap en honger, en vermindert  in een handjevol onderzoeken ook de gevoeligheid voor pijn. Ten tweede stimuleert cafeïne de afgifte van het bijnierhormoon adrenaline dat, in combinatie met verhoogde stimulering van het centrale zenuwstelsel, de hartlongfunctie en het brandstofverbruik opvoert. Bovendien laat cafeïne, in combinatie met adrenaline, vetcellen hun inhoud afgeven aan de bloedbaan. Het zal duidelijk zijn waarom duursporters baat kunnen hebben bij cafeïnesupplementen, en waarom cafeïne in zoveel afslanksupplementen zit.

Cafeïne zit ook in pre-workoutsupplementen: cocktails van stoffen die met name krachtsporters moeten innemen voordat ze gaan trainen, en die de kwaliteit en intensiteit van die training zouden verbeteren. De reden van de aanwezigheid van cafeïne in die producten heeft te maken met een derde werkingsmechanisme van cafeïne: cafeïne vergroot het aantal calciummoleculen dat vrijkomt in de spiercellen, waardoor de spiercontractie vlotter en intensiever kan verlopen. Dit is voor sporten waarbij explosieve kracht een rol speelt gunstig.

Cafeïne heeft ook bijwerkingen, zoals slapeloosheid, hoofdpijn, veel plassen, trillerigheid en een verstoorde coördinatie. De kans op die bijwerkingen neemt toe naarmate de dosering hoger is, en naarmate iemand minder gewend aan cafeïne is. De aanbevolen hoeveelheden in de literatuur verschillen nogal. De een adviseert tussen 70-150 mg cafeïne per dosis, terwijl een ander aanmerleijk meer adviseert: 3 mg per kilogram lichaamsgewicht (wanneer je niet gewend bent aan cafeïne) tot 5-7 mg/kg (wanneer je er wel aan gewend bent).