EN  |  FR

Overtraining

Overtraining is een algemene term die aangeeft dat je meer traint dan je op dat moment aankan. Het ‘woord’ overtraining slaat op het trainen zelf. Overtrainen leidt tot een toestand van overbelasting of overtraindheid.

Drie vormen

Er kunnen drie vormen van overtraindheid worden onderscheiden en wel aan de hand van het ontstaanmechanisme:

  1. Mechanisch overtraindheid. Hier moet je denken aan een blessure of overbelastingsletsel.
  2. Metabole overtraindheid. Deze vorm komt in de sport veel voor en is vooral aanwezig in de spieren en wordt gekenmerkt door een snelle spiervermoeidheid. Deze toestand hoeft niet lang te duren. Bij rust is het in maximaal een paar dagen weg.
  3. Overtrainingssyndroom. Dit is een meer chronische vorm van overtrainheid en het duurt doorgaans veel langer om te herstellen. Je zou het kunnen vergelijken wat in z’n algemeenheid een ‘burn-out’ heet. Soms worden er hier binnen twee vormen onderscheiden: een sympatische en een parasympathische vorm.

Preventie

Er bestaan geen echte goede tests om overtraining voor te zijn. Je moet als sporter op je gevoel af gaan. Maar een checklist kan je wellicht helpen om dat sneller en beter te onderscheiden.

Checklist overtraining

Een hulpmiddel voor het opsporen van overtraining kan het invullen van een checklist zijn. De lijst zou 1-2 maal per week ingevuld kunnen worden. Achter iedere vraag kun je een + (ja) of een - (nee) zetten. Als bij de eerste helft van de vragen vaker een plus wordt gescoord dan kan dit wijzen op metabole overtraindheid. Als vooral plusjes op de laatste vragen worden gescoord dan wijst dit op het overtrainingssyndroom.

  1. Voel je je de laatste dagen sneller moe dan normaal?
  2. Heb je het gevoel niet volledig hersteld te zijn?
  3. Presteer je op dit moment minder dan normaal?
  4. Kost de training je meer moeite dan normaal?
  5. Zou je het liefst eens een training willen overslaan?
  6. Zijn de spieren stijver of pijnlijker dan normaal?
  7. Ben je sneller geïrriteerd dan normaal?
  8. Heb je meer moeite met inslapen dan normaal?
  9. Is je eetlust achteruitgegaan vergeleken met anders?
  10. Is de training voldoende afgewisseld?
  11. Is je motivatie gedaald ten opzichte van normaal?
  12. Beleef je minder plezier aan het sporten dan voorheen?
  13. Heb je vaak helemaal geen zin in trainen de laatste tijd?