Je stofwisseling opvoeren: anders en beter eten
Wie meer spieren en minder spek wil doet er goed aan aandacht te besteden aan de voeding. Die moet hoogwaardig en - afhankelijk van het gewenste doel - in de juiste voedingsverhoudingen zijn. Slim omgaan met calorieën, eiwitten, koolhydraten en vetten helpen je je stofwisseling op te voeren. In dit webbericht ligt het accent op het bereiken van een lager lichaamsvetpercentage.
Calorieën
  Een calorie is de eenheid waarmee je energieverbruik of -inname
  wordt gemeten. Eigenlijk de eenheid voor energie, warmte en
  arbeid. Oorspronkelijk gedefinieerd als de hoeveelheid warmte die
  nodig is om 1 gram water 1° C te laten stijgen. Tegenwoordig
  gebruiken wetenschappers liever de eenheid Joule (bijna 4.2 Joule
  tegen 1 calorie), genoemd naar de 19e eeuwse Britse natuurkundige
  James Joule. We spreken hier verder voor het gemak gewoon over
  kilocalorieën (= 1.000 calorieën), afgekort kcal.
  De energetische waarde van koolhydraten en eiwitten is ongeveer 4
  kcal per gram, voor vet is dat ruim het dubbele, 9 kcal per gram.
  Alcohol levert ruim 7 kcal per gram, maar blijft hier verder
  buiten beschouwing. Een hoger of lager lichaamsgewicht komt
  uiteindelijk neer op hoe onze energiebalans eruit ziet: komt er
  meer energie in dan verbruikt wordt, dan word je zwaarder en
  omgekeerd, wordt er meer verbruikt dan aangeleverd wordt, dan val
  je af. De verhouding energie-inname/verbruik is de belangrijkste
  factor in de regulatie van het lichaamsgewicht. Maar…
Voedingsverhoudingen
  Belangrijk is natuurlijk in welke vorm die voedingsenergie komt.
  Zou je de 2.500 kcal die je mogelijk nodig hebt alleen in de vorm
  van vetten aangeleverd krijgen, dan is het effect op het lichaam
  bepaald niet hetzelfde als wanneer de verhouding eiwitten,
  koolhydraten en vetten ‘evenwichtiger’ genuttigd zouden worden.
  Iedere sportman weet dat eiwitten belangrijk zijn als bouwstof
  voor de spieren, koolhydraten belangrijk voor de levering van
  snelle energie en vetten als voorraad voor ‘magere tijden’. Om de
  stofwisseling via die verhoudingen op te voeren moeten we echter
  een spaadje dieper steken.
  Ons lichaam kan de energie uit eiwitten, koolhydraten en vetten
  niet voor de volle 100% benutten. Dit betekent, dat er bij de
  verwerking van onze voeding energie ‘verloren’ gaat. Bij een
  voeding van gemiddelde samenstelling is dat ongeveer 10%. Van die
  2.500 kcal gaat dus ongeveer 250 kcal op aan verwerking. Kijken
  we naar de eiwitten, koolhydraten en vetten apart, dan zien we
  dat het lichaam voor de verwerking van vetten het minste
  energieverlies hebben, voor eiwitten meer en voor koolhydraten
  nog meer. Voor de laatste twee geldt als uitgangsregel: hoe
  minder ‘bewerkt’ des te hoger de verwerkingskosten. De
  stofwisseling opvoeren doe je door complexe koolhydraten met
  flink wat vezel te consumeren, de eiwitten op te voeren en de
  vetten te verminderen. Daarnaast is het verstandig in plaats van
  drie maaltijden zes kleinere maaltijden verdeeld over de dag te
  eten. Dit brengt ook een verhoging van de stofwisseling met zich
  mee. Op die manier kun je die 10% verwerkingskosten opvoeren tot
  15-20%. Training even buiten beschouwing gelaten, betekent dat
  een extra verbranding van 125 tot 250 kcal per dag! Dat is op
  jaarbasis 10 kg spek.
Hormonale respons
Hoewel in het totaalplaatje de verhouding inname/verbruik van kcal de doorslaggevende factor is voor het lichaamgewicht, is het beslist verstandig de hormonale respons op eiwitten, koolhydraten en vetten in je voedingsprogramma mee te nemen. Daarbij wordt door allerlei voedingsgoeroes in fitness en bodybuilding, zoals dr. Mauro Di Pasquale, Wil Brink en Rob Faigin, veel werk gemaakt van de insulinerespons op voeding. Insuline is een anabool hormoon die de bloedsuikerspiegel reguleert en een belangrijke rol speelt bij de opbouw van (spier) eiwit en lichaamsvet. Vanwege het laatste proberen deze goeroes de insulinepieken zo te manipuleren dat het accent zoveel mogelijk op het opbouwen van spieren en zo min mogelijk op het opbouwen van lichaamsvet komt te liggen. Omdat de consumptie van koolhydraten (regulatie bloedsuikerspiegel) de grootste insulinepiek geeft en de stofwisseling later op de dag omlaag gaat, adviseren ze de koolhydraten complex te houden en bij voorkeur eerder op de dag te nuttigen. Snelle koolhydraten zijn, behalve vlak na de training, voor hen taboe.
Praktische tips
  - Beperk de vetten in je voeding tot 30% en probeer meer
  onverzadigde dan verzadigde vetten te eten (minder vaste en meer
  vloeibare vetten).
  - Verhoog de eiwitconsumptie tot 1.5 – 2 gram per kg
  lichaamsgewicht. Dit is een advies voor (kracht)sporters.
  - Eet meer complexe en minder snelle koolhydraten.
  - Eet liever 6 kleine dan 3 grote maaltijden. Dit verhoogt de
  verwerkingskosten en houdt de bloedsuikerspiegel op peil.
  - Eet - behalve direct na de training - steeds ook wat eiwitten.
  Verhoogt de verwerkingskosten. Prop dus de eiwitten, die nogal
  ‘zwaar op de maag liggen’, niet in 1 of 2 maaltijden.
  - Sla het ontbijt nooit over. Het is de ‘jump start’ van de
  stofwisseling.
  - Beperk de insulinepieken door het merendeel van de koolhydraten
  voor 15.00 uur te eten.
  - Drink minstens 2-3 liter water per dag. Voldoende vocht is
  belangrijk voor allerlei processen in het lichaam, ook voor de
  opbouw van eiwit in de spiercel. Een tekort aan vocht doet de
  spiercel krimpen en verstoort daarbij onder andere de
  eiwitsynthese. Zo gezien is water een natuurlijk anabolicum. Zie
  ook [Spiercelhydratie voor maximale
  groei].
