EN  |  FR

Met de botte bijl

Het is een ware rage geworden, bijlwerpen. Overgewaaid uit The States, waar in menige achtertuin fanatiek met bijlen wordt geworpen. Gewoon voor de lullz, maar ook als wedstrijdsport is het bijlwerpen er groot. Zit een beetje vast aan de Amerikaanse folklore van de mythologische hipster houthakkerheld Paul Bunyan. Inmiddels heeft de internationale bond voor het Urban Axe Throwing ook een Nederlandse tak en zijn er heuse UAT-hallen. In dit webbericht laten we een deskundig licht schijnen over de vraag of dat gooien met bijlen nu een beetje een workout is of niet. Timber!

Het is een ware rage geworden, dat bijlwerpen. In Nederland zijn er tegenwoordig steeds meer plaatsen waar je als teambuildingsactiviteit, of vrijgezellenuitje een anderhalve kilo wegende bijl vanaf ruim drieënhalve meter in een houten bullseye moet gooien. Bijlwerpen kun je zien als de grotere broer van darten. De motoriek nodig voor het bijl werpen is ook iets grover. Waar je tijdens darten nog best een biertje mag drinken, is het drinken van alcohol tijdens bijlwerpen uit den boze. Het gooien van een bijl in een houten bullseye zal flink je testosteron verhogen, maar kun je het bijlwerpen nou ook zien als workout ter vervanging van een krachttraining van een uur? We bespreken welke spieren aan het werk worden gezet bij bijlwerpen, hoe intensief het is en of het leidt tot echt forse spieraanwas.

Spieren aan het werk

Om de bijl doel te laten treffen, kun je de bijl met twee handen tegelijk, of met één hand gooien. Als beginnende bijlwerper, leer je vaak eerst met twee handen tegelijk te gooien. Gooi je met twee handen tegelijk, dan zullen je triceps, borstspieren en rechte en schuine buikspieren concentrisch moeten samentrekken. Om bij het loslaten een kleine zwieper aan de bijl te geven, zullen de armbuigers (biceps, brachialis en brachioradialis) excentrisch aan de bak moeten. Ook zullen je hamstrings en bilspieren wat excentrisch werk moeten verrichten, om te voorkomen dat je op het einde van de worp voorover kiepert.

Omdat je handen de bijl stevig moeten vastgrijpen, moeten je onderamspieren isometrisch aan het werk. Nu horen we je denken: hoe zwaar kan het nu zijn om een bijl van anderhalve kilo drieënhalve meter ver te gooien, als ik 3, 4, of 5 keer per week met joekels van gewichten aan het werk ben? Als je uiteindelijk ook het bijlwerpen onder de knie hebt, zal het steeds minder zwaar zijn, maar de beginner moet eerst toch wel even aan de bak. De bijl moet in een rechte lijn de houten bullseye in worden gejaagd en deze moet in het hout blijven steken. Daarbij is het belangrijk op te merken, dat voor je eigen en andermans veiligheid niet met een scherpe bijl, maar met een botte bijl wordt gegooid. Dit alles samen betekent dat je behoorlijk hard moeten gooien.

Als beginner lukt het je daarom niet om vaak echt raak te gooien, met als gevolg dat je je bijl moet oprapen. Het oprapen kun je met gestrekte benen doen, waardoor je een soort straight legged deadlift doet, of netjes squattend. Je beenspieren worden dus ook nog enigszins aan het werk gezet. Gooi je met één hand, bijvoorbeeld je rechterhand, dan worden je borstspier, triceps, biceps en onderarmspieren van je rechterzijde dubbel zo zwaar belast. Ook zal het accent wat meer liggen op de schuine buikspieren van de rechterzijde van je lichaam.

Hoe intensief is dat bijlwerpen nu eigenlijk?

Hoe intensief bijlwerpen is, is afhankelijk van drie factoren. Deze factoren zijn:

  • Je techniek
  • Doe je het alleen, of in groepsverband
  • Hoe hard je gooit

We bespreken het effect van alle drie de factoren op de intensiteit. Als eerste de techniek. Als je techniek beter wordt, zal de intensiteit wat afnemen. Als beginnende bijlwerper, zul je eerst een aantal keren drooggooien, voordat je daadwerkelijk de bijl loslaat bij het werpen. Bij dat drooggooien breng je elke keer de bijl over je hoofd naar achteren en weer naar voren. Bij een goeie techniek gooi je misschien één keer droog en daarna voor het serieuze werk.

Ten tweede, als je alleen voor de bijl gaat en je werpt non-stop een uur lang, dan heb je een pittige workout te pakken. Je hebt op die manier niet veel tijd om te rusten. Huur je met twee bijlwerpers een baan, dan neemt de intensiteit af. Je hebt immers meer tijd om te rusten. Dus de intensiteit van een uurtje bijlgooien neemt af, naarmate je met meer mensen een baan huurt. Om de pols een beetje aan de gang te houden, lijkt om de twee tot vier worpen aan de beurt te zijn een mooie wissel. Praten we dus over 2-4 personen.

Tenslotte, is de intensiteit afhankelijk van hoe hard je gooit. Moet je flink wat stoom afblazen en gooi je elke worp met volle kracht, dan ligt de intensiteit hoog. Maar let op: een belabberde techniek en heel hard gooien, is niet alleen contraproductief maar ook gevaarlijk. 

Leidt bijlwerpen tot flinke spieren?

Om dikke spieren te krijgen, hoef je niet persé met ontzettend zware gewichten aan het werk. De bijl gooien volstaat dus als trainingsgewicht. Vooral als je ook nog enigszins explosief probeert te gooien, worden je spieren toch flink aan het werk gezet. Bijlwerpen is echter geen volwaardige vervanging van een training gericht op hypertrofie. De bijl blijft namelijk altijd van hetzelfde gewicht en ook de gooibeweging is altijd hetzelfde. Hierdoor ontbreekt de broodnodige spiergroeibevorderende variatie.

Tenslotte ontbeert bijlwerpen een serieuze excentrische component. En deze excentrische component is juist zo belangrijk voor spiergroei.

Kortom, als nevenactiviteit is het leuk voor de afwisseling en zet het bepaalde spiergroepen toch even flink aan het werk. Maar voor de opbouw van een geproportioneerde en symmetrische fysiek verwijzen we je toch graag naar de vertrouwde halters, dumbbels, pulleys en machines.

 Hoe het bijlwerpen in zijn werk gaat, zie je hier.

Dossiers: