EN  |  FR

De loopband: van werkplaats naar fitnesscentrum

Sommige apparaten zijn vaak zo vanzelfsprekend dat je je zelden afvraagt wie het ooit bedacht. De loopband in je fitnesscentrum is zo’n apparaat. De bedenker ervan, William Staub, overleed eind juli op 96 jarige leeftijd. Hoe een uitvinding van Henry Ford voor het versnellen van de productie van auto’s via de medische wereld leidde tot het versterken van de menselijke motor en de basis werd voor de moderne fitnessbranche.

Henri Ford bedacht begin 1900 de lopende band om de productie van zijn T-Ford efficiënter en dus goedkoper te maken. Arbeiders zwoegden niet meer meters ver met onderdelen om een auto te produceren, maar stonden stil op een vaste plek. Een lopende band bracht een onvoltooide auto naar hun werkplek waar ze een onderdeel bevestigden vóór de lopende band de auto in wording naar het volgende station bracht, waar weer een arbeider stilstond om een onderdeel te assembleren. Stilstand was vooruitgang...

Van motoren naar mensen

William Staub zette dat idee helemaal op zijn kop. Staub was de eigenaar van een fabriek in vliegtuigonderdelen. Eind jaren zestig van de vorige eeuw las hij het boek Aerobics van Dr. Kenneth Cooper en begon met hardlopen. Net als Cooper was hij ervan overtuigd dat het goed voor Amerikanen was als zij meer zouden bewegen. Binnen hardlopen schakelde het excuus dat het te slecht weer was om in beweging te komen uit; zou een loopband misschien uitkomst bieden?

Nu bestond een loopband voor mensen al wel, maar deze werd uitsluitend gebruikt in ziekenhuizen voor fysieke testen. Deze loopband was in de jaren vijftig ontwikkeld door Robert Bruce en Wayne Quinton, medisch instrumentmakers. Het was een hulpmiddel om de cardiovasculaire fitheid van patiënten te testen. Dat testapparaat was echter te duur voor de gemiddelde Amerikaan.

Staub stripte daarom in de jaren zeventig al die testhulpmiddelen weg. Wat overbleef was een apparaat met band bestaande uit een reeks houten balkjes, die over twee gemotoriseerde cilinders rolden, twee armleuningen en een aan-uit knop. Dat maakte de loopband, PaceMaster gedoopt, betaalbaar voor de doorsnee Amerikaan. Eind jaren tachtig, toen de concurrentie toenam, werden ook de loopvarianten – meerdere snelheden, hellende loopvlakken, etc.- aan de PaceMaster toegevoegd. Uiteindelijk mocht het niet baten voor het bedrijf van Staub en zijn twee zonen. Het lopen zonder een bestemming te bereiken was toch erg saai. Een paar jaar geleden verdween de PaceMaster als merk van de markt.

Ook vanuit stilstand vooruitgang

Het toevoegen van toeters en bellen om variatie in het binnenshuis bewegen aantrekkelijker te maken, was niet een idee van William Staub. De chemicus en uitvinder Dr. Keene Dimmick was in de jaren zestig daarvan de grondlegger met zijn elektrische, geautomatiseerde stationaire fiets. Begin jaren ’70 verkocht hij voor vijftigduizend dollar de rechten op deze fiets aan Ray Wilson en Augie Nieto. Nieto was toen negentien en net afgestudeerd. Hij herdoopte Dimmick’s toestel tot LifeCycle en samen begonnen ze LifeFitness, nu nog steeds wereldwijd een van de grootste fabrikanten en distributeurs van cardiofitnesstoestellen.

Of Staub of Dimmick (dan wel Nieto) uiteindelijk de ‘credits’ krijgt voor de definitieve doorbraak van het binnen bewegen, blijft nog wel even een discussie. In ieder geval was er een heel nieuwe branche ontstaan - de fitnessbranche- die binnen bewegen nog betaalbaarder en aantrekkelijker maakte. Meer over William Staub lees je hier. De laatste jaren zien we overigens een beweging naar meer buiten actief zijn. Fitnesscentra moeten met die ontwikkeling rekening houden.

Een filmpje waarin de loopband op geheel eigenwijze manier naar buiten wordt gebracht, vind je hier.

Dossiers: