De dopingdoos van Pandora
“Waarom publiceren jullie geen veilige kuurschema’s waarbij je toch nog wat spieren opbouwt op internet? Of, als dat niet kan, waarom geven jullie artsen dan niet de mogelijkheid om anabolen voor te schrijven, en tegelijkertijd gebruikers medisch te begeleiden? Zo gevaarlijk is een anabolenkuurtje toch niet?”
Dat soort mailtjes komen er geregeld binnen bij medische instellingen, en inderdaad, soms ook bij ons. Vaak zijn ze geschreven door enthousiaste fitnessfanaten en bodybuilders, die nu nog naturel zijn maar er serieus over denken om een kuurtje te gaan gebruiken. Nee, ze verwachten niet dat ze er na één kuurtje net zo uitzien als Ronnie Coleman in z’n beste dagen. En nee, ze zijn ook niet van plan om te gaan experimenteren met insuline of groeihormoon. Het enige wat ze willen is gewoon één heel normaal kuurtje. Sterk genoeg om wat extra spiermassa op te bouwen. Sterk genoeg om er wat van te zien. Maar niet zo hoog gedoseerd dat hun gezondheid er onder gaat lijden. Dat moet toch mogelijk zijn? Want – en daar komt-ie weer – zo gevaarlijk is een anabolenkuurtje toch niet?
Dianabol
Inderdaad, de gezondheidsrisico’s van één anabolenkuurtje zijn beperkt. Als je gezond bent, en anabolica gebruikt in therapeutische doseringen afkomstig van een echte farmaceut, dan vallen die risico’s waarschijnlijk wel mee. Eén van de eerste artsen die zulke kuurtjes samenstelde was de Amerikaan John Bosey Ziegler, die in de vroege jaren zestig gewichtheffers en bodybuilders kennis liet maken met het anabole steroïd Dianabol. Dianabol was toen nog gloednieuw. De producent, de farmaceutische onderneming Ciba, had Ziegler testsamples gestuurd, met het verzoek die eens aan zijn cliënten te geven. Gewoon, om te kijken hoe ze op het anabool reageerden.
Over Ziegler, de eerste gebruikers van Dianabol en de manier waarop Dianabol bodybuilding veroverde, schreef de Amerikaanse historicus en bodybuilder John Fair in 1993 een artikel dat je integraal op het internet kunt vinden. Het heet Isometrics or Steroids?, en het is verschenen in het tijdschrift Journal of Sport History.
In dat stuk kun je lezen hoe Ziegler kuurtjes maakte die enkele weken duurde, en waarin bodybuilders Dianabol slikten in de doseringen waarvan Ciba inmiddels had achterhaald dat ze redelijk veilig waren. Dan moet je denken aan doses van hooguit enkele tientallen milligrammen per dag.
Het experiment liep volkomen uit de hand. Binnen de kortste keren voerde de ene na de andere bodybuilder op eigen houtje de doseringen op, en verlengde de duur van de kuren. Nadat hij in zijn praktijk de zoveelste bodybuilder zag die na maanden kuren met honderd milligram Dianabol per dag leverschade, gynaecomastie en gekrompen testikels had gekregen, realiseerde Ziegler zich in 1967 dat hij een kolossale blunder had gemaakt.
Teleurgesteld in zichzelf, en ook wel in de sporters die een loopje met zijn voorzichtige schema’s hadden genomen, keerde hij bodybuilding de rug toe.
Begeleiding en therapeutische doseringen
Het ‘monster dat hijzelf had geschapen’, zoals John Fair het anabolengebruik noemt, bleef in bodybuilding, en werd groter en groter. Steeds meer krachtsporters gingen anabolica gebruiken, in steeds hogere doseringen. Artsen en biochemici die aan de zijlijn toekeken hielden hun hart vast. Zij wisten uit dierstudies dat met het toenemen van de doses de effecten van anabolica op de spiermassa toenemen, maar de kans op bijwerkingen nog meer. En die bijwerkingen waren er. In de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw begonnen de meldingen van gezondheidsschade door anabolica door te druppelen in de medische literatuur. Enkele sportartsen, die het bodybuildingmilieu kenden, probeerden in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw het tij te keren. Ze probeerden sporters over te halen om anabole steroïden op een minder riskante manier te gebruiken. Geen leverslopende Dianaboltabletten meer, maar injecties met het milde Deca-Durabolin. Tweehonderd milligram Deca-Durabolin per week, acht weken lang. Wat kon er misgaan?
Werkt niet
Heel weinig, en bovendien was zo’n Decakuurtje veiliger dan de Dianabolkuurtjes van Ziegler in de jaren zestig. Maar hard groeien was er niet bij, van zo’n medisch verantwoord kuurtje. Dat ontdekten Nederlandse onderzoekers, die in 2002 de effecten van twee soorten anabolenkuren met elkaar vergeleken: een kuurtje met therapeutische doseringen van 200 milligram Deca-Durabolin per week, en kuurtjes zoals die destijds op sportscholen werden gebruikt – en waarbij de dosering kon oplopen tot 1200 milligram anabole steroïden per week. (In die laatste groep combineerden de proefpersonen meestal verschillende soorten anabole steroïden met elkaar.)
Voor en na de kuurtjes bepaalden de onderzoekers de omvang van de spiervezels in de schouderkoppen van de proefpersonen, en ontdekten dat de therapeutische kuurschema’s nauwelijks effect hadden op de spiervezelomvang. Dat was anders met de kuren die sporters zelf hadden samengesteld. Die lieten de omvang van de spiervezels toenemen met dertien procent.
Het onderzoek, dat tussen twee haakjes verscheen in European Journal of Applied Physiology, was de laatste nagel aan de doodskist van de discussie over het medisch begeleiden van farmacologische bodybuilders door artsen. Als kuurtjes waarvan artsen nog konden beweren dat ze betrekkelijk veilig waren zo weinig effect hadden, en de veel riskantere kuurschema’s uit het sportschoolcircuit zoveel, dan kon je alleen maar concluderen dat de rol van artsen in het farmacologische bodybuilding was uitgespeeld. De concentraties waarbij anabolica nog niet al te veel bijwerkingen hebben zijn onvoldoende om echt significante spiergroei te bewerkstelligen. En hoe meer bijwerkingen je bereid bent voor lief te nemen, en hoe groter de risico’s zijn die je bereid bent te nemen, hoe groter kun je worden door doping.
Pandora
In de hogere regionen van het bodybuilding is zelfs volgens klinisch patholoog en trainer Daniel Gwartney een situatie ontstaan waarin niet alleen aanleg voor spieropbouw, discipline en een uitgekiende combinatie van training, voeding en ondersteunende middelen bepalen hoe ver je het gaat schoppen. Volgens een artikel dat Gwartney in 2013 publiceerde in Muscular Development moeten de kampioenen van nu ook bestand zijn tegen de monsterdoseringen farmacologische middelen die ze gebruiken. Zonder een lever van roestvrijstaal en nieren van teflon heb je geen schijn van kans.
Als de zaken er zo bijstaan, dan is anabolengebruik een doos van Pandora, zoals we die kennen uit de Griekse mythologie. In die doos had de oppergod Zeus alle mogelijke ellende in een doos gestopt. Zolang die doos gesloten bleef, gebeurde er niets. Maar toen de geestelijk instabiele Pandora haar nieuwsgierigheid niet meer kon bedwingen brak de hel los. En tot overmaat van ramp was het niet meer mogelijk om de verschrikkingen die eenmaal uit de doos waren ontsnapt weer op te sluiten. Ze bleven rondspoken, tot in alle eeuwigheid. Die Grieken kenden de vloek van de mateloosheid.
Dozen van Pandora kunnen beter gesloten blijven.
Tekst: EIGENKRACHT.NL