EN  |  FR

Groeihormoon, groeien tegen elke prijs

Door Remco Tevreden en Rens van Kleij


Wie kent ze niet ? Carel Struycken, de Nederlandse reus genaamd 'Lurch' uit de Addams Family en Scottie Pippen, de ex-forward van de Chicago Bulls. Dat deze heren erg lang zijn is algemeen bekend, maar dat beiden acromegaal zijn is minder bekend. Acromegalen hebben van nature meer groeihormoon in hun lichaam waardoor ze langer worden dan de meeste van ons. Deze personen kun je naast een lengte van boven de 2 meter herkennen aan erg grote handen en voeten, een vergroot voorhoofd, een vooruitstekende kaak en grotere spieren. Laatstgenoemde is in de krachtsportwereld erg geliefd. Vandaar dat groeihormoon (GH) ook wel gebruikt wordt in de sport om het lijf de ultieme groeistoot te geven. De groei van organen, botten en zelfs de tong in combinatie met andere complicaties worden daarbij voor lief genomen. Maar hoe zit het nu precies? Wat doet GH? Wat zijn de risico's? En wat zijn de misverstanden?

Goed-Beter-Best?

Dit slaat op 3 stappen die een gebruikende sporter zou kunnen doorlopen tijdens zijn of haar sportleven. Na een periode van clean trainen wordt besloten om (evenals "die anderen" in de sportschool) maar voor één keertje te gaan kuren met bijvoorbeeld Deca-Durabolin®. Je denkt dat dit steroïd 'goed' is om mee te beginnen, "een lekker mild middel". Na de kuur blijkt dat de toegenomen massa snel weer verdwijnt of sterk tegenvalt met het verwachte resultaat en daar baal je natuurlijk van. Je hoort dan dat Sustanon® in combinatie met Dianabol® toch 'beter' schijnt te zijn, en aangezien je toch wel wedstrijden wilt gaan doen, probeer je het maar uit. Na enige kuren te hebben doorstaan hoor je de term 'groeihormoon' vallen, een goedje waar de 'groten' niet vies van zijn, het middel dat het 'beste' werkt. Voordat je het weet zit je met je neus in het Repertorium of andere medische boeken om al die verhalen te checken. Om het je gemakkelijk te maken volgen hieronder de belangrijkste feiten.

Hormonen

Hormonen zijn stoffen met een eiwitachtige (zoals groeihormoon) of vetachtige structuur (testosteron) die door klieren geproduceerd worden en vervolgens aan het bloed worden afgegeven. Via het bloed komen de hormonen vervolgens in de doelorganen. De hypofyse is een hormoonklier, die in de hersenen zit en verantwoordelijk is voor de afgifte van groeihormoon (GH). Deze hypofyse staat onder directe invloed van de hypothalamus die ook in de hersenen ligt. De hypothalamus controleert de afgifte van GH door de hypofyse. Het kan deze afgifte remmen dan wel stimuleren. Naarmate men ouder wordt zal de hoeveelheid GH in het lichaam afnemen. De groeihormoonafgifte schommelt gedurende de dag; zo is er een verhoogde afgifte tijdens de slaap. Dit gegeven was er de oorzaak van dat een aantal jaren geleden jonge turnsters uit de Oostbloklanden steeds tijdens de slaap wakker gemaakt werden. Men trachtte op die manier de groei tegen te werken, aangezien een grotere lengte niet gewenst was bij de sport turnen…..

Medisch gebruik

Er zijn kinderen die bij de geboorte geen of een slechtwerkende hypofyse hebben, waardoor de groei danig geremd wordt. Deze jeugdigen (in Nederland ongeveer 750) worden gedurende 6 jaar behandeld met GH (zoals Genotropin®, Norditropin® of Zomacton®). Daarnaast worden sinds drie jaar volwassenen met een hypofysestoornis met GH behandeld om hun verslechterde stofwisseling te verbeteren. De toediening van GH gebeurt doorgaans met een 'hoge druk spuit' waarbij het middel door de huid heen wordt gespoten (ook wel subcutane toediening genoemd).

Hormonaal schaakspel

GH is een stuurhormoon, dat in samenwerking met andere hormonen zijn werk doet. Zo leidt een verhoging van GH tot een toename van IGF-1 (Insulineachtig Groeihormoon Factor 1), een hormoon dat centraal in de lever en daarnaast overal in het lichaam wordt aangemaakt. De toegenomen IGF-1 stimuleert de omzetting van glycogeen (opgeslagen suiker in de spieren en lever) in glucose (suiker in het bloed) alsook die van vetten in vetzuren (vetten gereed voor verbranding). Deze reacties zijn dus in principe allemaal het werk van het hormoon IGF-1. Groeihormoon stuurt dit hormoon, vandaar dat GH ook wel een 'stuurhormoon' of een 'trofe' hormoon genoemd wordt. Om het verhaal nog iets ingewikkelder te maken is ook insuline een belangrijke partij in het geheel. Insuline is een hormoon afkomstig uit de alvleesklier, een achter de maag gelegen orgaan.  Het is vele malen sterker dan IGF-1 maar is in veel kleinere hoeveelheden aanwezig in het lichaam. Wanneer de hoeveelheid suiker (glucose) in het bloed stijgt (bijvoorbeeld na het eten), dan zal insuline ervoor zorgen dat dit opgeslagen wordt (als glycogeen) in de lever en de spieren. Insuline en GH zijn elkaars tegenpolen. GH stimuleert de omzetting van glycogeen in glucose en die van vetten in vetzuren. Insuline doet precies het tegenovergestelde. Beide maken hierbij gebruik van IGF-1. Om een eind te maken aan het theoretische verhaal, gaan we nu verder in op de praktijk.

GH en stofwisseling

De toediening van GH stimuleert de stofwisseling. IGF-1 is verantwoordelijk voor de omzetting van glycogeen in glucose en de omzetting van vetten in vetzuren. Praktisch gezien zorgt GH voor het vrijkomen van veel energie.

GH en bodybuilding

Het doel waarvoor GH in eerste instantie in de spot gebruikt wordt, is het effect op de spiermassa. Spieren kunnen door toediening van GH in massa toenemen. Opmerkelijk hierbij is dat de genoemde groei in spiermassa zeker niet zorgt voor een toename in spierkracht. We zullen zeker niet ontkennen dat je spieren gaan groeien maar ook je maag en ingewanden zullen in omvang toenemen. In het verleden zijn er wedstrijdbodybuilders zelfs gediskwalificeerd door een abnormale buikomvang. Dat zet je toch denken.
GH en botgroei. De natuurlijke afgifte van GH in het lichaam zorgt voor de (bot)groei en ontwikkeling van het lichaam. Naarmate men ouder wordt zal de afgifte verminderen waardoor de groei stagneert. Je kunt je wellicht voorstellen dat toediening van GH op volwassen leeftijd eveneens zorgt voor groei van de botten. Dit geeft naast een toename in spiermassa verschijnselen als grotere voeten, vergroeide vingertoppen, scherp vooruitstekende kaaklijn of een vergroot voorhoofd. Deze groei is blijvend, voor altijd !

GH en insuline

Naast een toename in spiermassa, leidt GH tot een verhoging van de bloedsuikerspiegel (glucose) en stimuleert GH de omzetting van vetten in vetzuren. Insuline daarentegen zorgt voor de opslag van zowel vetzuren, glucose als eiwitten. Door GH en insuline nu te combineren hopen sommige bodybuilders de effecten te versterken. Hier zijn echter grote risico's aan verbonden. In reactie op de toediening van GH zal het lichaam automatisch meer insuline aanmaken. Wanneer je bovendien van buitenaf insuline gaat toedienen, leidt dit tot een abnormale hoeveelheid insuline in het lichaam. De bloedsuikerspiegel zal hierdoor sterk dalen, waardoor de energievoorziening voor het lichaam gevaar loopt. Met name de hersenen lopen gevaar hetgeen kan leiden tot een hersenbeschadiging of zelfs een coma.

IGF-1

Soms gaat het verhaal ook wel rond dat het nog beter is om direct IGF-1 te injecteren. Mocht dit praktisch al mogelijk zijn dan zou dit zorgen voor een abnormale groei van niet alleen je spieren en botten maar ook bijvoorbeeld je nieren, lever, hart en milt. De productie van IGF-1 is alweer een paar jaar gestaakt aangezien medische onderzoeken te veel gevallen van acute krampen en coma's gaven. Diegenen die je vandaag de dag nog steeds IGF-1 aanbieden moet je maar eens 'diep in de ogen kijken'.

Groeihormoon is zeker niet het hormoon voor de beginnende gebruiker. Het type gebruiker wordt gekenmerkt door een ruime ervaring waarbij GH vaak boven op andere steroïden gebruikt wordt. Jaarlijks worden er duizenden guldens aan dergelijke kuren besteed die gekenmerkt worden door extreem hoge doseringen. De effecten zijn nooit medisch onderzocht omdat het (ethisch) niet verantwoord is om proefpersonen hieraan bloot te stellen. Desondanks wordt er vaak met lof over GH gesproken en verdwijnen negatieve verhalen in de doofpot.

Sport & Fitness 97, maart/april, 2000