EN  |  FR

De bodybuilder en de psychiater:
afhankelijkheid van anabole steroïden als ziektebeeld

Door Hans Wassink en Bart Coumans


Beste Dopingautoriteit,

Het afgelopen half jaar zijn er drie bekende Nederlandse bodybuilders in de kracht van hun leven overleden. Wanneer je op internet surft en eens op bulletin boards van bodybuilders komt, lees je heel wat schokkende dingen. Niet alleen over allerlei bijwerkingen op lichamelijk gebied, maar ook over psychische klachten. Langzamerhand begin je toch wel de indruk te krijgen dat gebruik van anabole steroïden als ‘way of life’ een heel ongezonde manier van leven is. Misschien moet je zelfs zeggen, ‘een gestoorde manier van leven’. Waarom zou je jezelf voortdurend met pillen en spuiten moeten behandelen als je niet ziek bent? Ben je dan niet rijp voor de psychiater? Het is maar een vraag…

Hoogachtend,

C.

Beste C.,

Een hele goede vraag! Je kan daar allerlei antwoorden op verzinnen en bodybuilders die anabole steroïden en andere middelen waar ze voordeel van verwachten gebruiken, hebben daar meestal motieven voor als: aan wedstrijden deelnemen, indruk willen maken en het ‘mooi’ vinden van een heel gespierd lichaam. Over die motieven kun je in discussie gaan, maar op het moment dat zulke praktijken je leven gaan beheersen en verstoren, dan heb je een probleem. Dat probleem heet ‘verslaving’, en daarachter ligt niet zelden een waaier van psychische problemen.
We hebben hierboven de term ‘verslaving’ tussen haakjes gezet, omdat je met dat woord direct midden in het hart van een oude discussie zit: bestaat er zoiets als verslaafd zijn aan anabole steroïden? En als je die term vanwege de inflatie waaraan het de afgelopen jaren onderhevig is – tegenwoordig is iedereen wel ergens aan verslaafd, hetzij gamen, shoppen of vissen – beter kunt laten varen, hoe moet je die ongezonde verhouding met dit soort middelen dan noemen? Afhankelijkheid? Hoe het ook zij, feit is in ieder geval dat de American Psychiatric Association (APA), de belangrijkste vereniging van psychiaters in Amerika, er over nadenkt een hoofdstuk over ‘abuse’ (misbruik) van anabole steroïden op te nemen in de nieuwe versie van het Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM) het handboek voor diagnose en statistiek van psychische aandoeningen dat wereldwijd geldt als de standaard in psychatrische diagnostiek. DSM-V zal ongeveer in 2011-2012 verschijnen.

Anabolen en verslaving

Vijf jaar geleden schreven we in Sport & Fitness al eens over het onderwerp ‘anabolen en verslaving’. Op de website www.eigenkracht.nl kun je het artikel ‘Kun je verslaafd raken aan anabolen?’ (juli/augustus 2004, nummer 123) nalezen. We vatten het artikel hier nog eens samen om daarna verder te gaan met het voorstel van de APA om een hoofdstuk over anabolen op te nemen in het nieuwe handboek.
Uit een onderzoek naar het gebruik van prestatieverhogende middelen door bodybuilders (A. de Boer, F. Hartens, e.a. 1996, Universiteit Utrecht en NeCeDo) bleek het volgende: de gemiddelde leeftijd van de gebruiker was 28 jaar, 90% van de gebruikers gaf aan last te hebben van bijwerkingen, na het staken van de kuur had 1 op de 5 last van onthoudingsverschijnselen (een verschijnsel dat alleen bij mannen bleek voor te komen). De verschijnselen die met de onthouding gepaard gingen waren: neerslachtigheid, moeheid en impotentie. Deze verschijnselen was voor 36% reden om opnieuw te beginnen met een anabolenkuur. Een kleine 7% daarvan gaf aan zichzelf als verslaafd te zien aan de anabolen. Dat brengt ons gelijk op de vraag: wat is verslaving eigenlijk?
De term verslaving is een lastig begrip omdat er veel verschillende opvattingen over bestaan. Je kunt verslaving zien als een ziekte, een gewoonte, een ondeugd of als een maatschappelijk probleem. Een korte definitie van verslaving is: een onweerstaanbare drang om middelen te gebruiken ongeacht de schadelijke gevolgen. Tegenwoordig wordt de term verslaving ook wel gebruik voor gewoontes waar mensen geen weerstand aan kunnen bieden. Hierdoor zijn begrippen ontstaan als gokverslaving, seksverslaving en internetverslaving.
In het denken over verslaving staat het dopaminerge-systeem in de hersenen centraal. Dit is ons beloningssysteem. Wanneer dopamine vrijkomt geeft dit een aangenaam gevoel (de beloning). Hierdoor wordt de kans groter dat je de prikkel die leidde tot dat aangename gevoel eerder wilt herhalen.
In de verslavingswereld maakt men onderscheid in lichamelijke verslaving en geestelijke verslaving. Zo wordt lichamelijk verslaafd gezien als een (sterk) lichamelijk verlangen naar het middel na onthouding. Kenmerken hiervan zijn dat er lichamelijke klachten optreden na het staken van het middel en dat er geleidelijk aan meer van het middel nodig is om het aangename effect te krijgen. Bij geestelijke verslaving is er een (sterk) psychisch verlangen (‘craving’) naar het middel na onthouding. Onthouding kan gepaard gaan met mentale verschijnselen zoals moeheid, prikkelbaarheid, rusteloosheid en depressie. Van anabolen wordt altijd gezegd dat het niet lichamelijk maar wel geestelijk verslavend kan zijn. In het Engels wordt dit onderscheid vaak gemaakt met behulp van de termen ‘addiction’ (verslaving) en ‘dependence’ (afhankelijkheid).
In 2002 kwam de Amerikaanse psychiater Kirk Brower met een overzichtsartikel over anabolengebruik en verslaving. Hij vond in de medische literatuur 165 gevallen waarbij anabolengebruikende gewichtheffers en bodybuilders voldeden aan de officiële criteria van verslaving. Er zijn zeven criteria en als je er aan drie of meer voldoet dan beschouwt men je als verslaafd.
Die criteria hebben betrekking op controleverlies over het gebruik, gebruik ondanks negatieve bijwerkingen en ontwikkeling van tolerantie en onthoudingsverschijnselen. Brower onderscheidt voor anabolen twee soorten afhankelijkheid, namelijk een afhankelijkheid aan je spieren (myo-actieve afhankelijkheid) en een psychische (psycho-actieve) afhankelijkheid. Het feit dat je na een kuur weer een groot deel van je spiermassa kwijt raakt maakt de kans groter – indien je daar gevoelig voor bent – dat je weer snel aan de pillen of spuit zit.

Nieuwe criteria voor afhankelijk zijn van anabole-androgene steroïden

In het onderzoek van Brower, Harrison Pope (misschien wel de bekendste psychiater die onderzoek doet naar anabolen) en anderen wordt een mogelijke ‘verslaving’ aan anabolen beoordeeld met behulp van de zeven criteria die in DSM-IV voor ‘verslaving’ worden gegeven. Wanneer iemand aan drie van de zeven criteria voldoet, dan wordt de conclusie getrokken dat die persoon een probleem heeft. Om ‘dependence for anabolic-androgenic steroids’ beter te laten aansluiten op de criteria van het DSM-handboek, zodat het als psychische aandoening mogelijk in de nieuwe versie wel wordt opgenomen, heeft de APA een aantal aanvullingen op de criteria voorgesteld. Een van de belangrijkste redenen is, dat bij misbruik van klassieke drugs er een directe ‘high’ of roes ontstaat, terwijl bij anabolen er als het ware een ‘uitgestelde beloning’ is. Hieronder geven we een vertaling van de criteria en zetten we de aanvullingen in cursief.

Afhankelijkheid van anabole-androgene steroïden: misbruik van AAS, met duidelijke stoornissen of klachten tot gevolg hebbende, waarbij het vertonen van drie of meer van onderstaande kenmerken in een periode van 12 maanden, de diagnose ‘afhankelijkheid van anabole-androgene steroïden’ rechtvaardigt.

1. Tolerantie, als gedefinieerd door een van de volgende zaken:

(a) De behoefte aan duidelijk toegenomen hoeveelheden van het middel om het gewenste effect of de roes te bereiken; voor AAS, kan deze verhoging van doseringen in verband staan met ontevredenheid over het eerder bereikte effect (i.c. de mate van spiermassa)
(b) Een duidelijk minder groot effect bij voortgezet gebruik van dezelfde hoeveelheid van het middel (i.c. het niet slagen van het vasthouden van dezelfde mate van spiermassa bij een bepaalde dosis AAS)

2. Onthoudingsverschijnselen, gekenmerkt door een of beide van onderstaande:

(a) Het karakteristieke onthoudingssyndroom, voor AAS gekenmerkt door twee of meer van de volgende klachten: depressiviteit, sterke vermoeidheid, slapeloosheid of juist veel slapen, verminderde eetlust, en verlies van seksuele interesse (libido)
(b) AAS worden gebruikt om onthoudingsverschijnselen te verminderen of voorkomen

3. Het middel wordt vaker in grotere hoeveelheden of over een langere periode genomen dan de bedoeling was: voor AAS kan dit worden gekenmerkt door vaker kuren dan iemand van plan was, of door het voortdurend gebruik van AAS en het volledig overslaan van ‘off’ periodes

4. Er is een aanhoudend verlangen naar het middel of er zijn mislukte pogingen gedaan om minder te gebruiken of het gebruik van het middel onder controle te krijgen: bij AAS kan dit betekenen onsuccesvolle pogingen te gebruik te minderen of met gebruik te stoppen, met als achterliggende reden een sterke angst over een vermeende geringe mate van spiermassa

5. Een groot deel van de tijd wordt besteed aan activiteiten die nodig zijn om het middel te verkrijgen, het middel te gebruiken, of het herstellen van gebruik van het middel: voor AAS kan dit betekenen een groot deel van de tijd besteden aan bodybuildinggerelateerde activiteiten die met het gebruik van AAS heeft te maken (i.c. tijd besteed aan trainen, bezig zijn met voeding, supplementen en omgaan met andere gebruikers van AAS), naast de tijd ook die wordt besteed aan het toedienen van de AAS zelf

6. Belangrijke sociale, werkgerelateerde of recreatieve activiteiten worden opgegeven of lopen sterk terug door het gebruik van het middel: voor AAS kan dit betekenen het opgeven van belangrijke activiteiten die buiten de sportschool plaats hebben, door een extreem bezig zijn met het op peil houden van de door misbruik van AAS verkregen mate van gespierdheid (i.c. de persoon vermijdt dit soort activiteiten uit angst dat hij/zij er trainingen door zal missen, van het voedingsbeleid zal afwijken of anderszins zijn bodybuildingdiscipline zal verstoren

7. Men gaat door met het middel te gebruiken ondanks de wetenschap dat dit gepaard gaat met een blijvend of terugkerend lichamelijk of psychisch probleem, dat zeer waarschijnlijk is veroorzaakt of verergerd door gebruik van het middel: voor AAS gaat het dan om medische problemen als gynaecomastie, seksueel dysfunctioneren, hoge bloeddruk, verstoringen van de bloedvetten, hartafwijkingen; of psychische problemen als sterke stemmingswisselingen, zeer snel en sterk geïrriteerd zijn, of een toegenomen agressiviteit

Bij drie of meer van bovenstaande criteria begint het er toch sterk op te lijken, dat je afhankelijk bent geworden van anabole steroïden. Het middel is het doel geworden.

Achtergrondinformatie:

‘Issues for DSM-V: Clarifying the Diagnostic Criteria for Anabolic-Androgenic Steroid Dependence’ (Am J Psychiatry 166:6, June 2009 – te vinden op ajp.psychiatryonline.org). ‘Anabolic Steroids: what the psychiatrist needs to know’, Harry Rashid, Sara Ormerod & Ed Day, (Advances in Psychiatric Treatment (2007), vol.13, 203-211). Op internet te downloaden.

Sport & Fitness 154, september/oktober, 2009