EN  |  FR

De mythe van het kleine kuurtje

Door Hans Wassink & Bart Coumans


Hoi,

Ik train al een tijdje en met de vooruitgang wil het niet meer zo. Zou af en toe een klein kuurtje nou zo’n kwaad kunnen? Het is helemaal mijn bedoeling niet om grof aan de anabolen te gaan, maar een klein beetje, af en toe, om weer een stukje vooruit te gaan. Moet toch kunnen, of niet?

Vriendelijke groeten,

G.

Beste G.,

Het is een van de meest gestelde vragen aan de Dopinginfolijn, samen met ‘Wat is nou het minst gevaarlijke anabool?’ Heel begrijpelijk, natuurlijk, want anabole steroïden zijn geen smarties, ook al lijken sommige mensen ze als zodanig te beschouwen. Je gezondheid voorop zetten en geen onnodige risico’s nemen is dan ook een hele verstandige houding. Voor wat de kosten/batenanalyse van het ‘kleine kuurtje’ betreft, zijn er drie belangrijke kostenargumenten waar je rekening mee moet houden, en die we in dit artikel wat verder zullen uitdiepen: 1) het inschatten van het reële risico van gebruik wordt bemoeilijkt doordat 50-60% van de anabolen en verwante middelen op de zwarte markt vervalst is, waardoor je niet weet wat je in handen hebt, 2) kleine kuurtjes leveren heel weinig tot niets op, in ieder geval bij jonge gezonde mensen, 3) je slaat toch een pad in, waarin je mogelijk doseringen en combinaties gaat verhogen om toch enig effect te zien. En aan die weg hangt een pittig prijskaartje.

Niet van echt te onderscheiden

In de jaren zeventig, begin jaren tachtig waren de anabolen die in het illegale circuit verhandeld werden afkomstig van buitenlandse apotheken die een minder strenge wetgeving kenden dan de Nederlandse of gewoon een oogje dichtknepen omdat ze handel zagen in de forse afnamen. Eind jaren tachtig begon de markt overspoeld te raken met vervalsingen. Bij vervalsingen kan er meer/minder of totaal iets anders in zitten dan op de verpakking staat. Ook bestaat er een reëel risico op bacteriologische vervuiling omdat de ‘middelen’ niet onder streng hygiënische zijn geproduceerd.
Hoe vals van echt te onderscheiden? Enkele knullige uitzonderingen daargelaten, is er geen goede praktische manier om met een middel in de hand te bepalen of het om een vervalsing gaat of niet. Een labanalyse is hiervoor natuurlijk de geschikte methode (en aan de Dopinginfolijn wordt vaak gevraagd waar men de anabolen kan laten testen), maar er zijn geen laboratoria waar een particulier zijn bollen kan laten testen. In de praktijk betekent dat dat een gebruiker is overgeleverd aan een trial-and-error benadering waarbij de mate van spierkracht en/of spiergroei wordt gezien als bewijs dat het om ‘the real stuff’ gaat. Maar ook op deze manier gerustgestelde gebruikers lopen risico’s: de kwaliteit van de vervalste producten schommelt behoorlijk, en een product dat er vanaf de buitenkant hetzelfde uitziet, met onder andere hetzelfde batchnummer en dezelfde houdbaarheidsdatum, kan zeer verschillend gedoseerd zijn. Tenminste 50-60% van de producten levert niet wat er op de verpakking staat gedeclareerd. In 7% van de gevallen is geen enkele werkzame stof in het product verwerkt. De handel in vervalsingen is verworden tot een van de producten in de portefeuille van criminele organisaties waartoe ook drugs, wapens, gestolen auto’s en vrouwenhandel toe behoren. Overigens is de handel in vervalste medicijnen de laatste jaren gigantische gegroeid, en dan gaat het niet alleen om Viagra®. Er wordt geschat dat wereldwijd 1 op de 10 medicijnen is vervalst, met een omzet van een slordige 45 miljard euro op jaarbasis. De toename van namaak heeft in hoge mate te maken met de verkoop van geneesmiddelen via internet. Over interneppen gesproken.

Therapeutische doseringen doen weinig

Uit gesprekken met twijfelaars of beginnende gebruikers aan de Dopinginfolijn, rijst nogal eens het beeld op van anabole steroïden als een soort supersupplementen die, mits in kleine hoeveelheden genoten, weinig schade opleveren en de vooruitgang in kracht en spiermassa fors zouden kunnen stimuleren. Bovenstaande verhaal over vervalsingen haalt dat argument in ieder geval onderuit, maar er is nog een ander argument waarom je drie keer na moet denken voor je aan de ‘kleine kuurtjes’ gaat. Therapeutische doseringen in de orde van 200 mg nandrolon per week zet voor spiergroei en krachttoename bijzonder weinig zoden aan de dijk.
Tussen 2001 en 2003 onderzocht een groep Nederlandse wetenschappers de effecten van therapeutische doseringen anabole steroïden op cleane, getrainde sporters. De kleine groep kreeg acht weken lang 200 mg Deca Durabolin® (nandrolon) en een even kleine controlegroep kreeg een placebo toegediend. Bij beide groepen werd de urine onderzocht op metabolieten en voor en na de cyclus werd een stukje spier genomen uit de voorkant van de schouders, waarna gekeken werd naar de samenstelling van de spiervezels. Er bleek zowel bij de nandrolongroep als bij de controlegroep nauwelijks iets te zijn veranderd (onderzoek valt te bekijken op Pubmed, zie Hartgens F, Van Marken Lichtenbelt WD, Ebbing S, Vollaard N, Rietjens G, Kuipers H. Body composition and anthropometry in bodybuilders: regional changes due to nandrolone decanoate administration. In Int. J Sports Med. 2001 Apr;22(3): 235-41.
In een nieuwe studie herhaalde de onderzoekers hun procedure, met opnieuw een groep getrainde krachtsporters die nooit eerder gebruikt hadden. Die kreeg wederom 200 mg nandrolon per week. In een vervolgstudie werden proefpersonen uit bodybuildingkringen gekozen, waarnaast een controlegroep werd afgezet van niet gebruikende krachtsporters. De proefpersonen uit bodybuildingkringen gebruikten hardcore doseringen van anabolen die ze zelf op de illegale markt hadden gekocht. Die doseringen varieerden van 200 tot 1200 mg per week en bestonden uit twee tot zes verschillende (androgene) anabole steroïden. Dit keer was er een duidelijke uitkomst tussen de groep die therapeutische doseringen hadden gekregen en de groep die flink aan het stacken was gegaan. Bij die groep was de gemiddelde spiervezelomvang met bijna 13% toegenomen. Hoewel er in het onderzoek geen gewichtstoename wordt vermeld, zal duidelijk zijn dat een gemiddelde toename van je spiervezelomvang met 13% zeer fors is te noemen. Zie Hartgens F, van Straaten H, Fideldij S, Rietjens G, Keizer HA, Kuipers H. Misuse of androgenic-anabolic steroids and human deltoid muscle fibers: differences between polydrug regimens and single drug administration. Eur J Appl Physiol. 2002 Jan;86(3):233-9.

Stacken of clean blijven?

Het lijkt er dus op dat de droom van het voorzichtige, kleine kuren in rook is opgegaan en dat er niets anders opzit dan je te begeven in het Lunapark van de ‘supratherapeutische doseringen’, wat een nette uitdrukking is voor veel meer en langer gebruiken dan een arts zou durven voorschrijven. Uit onderzoek is bekend dat meer dan 90% van de gebruikers last hebben van bijwerkingen als acné, vocht vasthouden, hoge bloeddruk, gynaecomastie, haaruitval, verkleining van de testikels, depressie, agressie en emotionele labiliteit, om maar de bekendste van een hele waslijst ongewenste neveneffecten te noemen.
Een verstandiger keus lijkt clean blijven en gestaag werken aan het opbouwen van een gezonde, sterke en gespierde fysiek. In vijf jaar tijd is er voor de gemiddelde gezonde man die training, herstel, voeding en motivatie goed op elkaar weet af te stemmen 15-20 kg spiermassa te winnen. Dat is veel, als je van 75 kg naar 90-95 kg gaat. En de bonus is enorm, als je er even over nadenkt. Geen ongewenste bijwerkingen, geen pillen, prikken, agressie, acne, emotionele labiliteit, en noem het allemaal maar op. Daar kweek je krachtsporters mee die met 140-145 kg liggen te bankdrukken… en series maken!

Goed nieuws en slecht nieuws

Om maar direct met het slechte nieuws te beginnen (kunnen we gelijk verder gaan met het nieuws waar je vrolijker van wordt): de kennis van training en voeding, herstel en motivatie, kortom van de pijlers van een goed geïntegreerd trainingsprogramma is bij veel cosmetische sporters (die als voornaamste doel hebben spiermassa op te bouwen en het lichaamsvetpercentage te verlagen) belabberd. Na een eerste jaar van toename in massa en kracht, begint de wet van de verminderde spieropbouw al een beetje voelbaar te worden. Maar alleen omdat er in de meeste gevallen nog nauwelijks echt goed getraind is.
Het goede nieuws is, dat er de afgelopen 10 jaar – mede dankzij internet – een grote hoeveelheid wetenschappelijke kennis beschikbaar is gekomen over training en voeding, waar je je voordeel mee kunt doen. Twee recente onderzoeken ter illustratie: Spaanse onderzoekers concludeerden dat krachtsport eigenlijk een vorm van hormoontherapie is. In een onderzoek gepubliceerd in het European Journal of Applied Physiology (2007 Jan;99(1):65-71.) bleek geregelde krachttraining de testosteronspiegel met zo’n veertig procent omhoog te krijgen. De Spanjaarden deden een proef met twintig mannelijke studenten die nog nooit eerder serieus aan sport hadden gedaan. Ze lieten ze vier weken lang drie keer per week trainen, waarbij ze zeven oefeningen per training afwerkten die alle belangrijke spiergroepen aanpakten. Na vier weken was de testosteronspiegel in rust met 40% toegenomen.
Uit een ander, recent onderzoek, bleek dat het beperken van de rust tussen de sets tot twee minuten de testosteronspiegel doet stijgen en dat de spieren daar van profiteren. Het programma waar ze gezonde, cleane krachtsporters van midden in de twintig aan onderwierpen, bestond uit meerdere oefeningen voor meerdere sets, en gewichten op 80 % van hun 1RM. Het doel van de studie was het bepalen van de invloed van een verhoogde testosteronspiegel op de androgeenreceptor in reactie op training. Dat bleek meer androgeen receptoren te prikkelen, waardoor meer spiereiwitten werden opgebouwd en/of het herstel verbeterd. Het onderzoek was een gezamenlijk initiatief van Finse en Amerikaanse wetenschappers, waaronder William Kraemer, de godfather van onderzoek naar krachttraining en auteur van onder andere Designing Resistance Training Programs (3e editie, 2004 Human Kinetics).
En ‘last but not least’, de afgelopen vier, vijf jaar verschenen er enkele metastudies op het gebied van krachttraining, waaronder die van Rhea en collega’s A Meta-analysis to Determine the Dose Respons for Strength Development (Medicine & Science in Sports & Exercise, March;35(3):456-64). Op de website van www.eigenkracht.nl vind je hier meer over, zie het webbericht ‘Kader voor Krachttraining’ (27 december 2005) en lezing ‘Top Tips voor Krachttraining’, die 15 februari werd gegeven op het EFAA-congres in Noordwijkerhout (webbericht van 2 maart 2009).
Met die enorme bulk aan beschikbare informatie over krachttraining, heeft niemand in wezen nog een goed excuus om aan de anabolen te gaan.

Sport & Fitness 151, mei/april 2009