EN  |  FR

Later komt soms vroeger dan je denkt
Langetermijneffecten van anabolen

Door Bart Coumans & Rens van Kleij


Geachte Dopingautoriteit,

Wat is er bekend over wat anabolen op de langere termijn voor effecten hebben? Om me heen trainen van die jonge gasten die alleen maar oogkleppen op hebben en niet verder kijken dan hun neus lang is en een en ander gebruiken. Ik waarschuw ze wel eens voor de nadelige gevolgen van gebruik die ze later kunnen krijgen, maar wat is daar nou precies over bekend?
 
J. v.d. E.

Beste J.,

Goede vraag en een lastig item dat je naar voren brengt. Die ‘jonge gasten’ hebben inderdaad meer oog voor nu of straks dan voor later. Later is nog heel ver weg, er kan nog van alles gebeuren, en ja….opa is ook 90 geworden en die rookte zijn hele leven al. Het is als proberen een koelkast aan een eskimo te verkopen. Een ander lastig punt is dat er weinig zogenaamde harde (wetenschappelijke) feiten zijn. Gebruikende bodybuilders zijn niet zo vaak onderwerp van studie, laat staan diegenen die lang gebruiken. Ze lopen er niet graag mee te koop, om het maar zo te zeggen. Daarbij komt dat effecten op de lange termijn moeilijker zijn vast te stellen. In de afgelopen jaren hebben enkele onderzoekers toch pogingen ondernomen om vast te stellen wat jarenlang anabolengebruik met je lijf én je geest kan doen. We bespreken hier enkele van die onderzoeken.

Finse powerlifters

Een manier om vast te stellen wat anabolen voor risico’s vormen voor je gezondheid is een groep langdurige gebruikers te vergelijken met een groep leeftijdsgenoten die niet gebruikt (heeft). Dat is lastig want die groep gebruikers staat niet te springen om openlijk voor gebruik uit te komen en dan nog mee te doen aan zo’n onderzoek. Finse onderzoekers (Parssinen e.a., 2000) bedachten een handige strategie. Zij gingen wedstrijdpowerlifters (alleen mannen) vergelijken met een groep in leeftijd vergelijkbare doorsnee Finnen. De wedstrijdpowerlifters werden door de onderzoekers verdacht van gebruik van vooral anabole steroïden. Het betrof powerlifters die in de jaren 1977 tot 1982 in de top 5 waren geëindigd bij de nationale kampioenschappen. Pas in 1984 werden daar dopingcontroles ingevoerd. Vervolgens zouden beide groepen met elkaar vergeleken worden. Wat men wilde weten was of gebruikers eerder stierven dan niet-gebruikers en wat de doodsoorzaak was in beide groepen en of daar dan verschillen in zouden zitten.

Overlijdensrisico

De totale groep powerlifters die ze ‘terugvonden’ bestond uit 64 mannen. Twee daarvan kon men helaas niet meer traceren, dus bleven er 62 over. De controlegroep bestond uit 1094 Finnen die als groep vergelijkbaar was qua leeftijd met de powerlifters. Van beide groepen werd de situatie bekeken in 1993. Van de powerlifters waren er in 1993 8 van de 62 overleden (=12,9%). De gemiddelde leeftijd van die 8 overleden powerlifters was 43 jaar (de jongste was 36 en de oudste 53 jaar). In de controlegroep (de doorsnee Finnen) waren er 34 van de 1094 overleden (=3,1%). Als je dat met elkaar vergelijkt dan hebben ex-powerlifters dus een meer dan 4 maal zo groot risico om voortijdig te overlijden dan de gemiddelde mannelijke leeftijdgenoot in Finland.

Doodsoorzaken

Bij de doorsnee Finnen bleek een kwart van de overledenen bij een of ander ongeluk te zijn omgekomen. De meest voorkomende doodsoorzaak bleek echter hart- en vaatziekten te zijn (50%). Kanker en zelfmoord vormden 12% van het totaal. Hoe zat het met de ex-powerlifters? Van de 8 waren er 3 aan zelfmoord overleden, nog eens 3 aan allerlei coronaire hartziekten met daarbij onder meer cardiomyopathie (een zieke hartspier), afwijkende bloedvetwaarden, te hoge bloeddruk en diabetes. Daarnaast stierf er een aan een levercirrose en een aan kanker. Wat vooral opviel als je de powerlifters vergelijkt met de doorsnee Fin is het aantal zelfmoorden. Nu scoort Finland (staat tweede na koploper België) in Europa erg hoog wat betreft het aantal zelfmoorden, dus des te opvallender dat powerlifters nog hoger scoren dan de rest.

Enige relativering

Er valt natuurlijk een en ander af te dingen op dit Finse onderzoek. Het gaat om een relatief kleine groep van 62 powerlifters in een bepaalde periode. Een terechte vraag is natuurlijk of ze daadwerkelijk gebruikt hebben? Omdat in die periode nog helemaal niet op doping werd gecontroleerd kun je ervan uitgaan dat in die groep het nodige werd gebruikt. Uit andere Finse onderzoeken midden jaren 80 was al gebleken dat deze groep regelmatig de pil of de spuit hanteerde.
Een ander kritisch puntje is dat wellicht powerlifters op andere terreinen nogal anders kunnen zijn dan de doorsnee Fin wat het hoge aantal zelfmoorden zou kunnen verklaren, bijvoorbeeld dat ze zwaarmoediger zijn. Echter, dit lijkt nogal onwaarschijnlijk.
Lastig blijft ook wat en hoeveel men gebruikte in die tijd in vergelijking met nu. Als het toen minder vaak en met lagere doseringen was dan zou je mogen verwachten dat de huidige gebruikers een hardere klap gaan krijgen als ze zo rond hun veertigste komen. Verder gaat dit onderzoek alleen over mannen, van vrouwen weten we helaas niks. Ondanks deze relativeringen word je niet optimistisch van de uitkomst van het onderzoek.

Muizen aan de anabolen

Hoewel je muizen natuurlijk niet zo maar kunt vergelijken met mensen kan er echter wel lering uit worden getrokken. In een wetenschappelijk onderzoek (Bronson e.a., 1997) gingen mannelijke muizen 6 maanden aan 4 soorten anabole steroïden met verschillende doseringen. Zes maanden is op een kort muizenleven een behoorlijk lange periode. De doseringen kwamen – volgens de onderzoekers - aardig overeen met die bij topsporters en bodybuilders. Een jaar nadat de muizen waren uitgekuurd werd gekeken hoeveel er nog in leven waren. Van de muizen die een stevige kuur hadden gekregen was 52% binnen dat jaar overleden, bij de ‘matige’ kuurders had 35% het loodje gelegd en bij de cleane muizen was 12% overleden. Doodsoorzaken waren: tumoren en andere schade in lever en nieren, lymfklierkankers, hartziekten en vaak combinaties van het hiervoor genoemde. Het risico van voortijdig overlijden bleek dik 4 keer zo hoog te zijn bij de gedrogeerde muizen in vergelijking met de cleane muizen. Dit is een vergelijkbaar getal met de powerlifters van het vorige onderzoek, wellicht toevallig. Natuurlijk het zijn muizen en geen powerlifters en bodybuilders, maar ja vrolijk nieuws kun je het niet noemen.

Brits onderzoek bij bodybuilders

Recent verscheen in het British Journal of Sports Medicine een onderzoek waarin gekeken werd naar de effecten van jarenlang anabolengebruik (Graham e.a., 2006). De onderzoekers hadden het idee dat er een zogenaamde onderrapportage en dus onderschatting bestond van de schadelijke gevolgen van anabolen. Zij hadden het vermoeden dat er vaker plotse dood voorkwam en dat meer bloedpropjes in hart en vaten vast komen te zitten dan men nu vermoedt. Bekend is dat hoge homocysteïnespiegels in het bloed meer risico geven op bloedstolsels en embolie. Een embolie is een bloedpropje dat op drift raakt in je vaatstelsel, totdat het ergens vast komt te zitten en een bloedvat afsluit. De plek waar die afsluiting zit (longen, hersenen, kransslagaderen) bepaalt de soort en hoeveelheid schade. De vraag is dan ook of anabolengebruik leidt tot hogere homocysteïnespiegels. Deze studie moest daar meer helderheid over geven.

Vier onderzoeksgroepen

Veertig man deed mee aan het onderzoek, verdeeld over 4 groepen van 10. Deze zagen er als volg uit: een groep gebruikende bodybuilders, een groep gebruikers die minimaal de laatste 3 maanden niks gebruikt had, een groep natural bodybuilders en een groep doorsnee (inactieve) mannen die redelijk overeenkwam met de rest (qua leeftijd en lichaamslengte) met de andere groepen.
Wat bleek? De gebruikende bodybuilders waren zwaarder - vanwege meer vetvrije massa - dan de naturals en de bankzitters. De homocysteïnespiegels waren flink hoger bij de gebruikers met name de groep die op het moment van het onderzoek in de kuur zat. Bij deze groep was het hematocrietgehalte (=verhouding rode bloedcellen versus het bloedplasma) ook fors hoger dan bij de rest, namelijk gemiddeld bijna 56%. In het wielrennen zouden ze na een gezondheidscontrole acuut een startverbod krijgen. De gebruikende bodybuilders hadden ook een hogere eiwitinname dan de naturals en de inactieve bankzitters. Toch gaven de onderzoekers aan dat hoge eiwitinnames niet de hoge homocysteïnespiegels kunnen verklaren. Maar liefst 3 van 10 gebruikende bodybuilders in dit onderzoek overleden plotseling. Het bleek dat deze 3 hogere homocysteïnespiegels hadden dan gemiddeld in die groep. Nader onderzoek gaf aan dat ze alledrie overleden waren aan hart- en vaatziekten. De conclusie van het onderzoek luidde, dat jarenlang gebruik van hoge doseringen anabolen hoge homocysteïne- en hemotacrietwaarden geven wat het risico van plotse dood en hart- en vaatziekten aanzienlijk vergroot.

Hoge homocysteïne- en hemotacrietwaarden

Dit Britse onderzoek legt een link tussen anabolengebruik, hoge homocysteïne- en ook hemotacrietwaarden en voortijdig overlijden en hart- en vaatziekten. Over homocysteïne- en hemotacrietwaarden willen we je graag wat meer achtergrondinformatie geven.
Homocysteïne is een zwavelhoudend aminozuur dat in je bloed zit en dat een rol speelt bij de eiwithuishouding. Homocysteïne wordt gevormd uit methionine, een essentieel aminozuur. Gaat er iets fout in de vorming dan wordt het gehalte aan homocysteïne te hoog. Er bestaan zeer sterke aanwijzingen dat teveel homocysteïne leidt tot hart-en vaatziekten. Hoe dat precies zit is niet helemaal duidelijk. Teveel homocysteïne wordt in verband gebracht met slagaderverkalking. De binnenbekleding van slagaders zou beschadigd raken door homocysteïne en hierdoor kan cholesterol zich makkelijker ophopen en verkalken (= slagaderverkalking).
Hematocriet is de verhouding rode bloedcellen (erytrocyten) ten opzichte van de bloedvloeistof, het bloedplasma. Dit wordt uitgedrukt in een percentage. Normaal ligt dat op ruim 40%. In het wielrennen wordt bij de zogenaamde gezondheidscontroles hematocrietwaarden gemeten. Zit een wielrenner boven de 50% dan mag hij niet starten en is meteen verdacht van dopinggebruik. Meestal volgt meteen een dopingcontrole. Hoge hematocrietgehaltes duiden op stroperig bloed dat lastiger wordt rondgepompt en met meer risico op bloedklonteringen en dus tromboses e.d.

Tot slot….

Langzaam maar zeker komen er wetenschappelijke onderzoeken die inzicht geven in de langetermijneffecten van anabole steroïden. Natuurlijk zijn er soortgelijke voorbeelden, zoals de 90-jarige rokende opa zonder klachten, maar de signalen over de gevolgen van anabolengebruik op je lijf staan eerder op rood dan op groen. Recente sterftegevallen van net 40-plussers in het bodybuilding en de krachtsport duiden daar ook op (lees ook het artikel Stille sterfte van Willem Koert in de Sport & Fitness van maart/april 2006). Naarmate het onderzoek vordert wordt ook steeds meer duidelijk wat de verklaringen kunnen zijn. Naast slechte cholesterolwaarden blijkt een hoge homocysteïnewaarde een onafhankelijke risicofactor te zijn. Dus….jonge beginnende spuiters en slikkers, jullie zijn gewaarschuwd!

Sport & Fitness 137, november/december 2006