EN  |  FR

 De terugkeer van het atletische lichaam?

 

Door: Hans Wassink

 

Hoi,

Wat mij opvalt is dat je op bodybuildingwedstrijden steeds meer fysiek-achtige klassen te zien krijgt, zowel voor de dames als de heren. Dat vind ik veel mooier dan dat supergespierde wat je tegenwoordig in de bladen ziet. Moeten we niet meer die kant op, van een mooi en atletisch lijf?

Groeten, P.

 

Beste P.,

Het is inderdaad waar dat je op bodybuildingwedstrijden de laatste jaren steeds meer van dat soort fysiek/bikini-klassen(Classic, Figure, Bikini) ziet, waar het meer om het ‘mooie’  gaat, dan om het indrukwekkende. Oorspronkelijk waren het Miss Bikini-verkiezingen die de bodybuildingwedstrijden moesten opluisteren of ‘opleuken’, zeggen we tegenwoordig, omdat in die good old days (jaren 50-60) volgens de richtlijnen van de American Athletic Union (AAU) de bodybuildingwedstrijden pas mochten beginnen als alle gewichthefklassen hun ding hadden gedaan. Gewichtheffen was een sport, bodybuilding een nieuwkomer met onduidelijke status. Omdat het dan meestal later op de avond was, werd door de organisatoren van de bodybuildingwedstrijden een blik bikinidames opengetrokken om de complete leegloop van de zaal af te remmen. Een ouwe truc die nog steeds werkt, gezien het groeiende aantal bezoekers van bodybuildingwedstrijden in ons land.

Stammenstrijd

De glorietijd van wedstrijdbodybuilding in Nederland lag tussen de jaren 80-95, met tal van kampioenen, vooral veel wereldkampioenen bij de dames, daarna begon het bezoekersaantal en het aantal wedstrijdbodybuilders af te nemen. Dat had verschillende oorzaken: conflicten tussen allerlei bonden/bondjes die voor veel onduidelijkheid en onrust zorgden, toenemend gebruik van allerlei dopinggeduide middelen waardoor de eisen die aan de sporter werden gesteld een stuk hoger kwamen te liggen, en een sterk verhoogd risicoprofiel door dat gebruik en de opkomst van underground labs en vervalste middelen.  
Hoewel het wedstrijdbodybuilding internationaal gestaag doorgroeide, begon het zware gebruik van middelen en de voorkeur voor massa boven atletische lijnen protest op te leveren. De bekendste naam uit de stammenstrijd tussen ‘extreme massa’ versus ‘klassieke fysieken’, à la Frank Zane (Mr.Olympia 1977-1979), was wel Bob Paris, wereldkampioen in de zwaargewicht- en overall klasse 1983 en zevende op de Mr.Olympia 1984. Ondanks zijn faam als ‘ fraaist gebouwde bodybuilder aller tijden’  lukte het hem uiteindelijk niet consequent hoog te eindigen op profwedstrijden als de Mr.Olympia of Arnold Classic. De trend naar extreme massa die met Lee Haney was ingezet was niet te stoppen. Massamonsters als Dorian Yates, Ronnie Coleman en Jay Cutler wisten twintig jaar lang het beeld te bepalen van hoe de ultieme high tech bodybuilder er moet uitzien. Bob Paris woog op zijn zwaarst krap 99 kg, een tekort van een kilo of 30, in vergelijking met de grootste bodybuilders die nu het wedstrijdpodium bevolken. Paris was een groot voorstander van verplichte dopingcontroles in wedstrijdbodybuilding. In 1997 schreef hij het boek Gorilla Suit, waarin hij zijn frustraties over waar het bodybuilding naar op weg was uitsprak. Die weg zou volgens hem geplaveid zijn met dodelijke slachtoffers en eindigen in een ‘total implosion of the sport’.

The next generation

Ruim 22 jaar later trekt klinisch patholoog dr. Daniel Gwartney nog eens aan de bel in het artikel Beyond Human. The genetic shift in bodybuilding (Muscular Development, september 2013). Volgens hem is wedstrijdbodybuilding op het hoogste niveau op een keerpunt gekomen. Het gaat, vindt hij, niet meer om ‘human enhancement’  maar om ‘post-human enhancement’, en wat hij daarmee wil zeggen komt in het kort op het volgende neer: de top in bodybuilding bereik je niet meer met een mix van grote aanleg voor spieropbouw, grenzeloze ambitie en een uitgekiend programma van training, voeding en ‘chemicaliën’, maar je hebt nog iets anders nodig… een oersterke constitutie die je beschermt tegen de aanslag die een alle grenzen overschrijdend gebruik van dopingmiddelen betekent. In gewone mensentaal, een lever als een paard en nieren van schokbeton. Het spreekt voor zich dat je het dan over een zeer klein percentage mensen hebt.  Toch stelt dat handjevol de norm waaraan veel mensen denken te moeten voldoen.
In feite zegt dokter Gwartney dat de lat onmenselijk hoog is komen te liggen, en hij is benieuwd waar dat naartoe moet. Mogelijk naar de ‘total implosion of the sport’ waar Bob Paris van sprak. Daniel Gwartney is niet de bezorgde arts die het vingertje heft, maar al meer dan 18 jaar een fanatiek bodybuilder en begeleider van bodybuildingtoppers, die naast voedingsadviezen ook adviseert inzake ‘the fine chemicals as they relate to sportsperformance and physical conditioning’. Kortom, iemand die precies weet wat er in het veld gebruikt wordt en die zich afvraagt of de sport nog wel ‘levensvatbaar’ is.

Een poging de band aan te halen met het grote publiek en begrip te kweken voor een sport die maar heel weinig mensen (kunnen) volgen, wordt gedaan via de filmdocumentaire The Next Generation, die recent in première ging. Het moest de opvolger van Pumping Iron (1977) worden, de film waarmee Arnold Schwarzenegger bekend werd en bodybuilding in een positief daglicht werd gezet. Maar in die 36 jaar tussen de twee films is veel gebeurd. Met alle spiermassa die Arnold ook had, bleef hij toch slechts de dubbelgespierde versie van oom Henk die aan gewichtheffen deed. Als je aanleg had en heel hard trainde kon je een eind in de buurt komen. Maar de mannen die nu op het grote doek hun opwachting maken, zijn nauwelijks nog te herkennen als mensen van vlees en bloed. Ze zijn in een fabriek van de lopende band gerold, compleet met borstplaten en bovenbeenkappen, en medewerker X van de fabriek klikt er aan het eind nog een set titanium buikspieren op. Hoeveel diepte-interviews over lief en leed, ambities en dromen er ook overheen zijn gestrooid, het blijft knarsen en piepen.

De klacht van Vin Diesel

Een maand of wat geleden deed Vin Diesel (47) in een interview voor het Amerikaanse tijdschrift Men’s Fitness zijn beklag over het nieuwe castingbeleid in Hollywood. Diesel zou niet meer aan bod komen voor de betere rollen, te gespierd. ‘Veel mensen weten het misschien niet, maar voor Hollywood is het uiterlijk van mannen misschien nog wel belangrijker geworden dan voor vrouwen. Je moet er goed uitzien, leuke kop, klein beetje gespierd en vooral buikspieren hebben. Een bodybuildingfysiek is helemaal uit, als je het echt wilt maken in de droomfabriek’, aldus action hero Diesel.

Hollywood trendwatchers zien deze trend naar wat zij ‘casual athletic’  noemen ook. Types al Ryan Reynolds, de hoofdrolspeler van The Green Lantarn (2011) en Ryan Gosling, in Drive, (2011) of Only God Forgives (2013) zijn mannen die goed in de markt liggen. Castingbureaus speuren al naarstig naar de nieuwe James Bond. Daniel Graig heeft hem tussen 2006 en 2012 drie keer gespeeld, en wordt als te gespierd gezien. Insiders zeggen dat men op zoek is naar het type ‘Sean Connery, maar dan met een beetje buikspieren. Geen sportschooltype, maar een gentleman die af en toe een circuitje draait. Het lijkt er kortom sterk op dat Graig zal moeten aftrainen.

Evolutie of revolutie?

Bodybuilding is een cosmetische sport, voortgekomen uit de 19e eeuwse ‘Physical Culture’, waarin de elementen ‘gezondheid, mannelijkheid en schoonheid’ hoog gewaardeerd werd. De schutspatroon en oervader van het moderne bodybuilding was de Duitser Friedrich Wilhelm Müller, beter bekend als Eugen Sandow (1867-1925). Jaarlijks wordt zijn beeltenis als Sandowtrofee uitgereikt aan de winnaar van de Mr.Olympia. Hij zou heel raar opkijken van de mannen die dit beeldje tegenwoordig in ontvangst mogen nemen. Hij zou de enorme spiermassa zeker indrukwekkend hebben gevonden, maar vermoedelijk zouden het geringe respect voor gezondheid en esthetische principes, lees: klassieke, atletische lijnen van het ideale lichaam, hem verbijsterd en geschokt hebben. We kunnen Sandow wegzetten als ‘old school’, een padvinder die niet meer van deze tijd is. Misschien moet dan ook het Sandowbeeldje maar plaats maken voor een beeldje van ‘De Verbijsterende Hulk’. Het zou een ware revolutie zijn.

Maar als het charme-offensief dat met de documentaire film The Next Generation is ingezet nog steeds onder de vlag van Sandow wil blijven varen, en daar lijkt het op, dan is het misschien de hoogste tijd om de sport bodybuilding te herijken. Bijvoorbeeld door veel meer ruimte te geven aan fraaie fysieken, klassieke lijnen, gezondheid. Kortom, alles wat zich op dit moment aandient in al die fysiek-achtige klassen die het bodybuilding weer nieuw leven inblazen. Mocht die revolutionaire, alle grenzen doorbrekende ‘next generation’  over 30, 40 jaar gewoon een van de vele dode takken aan de boom van de evolutie blijken te zijn, dan heb je nog een nieuwe beweging over. Gaat er tegen die tijd vermoedelijk een film in première die The Strong & the Healthy heet. We bestellen al vast kaartjes!