EN  |  FR

Volvette syntholspieren…Baggerbuilders spuiten erop los

Door Hans Wassink & Bart Coumans


Hoi,

Ik hoor veel verhalen over het middel Synthol, dat door veel topwedstrijdbodybuilders zou worden gebruikt. Ook zie ik wel eens van die rare plaatjes van bodybuilders die hele grote vreemde spieren hebben. Hoe zit dat nu eigenlijk met Synthol? Kun je er feitelijk wel wat mee en is het gevaarlijk? Ik heb eens gelezen dat er een topbodybuilder bijna aan dood is gegaan.

Groeten,

B.


Beste B.,

Het product Synthol is een verzameling MCT’s (middellange keten vetzuren – C8, C10 en C12) met een ontsmettingsmiddel (Benzylalcohol) en een lokale pijnstiller (Lidocaïne), dat doorgaans op Internet en in de Amerikaanse spierenbladen gebracht wordt als ‘posing oil’, om je voor een wedstrijd eens lekker mee in te smeren. In werkelijkheid gebruikt niemand die olie voor dat doel, en ook het bakken of braden met deze olie kunnen we je echt afraden. Dat er een ontsmettingsmiddel in Synthol zit, doet tevens vermoeden dat de productie onder alles behalve steriele omstandigheden heeft plaatsgevonden. Dit houdt nogal wat risico’s in voor de gebruiker: spuitabcessen, ontstekingen, koorts en allergische reacties zijn bepaald niet denkbeeldig. Het inspuiten van het vet diep in de spieren (het doel waar het echt voor wordt gebruikt) is schering en inslag geworden in de hoogste regionen van het wedstrijdbodybuilding. En ja, die praktijk is heel gevaarlijk. De bodybuilder waar je waarschijnlijk over gelezen hebt is Milos Sarcev, wiens leven enkele jaren geleden ernstig in gevaar kwam doordat een deel van het geïnjecteerde vet op drift raakte en bijna voor een hartinfarct zorgde. Andere proftoppers die sterk in verband worden gebracht met door Synthol opgespoten spiergroepen zijn Ernie Taylor (triceps) en Greg Kovacs (schouders). Maar laten we eens kijken hoe het allemaal zo ‘gegroeid’ is.

De oorsprong van Synthol

De oorsprong van Synthol was een Italiaanse steroïde die Esiclene (formebolone) die in de jaren tachtig nogal populair was. Niet vanwege zijn spieropbouwende eigenschappen, want de geringe hoeveelheden per milliliter (2 mg) deden wat dat betreft maar heel weinig, maar het spul kon de spieren wel behoorlijk irriteren en bodybuilders ontdekten dat lokale injecties met Esiclene de spieren tijdelijk deed opzwellen. Zo konden wedstrijdbodybuilders achterblijvende spiergroepen een week voor de wedstrijd met dagelijkse injecties Esiclene ‘bijspuiten’. Een pijnlijke praktijk, reden ook dat elke ampul tevens 20 mg lidocaïne bevatte.
In de vroege jaren negentig begon een Duitse bodybuilder, Chris Clark, te spelen met het idee een middel te vinden om spieren op te spuiten, waarvan de effecten langduriger én ingrijpender zouden zijn. Hij bedacht er de naam ‘Synthol’ voor, maar kwam al snel tot de ontdekking dat het een geregistreerde naam was van een farmaceutisch bedrijf. Clark hernoemde zijn olie razendsnel Pump N’ Pose, maar de naam Synthol bleef hangen. In den beginne claimde hij dat zijn geheime formule niet na te maken was, maar nadat steroidgoeroe Dan Duchaine een flesje had laten analyseren, bleek het weinig meer te zijn dan wat korteketenvetzuren met een ontsmettingsmiddel en een pijnstiller. Tegenwoordig is het woord Synthol in hardcore kringen net zo’n bekende naam als Dianabol en Deca. Clark had een ware goudmijn aangeboord, want duizenden gebruikers bleven toch ontevreden over vermeende koppige spiergroepen. Net als Esiclene werd Synthol vooral gebruikt voor het ‘op maat’ brengen van armen, schouders, en kuiten, want injecties Synthol in de grotere spiergroepen gaf vaak vreemde en ongelijkmatige effecten.
Een van de eerste grootverbruikers was de Duitse bodybuilder en sterke man, Manfred Hoeberl, die claimde met 66 cm de grootste armen ter wereld te hebben. Eind jaren negentig had Synthol een vaste plaats gekregen in het wedstrijdbodybuilding, waarbij de triceps van Ernie Taylor en de schouders van Greg Kovacs de meest suspecte voorbeelden van ‘volvette spieren’ waren. Uiteindelijk zou het succes van Synthol aanleiding zijn tot de geboorte van een heel nieuwe klasse ‘bodybuilders’ die nooit de bedoeling hadden een wedstrijdpodium op te stappen.

Baggerbuilders, een klasse apart?

Mister Synthol, King of Freaks, ‘the man who’s arm exploded ‘ (kijken op www.youtube.com) zijn een paar van de meest bekende bijnamen van Gregg Valentino, de kleine crimineel die besloot zijn geringe lengte van 1.63 m te compenseren door maar eens flink in de breedte te groeien. Valentino spoot met een combinatie van anabole steroïden en krankzinnige hoeveelheden Synthol in armen en schouders een bizarre fysiek bij elkaar, die door de bodybuildinggoegemeente als vies, vuil, gemeen en lelijk werd ervaren. Een totale aanfluiting voor de sport. Gregg lag er niet wakker van. Om Olympische erkenning van de sport moest hij lachen. De mensen wilden ‘massa, massa en nog eens massa’, geen symmetrie en esthetische verhoudingen. Op Internet circuleren foto’s en filmpjes waarin is te zien hoe Valentino een door vuile naalden veroorzaakt gezwel in zijn arm leegprikt. Minder onsmakelijke beelden zijn waarschijnlijk zelden vertoond.
In zijn kielzog ontstond aan de rafelranden van het wedstrijdbodybuilding een verzameling baggerbuilders die apetrots hun volvette spieren toonden aan fotografen en op sensatie belust publiek. De foto’s van syntholmannen als Klaus Kaak en kornuiten zijn verbazingwekkende beelden van mensen die trots een arm laten zien die heel sterk aan de ziekte Elephantiasis doet denken, een in de tropen veel voorkomende chronische huidziekte, waarbij zich telkens herhalende, met koorts gepaard gaande aanvallen van lymfeophopingen voordoen, die leidt tot een enorme verdikking en verharding van de huid. Misschien moeten we hier spreken van ‘Rubor Syntholiasis’, naar de vuurrode en enorm ontstoken armen die deze randfiguren vaak tonen. Het kenmerkende aanspannen van de spieren is vaak zelfs niet eens meer mogelijk. Alle ontwikkeling en functionaliteit, elk denkbaar nut, verdwenen als sneeuw voor de zon.

Gruwelijke lachspiegel

Reuzen, dwergen, extreem dikken dan wel dunnen, vrouwen met baarden, Siamese tweelingen hebben altijd bestaan. Het zijn de lelijke eendjes van moeder Natuur, buitenbeentjes als gevolg van erfelijke afwijkingen of embryonale ontwikkelingsstoornissen die vaak de honderd niet haalden. Zulke mensen waren bijna altijd een bron van vermaak en moesten zich niet zelden in leven zien te houden door hun afwijking ten toon te stellen. Iedere eeuw heeft zijn freaks. In de zeventiende eeuw stond de dwerg in het middelpunt van de aandacht, een eeuw later was de hoofdrol weggelegd voor de reus. De negentiende eeuw legde vooral belangstelling aan de dag voor de oerlelijkerd en het beestmens, en in de afgelopen eeuw waren het bijzondere psychiatrische gevallen die de interesse van medici wekten. In de 21e eeuw is het de driedubbelgespierde bodybuilder waar vaak met open mond naar wordt gekeken.
De Valentino’s en de Kaken en hoe ze verder ook allemaal mogen heten, zijn geen freaks of nature, maar producten van een volledig uit de hand gelopen behoefte aan aandacht, any which way. Dat ze door de serieuzere wedstrijdbodybuilders vaak met de nek worden aangekeken valt te verklaren doordat deze mensen hen onbedoeld een gruwelijke lachspiegel voorhouden. Een spiegel waarin duidelijk te zien is dat er iets vreselijk mis gegaan met de sport… en dat steekt. Vandaar dat Gregg Valentino ook wel ‘de meeste gehate man in bodybuilding’ wordt genoemd. Freaks hebben in de geschiedenis altijd gewerkt als een scherm waarop mensen hun angsten en frustraties projecteerden, en dat is ook bij deze hypermoderne syntholfreaks het geval.

Gebruik en gevaren

De gebruikelijke procedure is Synthol diep in de spierbuiken van kleinere spiergroepen als biceps, triceps, schouders en kuiten te injecteren. Meestal wordt begonnen met een injectie van 1 ml. Dit wordt dagelijks of om de andere dag gedaan voor een dag of tien. Daarna wordt de hoeveelheid opgevoerd tot 1.5-2 ml per injectie, opnieuw voor een dag of tien. Is het gewenste resultaat nog niet bereikt, dan wordt de hoeveelheid opgevoerd tot 3 ml. Op dit punt worden de injecties meestal gestaakt, om vlak voor een wedstrijd misschien nog eens 1 of 2 ml ‘bij te prikken’.
Over hoe lang het duurt voordat door afbraak het vet uit de spier is verdwenen, zijn de meningen verdeeld. Sommigen zeggen een jaar, anderen beweren dat het vet geleidelijk aan binnen enkele maanden is verdwenen. De ‘dealer’ van het product ‘Syntherol’ beweert dat het slechts enkele maanden is, waarin de druk op de fascia (het peesvlies waarmee spieren bedekt zijn) zo groot is, dat het een anabole werking heeft op de spiergroei. Met deze zogenaamde ‘stretchtheorie’ in de hand zou Synthol verdwijnen en spieren verschijnen, mits, wordt er aan toegevoegd, ‘de juiste hormonale omstandigheden worden gecreëerd’ (lees: voldoende anabolen gebruikt). Met andere woorden, Synthol zou ruimte scheppen zodat de spieren met behulp van steroïden nog groter kunnen groeien. Maar hoeveel ‘ruimte’ is raadzaam? Het is niet ondenkbaar dat bij overdreven oprekken de steunfunctie van het peesvlies wordt aangetast. De enorm opgeblazen syntholspieren zien er bepaald niet strak uit, eerder vorm- en functieloos. Kortom, in vergelijking met cleane, systematische training of gebruik van steroïden is de ‘anabole werking’ van Synthol op zich waarschijnlijk nauwelijks noemenswaardig. Eerder een kwestie van het middel is erger dan de kwaal.

Vormverlies is misschien nog een van de minst gevaarlijke bijwerkingen van deze ‘poseerolie’. Zou je een arts vertellen over het product Synthol en hoe je van plan bent het te gebruiken, je zou waarschijnlijk linea recta worden doorverwezen naar een psychiater. Zonder behoorlijke medische kennis is de kans groot dat er belangrijke zenuwen worden geraakt, wat kan leiden tot blijvende verlamming van spiervezels in het beschadigde gebied. Het feit dat Synthol op de illegale markt in elkaar wordt gedraaid, maakt de kans op infecties en abcessen bepaald niet denkbeeldig (zie Gregg Valentino), maar het allergrootste risico is toch wel het op drift raken van klonten Synthol die op hun reis door het lichaam hart, longen of hersenen zouden kunnen aandoen, met als gevolg een longembolie, een hartinfarct of beroerte.

Vette paradox

Hoe ver kun je van de oorsprong van een sport afdrijven? Bodybuilding draait om het proportioneel en symmetrisch vergroten van spiermassa teneinde een atletische dan wel indrukwekkende fysiek te presenteren. De spieren die worden opgebouwd kunnen niet alleen getoond maar ook gebruikt worden voor het leveren van grote krachtinspanningen. Het gebruik van Synthol staat hier haaks op. In plaats van spiermassa op te bouwen en het vetpercentage te verlagen, worden vetten ingespoten om de spieren nog groter te laten lijken. Het is de wereld op zijn kop en heeft niets meer met spieropbouw te maken (eerder het omgekeerde). Het zet de oeroude hamvraag ‘Wat is echt en wat is nep?’ echter stevig op scherp en geeft prestaties op eigen kracht weer hun ouderwetse, welverdiende glans. In die zin is het hartstikke nuttig dat we allemaal eens in die gruwelijke lachspiegel kijken.

Sport & Fitness 139, maart/april 2007