EN  |  FR

Van dikke mannen en Marsen die voorbij gaan

Dat eten, en vooral teveel eten, niet alleen te maken heeft met het stillen van de trek is wel duidelijk. Smaak, textuur, beschikbaarheid, verpakking, het beïnvloedt allemaal de hoeveelheid voedsel die iemand inneemt. Tijd en intelligentie spelen ook een rol. Dikke mannen blijken dan ook een beetje dom te zijn.

Als je net lekker hebt gegeten en je ruikt daarna de geur van je favoriete gerecht, dan ben je niet snel geneigd dat gerecht ook nog eens te gaan eten. Dat verschijnsel staat bekend als sensorische verzadiging. Hoe snel je dat punt bereikt, hangt van veel factoren af, zo blijkt uit het onderzoek van de onlangs aan Wageningen Universiteit gepromoveerde ir. Pascalle Weijzen.

Hoe smakelozer, hoe beter

Overgewicht is te bestrijden door voeding te produceren met een ‘ingebouwde eetrem’, zegt de onderzoeker. Uit haar onderzoek blijkt dat voeding met een uitgesproken smaak, zoals bijvoorbeeld pure chocolade, niet uitnodigt tot het nuttigen van grote hoeveelheden. Ook de textuur van chocolade bevordert veel schrokken niet. De meeste chocoladesnacks als Mars of Snickers zorgen voor een prettiger eetgevoel, doordat ze wat afgevlakte smaken combineren tot één smakelijk geheel. Volgens het onderzoek geldt dat bijvoorbeeld ook voor biscuits. Een gortdroog Marikaakje geeft een ‘eentonig mondgevoel.’ Zouden schepen in de Gouden Eeuw daarom vooral veel scheepsbeschuit op het menu hebben gehad?

Volgens Weijzen is er nog een tweede factor die het eetgedrag beïnvloedt: tijd. Ze pompte de proefpersonen via een slangetje limonade in de mond. De proefpersonen die telkens kleine slokjes binnenkregen, hadden hun tax eerder bereikt dan proevers die grote slokken toegediend kregen. Hoe langer voeding een geur- of smaakprikkel aan de hersenen kan afgeven, hoe sneller dus het verzadigingspunt bereikt wordt. Dat geldt ook voor vaste voeding. Wie wel eens flinke brok pure chocolade in de mond heeft gestoken, weet dat je daar wel een kwartier op kunt sabbelen, voor het helemaal weggesmolten is. De neiging om een tweede brok te nemen is minder groot dan na het verorberen van een Mini-Mars, die uit je mond verdwenen is voor je ‘nuts’ kunt zeggen.

Dikke dommertjes

Een derde factor die een rol speelt bij teveel eten is geslacht en opleiding. Lager opgeleide mannen blijken het minst hun eetlust te kunnen bedwingen. Vrouwen zijn meer ervaren in het leggen van de link tussen snacken en uitdijen. Zij zijn volgens het onderzoek minder snel geneigd door te slaan op snacks, omdat ze zich al generaties lang bezig houden met afvallen. Heb je, als man of vrouw, wat langer in de schoolbanken gehangen, dan ben je beter in staat je eetgedrag te beheersen dan degenen die over minder studentikoos zitvlees beschikten (en nu dus over meer zitvlees beschikken). Met andere woorden, lang in de schoolbanken zitten is minder slecht dan lang op de bank zitten.

Weijzen voerde haar onderzoek uit in samenwerking met Unilever, de Suikerstichting Nederland en de Italiaanse pastaproducent Barilla. Ze wil met het onderzoek de producenten van voedingsmiddelen op het spoor zetten van voeding waar mensen spontaan minder van gaan eten. Maar minder eten betekent toch al gauw minder omzet? Hoe die dan samen door één deur moeten is ons nog niet duidelijk.