EN  |  FR

Koolhydraatblokkers: hulp bij afslanken?

In de strijd tegen overgewicht wordt er een nieuw product gepromoot. Het product heet Phazym op basis van Phase2 en claimt een koolhydraatblokker te zijn. De achterliggende gedachte is dat er teveel koolhydraten worden geconsumeerd en dat je daar dik van wordt. Beide beweringen kloppen niet. Over halve waarheden en hele leugens.

Carbofobie in de Lage Landen

Het zijn carbofobe tijden, overgewaaid uit Amerika, waar over voeding altijd hysterisch gedaan wordt. De boeken van Atkins gaan als hete broodjes (Let op! Je mag helemaal geen broodjes!) over de toonbank, levensmiddelenfabrikanten brengen low carb producten op de markt, en nu is er ook een heuse koolhydraatblokker, Phazym geheten.
Grofweg gezien kun je bij gewichtscontrole naar twee aspecten van voeding kijken: naar de energetische kant en naar de hormonale kant. Bij ‘energetisch’ kijk je gewoon naar hoeveel energie de voeding bevat. Bij ‘hormonaal’ kijk je naar de samenstelling van de voeding en welk effect koolhydraten, vetten en eiwitten (om ons tot de ‘macronutriënten’ te beperken) hebben op je hormonale huishouden. Het is vooral die hormonale invalshoek die bij Atkins en de schrijvers van ‘Sugar Busters’, centraal staat. Het hormoon insuline is volgens hen de boosdoener.

Koolhydraatblokkers

Wanneer we koolhydraten eten gebeurt er het volgende: de afgifte van het (anabole!) hormoon insuline wordt gestimuleerd. Insuline kan er drie dingen mee doen: a. glucose direct verbranden in de cel, b. als de glucose niet direct nodig is, de handel opslaan in de vorm van reserves (glycogeen) in de spieren en lever, en c. als de spieren en lever vol zitten – die hebben namelijk in tegenstelling tot lichaamsvet maar een beperkte opslagcapaciteit – het overschot opslaan in de vetcellen. Precies van dit laatste scenario wordt een horrorverhaal gemaakt: hoge koolhydraatinname betekent hoog overschot glucose en dus extra vet voor de vetcellen. In plaats van vet af te breken bouwen we vet op. Maar…dit laatste gebeurt echter alleen en alleen dan als het lichaam meer energie heeft binnengekregen dan verbruikt. Met andere woorden, uiteindelijk bepaalt de energetische kant van de zaak of je vet kwijt raakt of ‘rijk’ wordt! Dat is de eerste waardheid die de suikerhaters en op winst beluste levensmiddelfabrikanten liever onder de tafel vegen, en daarmee is hun verhaal misschien wel minder dan een halve waarheid.

Amylase

Een hele leugen is de stelling dat het product de omzetting van koolhydraten tot voor het lichaam bruikbare energie verhindert door het enzym amylase uit te schakelen. Amylase breekt zetmeel en andere complexe koolhydraten af. Hierdoor zouden koolhydraten ongebruikt het lichaam verlaten. Echter, dat doet het niet! Hoogstens wordt de opname van koolhydraten (glucose) in de darmen wat vertraagd. Uiteindelijk wordt vrijwel alles opgenomen en daarmee leveren de calorieën van de koolhydraten (4 kcal per gram koolhydraat) gewoon energie.

Acarbose

Voor de behandeling van type 2 diabeten is al eens een koolhydraatblokker ingezet: acarbose. Beter bekend onder de merknaam Glucobay. Over het nut daarvan wordt sterk getwijfeld en daarnaast zijn er bijverschijnselen gemeld, zoals veel winderigheid, diarree en een onaangenaam gevoel in de darmen bij een hoog gebruik.

Bewijs?

Is er bewijs dat de koolhydraatblokker werkt? Oftewel val je er van af? Er is [één studie] verschenen over het middel, volgens PubMed. Uit dat onderzoek bleek dat de groep die Phase2 kreeg iets meer gewicht kwijt raakte en iets betere bloedvetwaarden had dan de groep die een placebo kreeg. Maar………het verschil was statistisch niet significant. Met andere woorden, de onderzoekers mogen dan niet zeggen dat ze een verschil hebben gevonden, want dat kan op toeval berusten. Meer onderzoek is daarom nodig om aan te tonen of het bewezen effectief is.

Koolhydraten: must voor sporters

Voor sporters – en zeker krachtsporters! – betekent een beperking van koolhydraten alleen maar minder arbeidsvermogen en een gebrekkiger herstel. Afslankers doen er beter aan hun verzadigde vetten te beperken en de eiwitconsumptie wat te verhogen. Overigens, voor beide groepen – sporters als afslankers geldt: koolhydraten werken ‘eiwitsparend’. Dat wil zeggen, dat bij voldoende consumptie van liefst complexe koolhydraten en tijdige aanvulling van ‘snelle’ koolhydraten de afbraak van (spier) eiwit beperkt blijft!

Dossier: