EN  |  FR

Het vermaledijde vetgeheugen

Applaus voor jezelf. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) laat weten dat je goed bezig bent. Je beweegt meer, zuipt minder, nah, rookt nog evenveel, maar laat wel steeds vaker de vette hap staan. Nu alleen nog een manier vinden om het geheugen van je vetcellen te wissen, want voor je het weet gooit dat vetgeheugen de statistieken zo weer op hun kop.

‘In 2005 is voor het eerst in jaren het percentage volwassenen met overgewicht gedaald’ ronkt het persbericht van het CBS dat op de eerste dag van de lente verscheen. Hadden vorig jaar nog 51,3% van de mannen en 41,9% van de vrouwen een BMI tussen de 25 en 30, dit jaar is dat respectievelijk 50,4% en 39,6%. Aan het halve uurtje per dag matig intensief bewegen kan dat niet liggen (zie Food for Thought 28-10 en Food for Thought II 16-11), maar vorig jaar werden meer mensen weer wat fitter. In 2005 voldeed 56% van de mannen (was 52%) en 54% van de vrouwen (was 54%) aan die Nederlandse Norm Gezond Bewegen. Puberende dikkerds tussen de 12 en 18 jaar en krasse knarren ouder dan 55 jaar doen niet mee met de trend. Zij bewegen zelfs minder, roken nog ongeveer evenveel of zelfs meer en klokken met enige regelmaat een ‘breezahtjuh’ dan wel neut achterover.

Vet vertelt meer

Inderdaad, het zijn geen indrukwekkende verbeteringen, dus die moe makende, miljoenen verslindende voorlichtingscampagnes zetten nog niet echt zoden aan de dijk. Dat kan te maken hebben met het weinige dat wetenschappers weten van vet. Pas de laatste jaren wordt duidelijk dat vetcellen veel meer doen dan vet opslaan, zoals blijkt bijvoorbeeld uit een recent interview met voedingshoogleraar Wim Saris van de Universiteit Maastricht in NRC Handelsblad. Dat vet energie oplevert is niet zo nieuw, maar over de rol van teveel vet of te volle vetcellen op het ontstaan van hart- en vaatziekten, diabetes type 2, borst- en beenmergkanker of de verstoring van het immuunsysteem is veel minder bekend. Dat vet bij allerlei processen een belangrijke rol speelt, is niet vreemd. Je bestaat voor ongeveer 15% uit vet.

Wat er bij komt, blijft

Die gemiddelde 15% vet die je lichaam telt, laten zich vertalen in zo’n 19 miljard vetcellen. Eén vetcel bevat ongeveer 0,6 miljoenste gram (0,6 microgram) vet. Een gemiddeld lichaam heeft dus tussen de 60.000 tot 100.000 kilocalorieën als energievoorraad. Ieder gram lichaamsvet bevat ruim 7 kcal. Bij een normale energiebehoefte kan je lichaam dus 30 tot 50 dagen energie leveren zonder dat je dit aan hoeft te vullen. Sinds kort is bekend dat in je spieren ook nog eens zo’n 3.000 kcal vet opgeslagen ligt.
Word je zwaarder, dan worden de vetcellen die je bij je geboorte meekreeg eerst voller. Zijn ze allemaal gevuld, dan delen de vetcellen zich. Val je weer af, dan neemt de inhoud van de vetcellen af, máár de vetcellen die erbij zijn gekomen blijven bestaan. En al die vetcellen hebben een geheugen, ook wel bekend als het ‘set point.’ Ze herinneren zich hoe lekker gevuld ze ooit waren. Ze blijven jarenlang signalen naar je honger- en verzadigingscentrum in je hersenen uitzenden met als boodschap ‘hier kan nog meer bij’. Volgens sommige wetenschappers duurt het ruim zeven jaar voor die vetcellen beseffen dat je niet van plan bent ze weer te vullen. Dat verklaart waarom het zo moeilijk is om na het afvallen je lagere lichaamsgewicht in stand te houden. En dat verklaart wellicht ook dat het aantal mensen met een BMI van 25 tot 30 zo langzaam vermindert en 55-plussers nog meer moeite hebben om af te vallen. Sinds 1981, tot dit jaar dus, is het aantal mensen met overgewicht met ruim 10% gestegen. Dat zijn heel wat hardnekkige geheugens.

Dossier: