EN  |  FR

De laatste dagen van methylhexanamine!

Door Hans Wassink

Beste Hans,

Over methylhexanamine wordt al een paar jaar een stevige discussie gevoerd. Het is doping en zou daarom van de markt worden gehaald. Klopt dat? Het is nog overal te koop, wat toch vreemd is. Gaat dit supplement de kant op van de stack met efedra vroeger? En is methylhexanamine wel zo gevaarlijk?

Groeten,

K.

Beste K.,

Het klopt inderdaad dat methylhexanamine op de dopinglijst staat. Het valt onder de categorie S6 (stimulantia) en mag buiten wedstrijdverband, zoals dat heet, wel gebruikt worden, en binnen wedstrijdverband niet. Dus op de dag van de wedstrijd is het verboden en als je te kort voor de wedstrijddag hebt gebruikt, en je wordt gecontroleerd op de wedstrijddag, heb je een probleem. Stimulantia kunnen wel tot een week na gebruik nog te vinden zijn in je urine. Veel mensen denken dat doping hetzelfde is als stimulerende middelen, maar doping omvat veel meer stoffen, zoals anabolen, EPO etc. Stimulerende middelen, of stimulantia, zijn slechts één groep stoffen van de dopinglijst. Stimulantia bevorderen de werking van het centrale zenuwstelsel. Het lichaam wordt hierdoor in een hogere staat van paraatheid gebracht. De prikkelgevoeligheid van de hersenen wordt vergroot, zodat allerlei lichaamsprocessen sneller gaan verlopen. Stimulerende middelen geven een mens een alerter en energieker gevoel.

Voorbeelden van andere stimulantia zijn amfetamine, cocaïne, methylfenidaat, efedrine (en de natuurlijke variant efedra) en sibutramine. Amfetamine en cocaïne zijn pepmiddelen die door sommigen in het uitgaanscircuit worden gebruikt om langer door te kunnen gaan op dancefeesten. Efedra is heel bekend geworden door de afslankstack die een jaar of 10 geleden nog volop werd gebruikt: cafeïne, aspirine en efedra. Toen wereldwijd een aantal mensen waren overleden of serieuze gezondheidsklachten kregen door deze combinatie, werd efedra uit de handel gehaald. In 2004 mocht een voedingssupplement officieel geen efedra meer bevatten. De stack werd nog een tijd onder de toonbank verkocht. Een logische vervanger leek synefrine, een zwakkere variant van efedra, dat in de citrusvrucht Citrus Aurantium zit. Echt veel voor de slanke lijn doet het niet, dan kun je beter nog wat koppen groene thee drinken. Daarnaast kan synefrine heel wat vervelender uitpakken dan een kopje groene thee.

Synefrine

In een medisch wetenschappelijk tijdschrift beschreven Amerikaanse artsen een geval van een 22-jarige gezonde vrouw die binnenkwam bij de spoedeisende hulp vanwege een plotse bewusteloosheid (syncope). Ze was gaan hardlopen, duizelig geworden en had plotseling het bewustzijn verloren. Een uurtje voor het lopen had ze een afslankpil ingenomen. Uit nader medisch onderzoek bleek dat er afwijkingen op het hartfilmpje te vinden waren, waaronder hartritmestoornissen. Deze afwijkingen verdwenen in de uren daarna. De artsen concludeerden na uitvoerige analyse dat de klachten hoogstwaarschijnlijk aan synefrine toe te schrijven waren. Zij stelden: “Ephedra free does not mean danger free”. En dat is niet de eerste keer dat gezondheidsklachten van synefrine zijn gemeld. Vooral de combinatie van synefrine en cafeïne geeft een verhoogd risico op hartritmestoornissen, hoge bloeddruk, hartinfarcten en beroertes. De status van synefrine op dit moment: het staat niet op de dopinglijst en mag gewoon verkocht worden.

Achter de geraniums

Toen methylhexanamine op de markt kwam, labelden supplementenbedrijven de verbinding aanvankelijk als geranamine. Die naam verwees naar de herkomst van de stof, aldus de bedrijven. Methylhexanamine zou een bestanddeel zijn van geraniumolie. Daarmee was het een natuurlijke stof, en dat is niet onbelangrijk, want volgens de wetgeving van de meeste landen mogen alleen natuurlijke stoffen, die je ook in voedingsmiddelen kunt tegenkomen, als supplement worden verkocht.

Na een paar sterfgevallen, die mogelijk het gevolg waren van het gebruik van methylhexanamine, begon het flink te rommelen rond het stimulerende supplement. Consumenten die zich bedrogen voelden door de fabrikanten van deze supplementen huurden advocaten in om forse schadeclaims te kunnen innen. In dat ‘proces’ kwam aan het licht dat methylhexanamine een synthetische stof was en helemaal niet voorkwam in geraniumolie. De fabrikanten wezen in hun verweer echter naar een Chinese studie uit 1996, gepubliceerd in Journal of Guizhou Institute of Technology. Het Chinese onderzoek leek echter het enige onderzoek te zijn die methylhexanamine als bestanddeel van geraniumolie noemt. Andere analyses vinden de stof niet. Dat was voor de American Herbal Products Association in juli 2011 aanleiding om in hun code vast te leggen dat methylhexanamine niet op het etiket van producten mocht staan als ‘geranium oil or as any other part of the geranium plant’.

Najaar 2011 keken analisten van de Australische overheid nog eens goed naar de aanwezigheid van methylhexanamine in een half dozijn commercieel verkrijgbare types geraniumolie. Ze vonden niks. Daarna pakten ze er nog eens de Chinese studie uit 1996 bij en toen deden ze een interessante ontdekking. De Chinezen hadden helemaal geen methylhexanamine in geraniumolie gevonden, maar een andere verbinding, methylhexanamide. In hun onderzoekstabellen hadden de Chinezen het goed opgeschreven, maar in een begeleidende tekst hadden ze een tikfout of vertaalfout gemaakt. Het artikel werd gepubliceerd en kennelijk had niemand de fout in de gaten. Methylhexanamine werd niet goedgekeurd door de Amerikaanse Food and Drug Administration (FDA) en de fabrikanten hadden een probleem. Sinds 2011 lopen er rechtszaken tegen BPI Sports en USPlabs en begin 2012 werd ook de grote Amerikaanse supplementenwinkelketen GNC op het gerechtelijke matje geroepen. USPlabs beweert bij hoog en bij laag over onderzoeken te beschikken waarin wel degelijk methylhexanamine in geraniumolie wordt gevonden. De bevindingen van het onderzoekslab waaraan ze de onderzoeken hebben uitbesteed, zullen te zijner tijd openbaar worden gemaakt, maar publicatie van de onderzoeksgegevens heeft tijd nodig, is het commentaar. Tja. Intussen zijn er nog twee stevige studies gepubliceerd waarin geen methylhexanamine in geraniumolie werd gevonden. De eerste is gepubliceerd in Journal of Analytical Toxicology, en wordt door collega-wetenschappers als ‘robuust en compleet’ omschreven. Ook wetenschappers van de University of Texas deden onderzoek, en kwamen tot dezelfde conclusie dat er geen methylhexanamine in geraniumolie te vinden is.

Gevaarlijk genoeg

In de zomer van 2011 overleed een Amerikaanse soldaat tijdens een looptraining. Hij was 22 jaar. De vermoedelijke doodsoorzaak: methylhexanamine. Legerartsen wezen dezelfde stof aan als de oorzaak van een ander incident, waarbij een 32-jarige soldaat tijdens een fitnesstest in elkaar zakte en in het ziekenhuis moest worden opgenomen. De man overleed enkele maanden later. Ook hij had methylhexanamine gebruikt. Uiteraard zorgde dit voor grote opschudding en uit veiligheidsoverwegingen hebben de Amerikaanse legerbases de verkoop van methylhexanamine verboden. Er lopen buiten Amerika nog meer studies naar de veiligheid van methylhexanamine, maar sommige landen wachten niet tot die zijn afgerond. Engeland verbood eind februari 2012 de verkoop van methylhexanamine. Begin maart 2012 bestempelde Nieuw-Zeeland methylhexanamine – nadat gebruikers hersenbloedingen hadden gekregen - officieel als een ‘recreatieve drug’ die niet als voedingssupplement aan de man gebracht moet worden. In de meeste EU-landen is methylhexanamine nog verkrijgbaar, maar dat zal waarschijnlijk niet lang meer duren. In Frankrijk, Italië en België bestuderen onderzoekers op dit moment wat er bekend is over methylhexanamine, en overwegen een verbod. Hetzelfde geldt voor Amerika en Canada.

Artsen vermoeden dat methylhexanamine de fijne bloedvaten in het lichaam dichtknijpt en zo de bloeddruk verhoogt; een verhoogde bloeddruk is een risicofactor voor hart- en vaatziekten, maar ook slecht voor de nieren. In enkele door USPlabs betaalde studies lijken die risico’s reuze mee te vallen, maar het zijn wel onderzoeken van de producent van Jack3D en OxyElite Pro, om de meest bekende methylhexanaminesupplementen te noemen. En wie betaalt, die bepaalt, zegt het spreekwoord.

Bepaald niet ‘klantvriendelijk’ is ook de gewoonte van sommige fabrikanten van supplementen om de hoeveelheden van de gebruikte stoffen vaak niet te vermelden en weg te moffelen achter de term ‘proprietary blend’, wat neer komt op zoiets als ‘het geheim van de smid’. De gebruiker weet daardoor niet hoeveel van een stof hij binnen krijgt, en dat kan wel eens heel vervelend uitpakken. Kortom, een dubieuze praktijk die de kritische consument natuurlijk niet hoeft te slikken.

Veiligheidswaarschuwing

Op het moment van schrijven, heeft de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA)  een Veiligheidswaarschuwing voor sporters gepubliceerd en die luidt: neem geen voedingssupplement die DMAA (de afkorting van de stofnaam 1,3-dimethylamylamine), methylhexanamine of geranamine bevatten. Wereldwijd zijn ernstige bijwerkingen, zoals hersenbloedingen, in verband gebracht met het gebruik van producten met DMAA. De NVWA meldt verder dat deze stof een stimulerend middel is dat op de dopinglijst staat. Sporters wordt geadviseerd de verpakking te controleren om te zien of het product DMAA of een van de volgende omschrijvingen van deze stof bevat:

  • DMAA
  • 1,3-dimethylamylamine
  • dimethylamylamine
  • methylhexanamine
  • 4-methyl-hexaan-2-amine
  • 4-methyl-2-hexaanamine
  • 4-methyl-2-hexylamine
  • 2-amino-4-methylhexaan
  • 1,3-dimethylpentylamine
  • geraniumextract
  • geranamine

Op dit moment worden producten in verschillende EU-landen, waaronder Nederland gecontroleerd en zonodig uit de markt gehaald. Consumenten en bedrijven kunnen contact opnemen met het Klantcontactcentrum via de website www.vwa.nl of (0800) 0488.

Het einde van een pre-workoutsupplement

Methylhexanamine werd door farmaceut Eli Lilly in 1949 als Forthane, een middel tegen een verstopte neus, op de markt gebracht. Hoewel het middel minder bijwerkingen heeft dan de dan nog legale amfetamines, kun je er toch flink van gaan beven en erg hyper van worden. In een artikel in JAMA in 1950, vertelt Lilly dat het medicijn qua sterkte tussen amfetamine en efedrine in zit. In de jaren tachtig verdwijnt methylhexanamine van de markt. De amfetamines zijn dan al verboden nadat duidelijk werd dat ze niet alleen energie geven maar ook verslavend zijn en psychische ziekten veroorzaken. Op de lijsten van verboden stoffen die overheden hanteren kwam methylhexanamine echter niet voor. De samenstellers zagen hem over het hoofd.

In 2005 stopte de scheikundige en supplementenmaker Pat Arnold het in zijn omstreden energiesupplement AMP. Arnold, de man die in de jaren negentig de prohormoonhype startte en is veroordeeld voor de productie van ‘onzichtbare’ anabole steroïden als THG, vond methylhexanamine in oude wetenschappelijke literatuur en besloot de stof in een supplement te stoppen. Daarmee begon de opmars van methylhexanamine als stimulerend supplement. Na zeven jaar is die opmars nu definitief tot staan gebracht. Acht jaar nadat in Nederland efedrine uit de schappen werd gehaald, is methylhexanamine een zelfde lot beschoren. Het waren  de laatste dagen van een spraakmakend supplement.