EN  |  FR

SARM’s: Androgenen zonder angel?

Door Hans Wassink en Bart Coumans


Geachte Dopingautoriteit,

Je hoort veel over allerlei nare bijwerkingen van anabole steroïden, en ik ben dan ook niet van plan ze te gaan gebruiken. Maar nu wordt er in bodybuildingbladen af en toe wel eens verwezen naar SARM’s, een soort anabolen zonder bijwerkingen, die er binnenkort aan zitten te komen. Is het al zo ver en wat zijn die SARM’s dan precies?

Alvast bedankt voor jullie antwoord!

G.

Beste G.,

SARM’s staat voor selective androgen receptor modulators. Het zijn stoffen die zich aan androgeenreceptoren kunnen koppelen en dan selectief hun werk doen, bijvoorbeeld prikkelen tot de opbouw van spiermassa, maar de prostaat, de tepels en je haar met rust laten. Het zijn geen hormonen, zoals anabole steroïden wel zijn, maar ze hebben toch een sterke, soms zeer sterke anabole werking, terwijl de androgene (bij)werking gering is. In de geschiedenis van de ontwikkeling van androgene anabole steroïden is er steeds naar gestreefd om de ‘androgene’ en de ‘anabole’ effecten van elkaar los te koppelen om ze zo beheersbaar te maken, want vooral bij kinderen en vrouwen zijn de androgene (vermannelijkende) nevenverschijnselen niet erg gewenst. Overigens zijn ‘anabool’ en ‘androgeen’ niet zozeer tegenstellingen of elkaar uitsluitende kwaliteiten, maar eigenlijk termen die in verschillende categorieën thuishoren. Bij testosteron, bijvoorbeeld, zijn de sterke anabole effecten een onderdeel van het androgene werkingspatroon. Bij een anabool steroïd als Deca-Durabolin daarentegen is de androgene activiteit juist weer een onderdeel van de anabole werking. Bij hoge doseringen Deca-Durabolin zal ook de androgene invloed daarom flink toenemen. Helemaal scheiden van de verschillende werkingen is tot op heden niet gelukt. Precies daar lijkt het ‘wenkend perspectief’ van SARM’s te beginnen.

Chemische wapenwedloop

Met de ‘professionalisering’ van bodybuilding is ook de chemical warfare toegenomen, een chemische wapenwedloop die bij het overlijden van de populaire Duitse profbodybuilder Andreas Münzer in 1996 publiek werd. Bij de autopsie kwamen zeer ernstige defecten aan het licht. Münzers organen bleken zwaar beschadigd door diens jarenlange excessieve dopinggebruik, met name de lever was grondig verwoest. Journalisten van de Duitse krant Der Spiegel wisten de hand te leggen op Münzers minutieus bijgehouden kuurschema, dat zich liet lezen als het orderboek van een middelgrote apotheek. Clenbuterol, insuline, groeihormoon, androgene anabole steroïden, schildklierhormoon, en dagelijks handenvol Halotestin, Stromba en Dianabol, tot wel 80 ‘D-bolletjes’ per dag. Stress werd bestreden met een cocktail van Valium en pijnstillers. De laatste dagen voor de wedstrijd droogde hij zichzelf uit met diuretica als Aldactone en Lasix.
Andreas Münzers dopingbeleid was in kringen van profwedstrijdbodybuilders niet uniek. Hoewel zijn dood intern wel voor meer discussie en openheid over de risico’s van gebruik heeft geleid, is de wapenwedloop alleen nog maar meer uit de hand gelopen. De wedstrijdprof van vandaag gebruikt al gauw een minimum van zes verschillende androgene anabole steroïden, en dan moet er nog groeihormoon, Clenbuterol, Cytradren, Nolvadex, insuline, insuline-agonisten en diuretica in. Sommigen gebruiken daarnaast ook nog ‘exoten’ als IGF, prostaglandines, EPO, synthol, heparine, glucagon, osmotische diuretica, lokale vetverbranders, en antikatabole opiaten als Nubain en Buprenex met pijnstillende werking. Mogelijk wordt er inmiddels geëxperimenteerd met myostatineblokkers als MYO-029, onder het motto ‘Het doel heiligt alle middelen’.

Testosteron: tussen 5-alfa reductase en aromatase

Voor we dieper ingaan op de wondere werking van SARM’s, kijken we eerst nog even kort naar het werkingsmechanisme van testosteron (het mechanisme van de zogenaamde androgene anabole steroïden (AAS) is vergelijkbaar met dat van het lichaamseigen testosteron). Het steroïd testosteron versmelt met het celmembraan en komt zo de cel in. Van hieruit kan het via twee wegen de celkern binnendringen om zijn werking uit te oefenen. Het kan zich in onveranderde vorm of na omzetting (conversie) door het enzym 5-alfa reductase als dihydrotestosteron (DHT) binden aan een androgeenreceptor (een eiwit dat werkt als een ontvanger of magneetje voor een bepaalde stof), om gezamenlijk hun effecten te realiseren (in de spieren bijvoorbeeld de opbouw van spiereiwit). Hoewel androgene anabole steroïden in principe op alle organen een effect kunnen hebben, zijn de belangrijkste doelorganen de skeletspieren, de hartspier en de prostaat. Maar ook op de huid en hersenen kunnen ze invloed uitoefenen. DHT heeft door zijn grotere bindingskracht aan de androgeenreceptor een veel sterkere werking dan testosteron, zowel voor wat de spieropbouw betreft als voor de groei van de prostaat, bijvoorbeeld, en dat laatste is nu precies wat ‘gebruikers’ liever niet hebben.
Het enzym aromatase dat zich eveneens in de cel bevindt, zorgt ervoor dat AAS omgezet kunnen worden in vrouwelijke geslachtshormonen (o.a. oestradiol en oestron). Hierbij binden AAS zich aan oestrogeenreceptoren. Een grote aanvoer van AAS zorgt er namelijk voor dat door bezetting van de beschikbare androgeenreceptoren, de rest van de steroïden zal aromatiseren (testosteron omzetten in oestrogeen). De effecten ervan zijn bekend: meer vocht, meer vet, meer emotie en als ‘icing on the cake’ vollere, pijnlijke en soms zelfs lacterende tepels (gynaecomastie). Kortom, testosteron moet varen tussen de enzymatische klippen van 5-alfa-reductase en aromatase, en onderweg gebeuren er nogal wat ongelukken (zie voor een compleet overzicht vorige nummers van Sport & Fitness of kijk op www.eigenkracht.nl bij Publicaties en dan Sport & Fitness).

SARM’s: androgenen zonder angel?

Een middel waar je spiermassa enorm van toeneemt zonder prostaatproblemen, puisten, optrekkende haargrenzen, treurende tepels, afwijkende leverwaarden, verhoogde bloeddruk, ongunstige triglyceridenspiegels en andere bijwerkingen waar een mens prikkelbaar van wordt. Het is de natte droom van elke ‘rechtgeaarde’ gebruiker, een die lijkt uit te komen met de ontwikkeling van selective androgen receptor modulators. De onderzoeksgroep van de Amerikaanse wetenschapper en farmacoloog James T. Dalton heeft deze stoffen ‘uitgevonden’ en werkt er sinds 1998 onafgebroken aan. Het gaat om een groep stoffen die geen hormonen zijn, maar wel kunnen koppelen aan weefselspecifieke androgeenreceptoren, zoals bijvoorbeeld spierweefsel. Een SARM die krachtiger is dan DHT en louter anabool werkt op de spieren zou het ultieme anabolicum zijn. Met de ontwikkeling van zo’n SARM zou de lang gezochte scheiding van androgene en anabole werking een feit zijn. Omdat het geen steroïden zijn aromatiseren SARM’s niet en worden ze ook niet omgezet in DHT. Zo zou een rechte anabole koers gevaren kunnen worden zonder je voortdurend zorgen te hoeven maken over een waslijst aan bijwerkingen.
Dat gedroomde SARM verkeert echter nog in het experimentele stadium. Hoewel enkele jaren geleden werd geschat dat in 2009/2010 de eerste lichting ‘neo-androgenen’ op de markt zou verschijnen, is het sindsdien opvallend stil gebleven. Mogelijk dat de ontwikkeling iets minder makkelijk is dan gedacht. Voor een medicijn op de markt komt moet er heel wat water naar de zee gedragen worden. Bovendien zijn er verschillende vakbroeders van Dalton die menen dat het slechts een kwestie van tijd is voor er ook bijwerkingen van SARM’s worden gevonden.

SARM’s-Supplementen

Diverse Amerikaanse muscle mags, waaronder Muscular Development, nemen alvast een voorschot op die onbezwangerde droom van risicoloos anabolengebruik, door uitgebreide advertorials te schrijven over een spiksplinternieuwe lichting supplementen, zoals SARM-X van fabrikant MHP (Maximum Human Performance). ‘SARM-X is the first of a new class of designer androgenic/anabolic steroid memetic compounds’, klinkt het heel gewichtig. ‘Op het randje van het legale’, gaat het verder. Het is een verhaal van groeien zonder zorgen, van spieren op je spieren ontwikkelen (dat heet ‘dubbelgespierd’!). Alles mogelijk bij de gratie van Trans-4-hydroxy-3-methoxycinnamic acid, de actieve stof in SARM-X supplementen. De hele mond vol komt neer op een verbinding die je gewoon met het consumeren van volle granen, bruine rijst, havermout en andere plantaardige producten ook binnen krijgt. Deze verbinding heet ferulazuur (ferulic acid) en is een belangrijke component van het antioxidant gamma-oryzanol, dat ook wel door bodybuilders en krachtsporters wordt gebruikt, zonder al te veel resultaat, overigens.
Volgens een Japanse dierstudie eind jaren zeventig blokkeert ferulazuur de androgene effecten van anabole steroïden enigszins zonder de anabole werking tegen te gaan. Na enig vervolgonderzoek met combinaties van hormonen als testosteron, nandrolon, DHT en los ferulazuur, bleek dat ferulazuur de effecten van steroïden op de prostaat iets verminderde. Maar een licht beschermende werking op de prostaat is minder dan het halve verhaal. Ferulazuur maakt de andere helft, de anabole werking, helemaal niet waar, want het doet niets met de hechting van hormonen aan de receptor en voorkomt ook niet dat testosteron wordt omgezet in DHT of estradiol. In hoeverre SARM’s de toekomst hebben moeten we nog afwachten, maar SARM’s-supplementen hebben ze in ieder geval niet!

Epiloog

Al zouden er in de nabije toekomst SARM’s ontwikkeld worden met minimale bijwerkingen bij medisch-therapeutisch gebruik, dan is het nog de vraag hoe de wedstrijdtoppers in bodybuilding en krachtsport er mee om zouden gaan. Waarschijnlijk zullen ze ook hier weer de grens opzoeken en zoveel gebruiken tot het moment komt dat boem weer eens ho is. Misschien stelt het ze in staat om, in combinatie met het hele arsenaal aan andere middelen (STH, insuline, IGF-1, etc.), spieren te kweken van een omvang die nog grotesker aandoet dan nu al het geval is, en alleen gewaardeerd wordt door verstokte sciencefictionfanaten en een harde kern muscle heads. Vermoedelijk wordt er dan alleen een nieuw hoofdstuk geschreven in het zwartboek van de chemical warfare, onder het motto ‘waar gehakt wordt, vallen spaanders’.

Sport & Fitness 141, juli/augustus 2007